Vier weken na de KicXstart Classic Superbike Roadtrip staat de teller van de groepsapp op bijna 900 berichten. And still counting. Hét bewijs dat dit onvergetelijke weekend lange uitlopers kent, tot diepe vriendschappen heeft geleid en een onuitputtelijke bron van authentieke motorliefde is geweest.
In eerste instantie hadden Van der Wal & Overzee een doortimmerd conceptscript uitgewerkt voor een KicX Dutch Pan-European Meeting in Zoetermeer met keur aan lezingen over gps en verkeersveiligheid. Maar daar wist Horizon Motorreizen een stok voor te steken vanuit het landsbelang: zo’n treffen leidt onherroepelijk tot Guns ’n Roses-achtige taferelen tot in de kleinste uurtjes en dat schaadt het blazoen van de plichtsgetrouwe, verantwoorde motorrijder. Wisten wij veel.

Met uitsterven bedreigd
Zo kwam een eerder, losjes gelanceerd plan plots ter tafel na een ontmoeting tussen Carlo Bankers van Horizon Motorreizen en KicXstarts chef d’équipe Van der Wal vorig jaar. Beiden (en wie niet?) zijn helemaal lijp van de nog niet elektronisch geassisteerde motoren uit de nineties, waarbij Carlo in bezit is van een onberispelijke ZXR-750 en Van der Wals collectie bestaat uit een ’93 FireBlade, een ZX-7R, een Ducati 996 en een eveneens superstrakke gele RSV Mille R uit 2001.
De aanvankelijk vage plannen mondden uit in de KicXstart Classic Superbike Roadtrip, met La Roche-en-Ardenne als basiskamp voor een tweetal routes; eentje door de Ardenner krochten van circa 250 kilometer, een andere van pakweg 350 kilometer. Verkapte medereisleider Overzee had zich als vanouds weer nergens mee bemoeid, maar wist wel de ZX-7R van Van der Wal los te peuteren, als genoegdoening voor de organisatorische boycot van zijn Yamaha TW125, hoewel geboren in 1999.

Bijzondere vermelding verdient Cor Reijerkerk die laat in de avond op zijn Aprilia RSV Mille bij Hotel Floreal kwam aanzetten, terwijl zijn machine de nacht ervoor nog tot vier uur uit elkaar had gelegen. Hij vertolkte van de in totaal vijfendertig deelnemers wel het sterkste staaltje van ouderwets thuis sleutelen, een fenomeen dat anno nu met uitsterven wordt bedreigd en dat – op een enkeling na – is voorbehouden aan motorrijders die de machinerie van de jaren 90 ook zélf beleefd en ondergaan hebben. Rijders ook, opgegroeid met een gedoseerde gas- en remhand naar gelang de omstandigheden.

Sleutelvaardigheid
Niet dat de motoren uit de jaren 90 qua hardware nu zoveel sleutelvriendelijker waren dan het materiaal nu. Een versnellingsbak reviseren van – noem maar wat – een R1 uit 1998 zal niet veel complexer zijn dan bij een supersport nu. Maar waar je nu op een testbank een ECU láát flashen, was je in de eerste helft van de jaren negentig veroordeeld tot het klungelen (en steeds opnieuw Dynojetten) met gasnaalden en sproeiers. Kon je laten doen, natuurlijk, maar de sleutelvaardigheid was toentertijd veel groter, en autodidactischer, ook door de niet-digitaal aangestuurde technologie.
Oké, sommige pech onderweg is op dezelfde dag niet te fiksen, zoals bij (de enige!) pechvogel Nicky van der Wal wiens Honda Firestorm tijdens het weekend steeds bougies bleef verorberen. O ja, en bij die andere Van der Wal (geen familie) gooide aan het einde van de tweede dag een keerring van de Öhlins shock van z’n Mille R de handdoek in de ring, dus die moest op een veredelde skippybal naar huis…

Bestonden de immens populaire viercilinders nog allemaal uit tamelijk conventionele screamers, Ducati’s desmo V2 kwam serieus onder vuur te liggen van de Suzuki TL, Honda’s Firestorm/SP1 en vooral de sensationele Aprilia RSV. Deze laatste had zelfs een spectaculair ‘straaljagerdashboard’.
Generatiekloof
Bezie je bij het complete aanwezige arsenaal de uitrusting van de cockpits, is eenvoud troef. Twee tellers met echte naald, een paar bedieningsknopjes voor Trip 1 en 2 en dan heb je het in grote lijnen wel zo’n beetje. Vergeleken met volgepakte, verwarrende units van vandaag de dag, zijn de stuurknoppen een regelrechte verademing in eenvoud.
Ook van vroeger: de choke/mengselverrijker links aan het stuur en (bij Kawasaki) een hopeloos in het plaatwerk verzonken benzinekraan. Links op de snelweg met gespreid linkerbeen panisch op zoek moeten naar de reservevoorraad benzine: da’s rijden op karakter.

Een van de grootste innovaties van de laatste twee decennia hebben fabrikanten doorgevoerd in ergonomie en binnenruimte. Vooral een ZX-7R (hele diepe stuurhelften, torenhoge voetsteunen, reet diep in de motor) is een crime in verhouding tot een moderne ZX-4RR. En ondanks de riante buitenmaten weet een RSV uit die tijd toch je polsen te kraken.
Nog een opluchting: niet een kwartier hoeven wachten op moderne motoren waarvan de rijders in een felle strijd verwikkeld zijn met digitale techniek, rijmodi, launch control, penis extension en de hele tovenarij. Veervoorspanning, in- en uitgaande demping zijn de enige variabelen op deze machines. En niemand zien schroeven of sleutelen hieraan. Rijden met die meuk, en overschakelen met gebruikmaking van een linker kolenschop.

Memorabel
Maar weet je? Alle motoren, en zeker de supersports, hadden een onmiskenbaar en vloeiend design met zichtbare frametechniek, totaal anders dan de hedendaagse hoekige ontwerpen met een boeventronie als de harses van de Amerikaanse president. En alle rijders in het KicX-weekend, alle nineties rijders wereldwijd, beseffen maar al te goed dat hun motoren (qua pijnbank, onderhoudskosten en restwaarde) meer dan één mantel der liefde verlangen.
Motorrijden is een kunst, een gave die menselijke spierkracht en intelligentie vereist, zonder dat elektronische interventies de mens-motordynamiek mogen verstoren. In extremis staat deze klassieke vorm van motorrijden garant voor afzien en heroïek; des te beter, want motorrijden hoort memorabel en menselijk te zijn.

Een zesassige IMU bespaart je ongemerkt een ziekenhuisbezoek, maar brengt je niks aan emotionele meerwaarde. Maar een voelbaar wegglijdende achterband met jouw snelle redding, die blijft je levenslang bij. Net als het zinderende concert van onze uit Las Vegas ingevlogen toprocker Flip de Naaijer, die op een reguliere zaterdagavond voor twee tafeltjes oma’s staat te spelen maar zich deze avond in de krochten van Hotel Floreal nog lang zal heugen.
Verantwoordelijk voor de lol, het pure rijden en de levenslange vriendschappen: gewoon motoren uit de jaren 90. Volgend jaar zeker weer, de inschrijving is intussen open. En Flip de Naaijer. En nee, toch maar geen Pan-Europeans.
Tekst Joost Overzee • Fotografie Reno van Dijk/vanDijkMedia