Nee, bij Husqvarna hebben ze geen hoge pet op van ‘the ordinary’. Een beetje normaal doen is voor de geel-blauwen overduidelijk veel te gewoon. Nadat ze eerder dit jaar de slogan ‘Escape the ordinary’ bedachten voor de lancering van de Svartpilen 801, krijgt ‘the ordinary’ er bij de voorstelling van de Vitpilen 801 wéér van langs. Deze keer spreken ze de potentiële klant aan met ‘Disrupt the ordinary’. Benieuwd of ik er als heel gewone jongen een beetje warm van word…
Dat de Vitpilen 801 er zat aan te komen was al bekend sinds de presentatie van de Svartpilen 801, begin dit jaar. Toch verslikte ik mij serieus in mijn koffie toen vorige maand de eerste beelden van de Witte Pijl opdoken. Nu weet ik wel dat ze bij Husqvarna (en bij uitbreiding de hele Pierer-groep dat de designs bij ontwerpbureau KISKA haalt) niet vies zijn van een portie controverse, maar deze stijl had ik niet meteen verwacht. Sterker nog, bij nader inzien is het toch redelijk bijzonder dat de Vitpilen en Svartpilen voor 99 % gelijk zijn en toch zo anders kunnen smoelen.
Ring
Viel ik als een blok voor de looks van de Svartpilen met zijn light scramblerstijl, iets hoger geplaatst stuur en zwaarder geprofileerde Pirelli banden, bij de Vitpilen 801 was ik toch minder snel overstag. Op het terras van het hotel aan de boorden van de Middellandse Zee ziet die koplamp er echter een stuk boeiender uit dan op het plaatje. De centraal geplaatste led-unit met daar omheen het dimlicht bestaat wel degelijk uit twee delen waarbij de ring als het ware rond de led-verstraler zweeft, je kunt er zelfs de zee door zien.
Love it or hate it, zeker ook doordat de koplamp nu in lijn staat met de voorvork terwijl de lamp vroeger altijd gewoon negentig graden rechtop stond. Aan de koplamp ben ik tegen het eind van de dag wel gewend, aan de standaard spiegels niet. De ongeïnspireerde ronde exemplaren die op even inspiratieloze lange stelen staan doen het niet voor mij. Gelukkig zijn er sexy bar-end exemplaren beschikbaar in de accessoirescatalogus.
Digitale mini-me
De heel toegankelijke zithoogte van 820 mm mag dan wel identiek zijn aan die van de Svartpilen, toch verschilt de zithouding flink. Staat het stuur op de Svartpilen vrij hoog, op de ‘Vit’ moet je een stuk meer voorover leunen om het stuur in je knuisten te pakken. Het 5” dashboard is identiek en de instelmogelijkheden worden extra geduid met afbeeldingen van de motor. Leuk dat Husqvarna ook voor dit model de moeite nam om een digitale versie van de machine te maken, ziet er wel zo chique uit op het dashboard.
Met het lager geplaatste stuur en de pure wegbanden positioneert Husqvarna de Vitpilen als een volbloed roadster, terwijl de Svartpilen met zijn hoger stuur en semi-geprofileerde Pirelli’s qua looks en zithouding een beetje naar de scrambler-scene neigt. En duurde het bij de Svartpilen een halve dag voordat alle puzzelstukken in mekaar vielen (en ik besefte wat voor magistrale allrounder de Zwarte Pijl is), dan klaart de mist in mijn hoofd aan het stuur van de Vitpilen even snel op als de ochtendnevel boven de Franse Rivièra.
Jakkeren
Daags voor deze presentatie reed ik de Royal Enfield Bear 650 en hoppend van de ene testmotor naar de volgende moet je toch iedere keer even opnieuw kalibreren. Van 214 kilo en 47 pk naar 180 kilo en 105 paarden, da’s best een aanpassing. De Zuid-Franse wegen zijn nog niet helemaal opgedroogd van de watersnood van de voorbije dagen, zodat ik in de Street-rijmodus vertrek. Er is ook wel een Rain-rijmodus aan boord, maar die sla ik gemakshalve over.
In Street moet ik aanvankelijk een beetje wennen aan de redelijk directe gasrespons, al ligt dat vooral aan het goedmoedige karakter van de Enfield van gisteren. De zithouding op de Vitpilen ligt heel dicht bij die van de 790 Duke en het insturen gaat al even intuïtief en snel. De zon warmt het asfalt gelukkig snel op en dat doet ook het humeur van de voorrijder deugd, zodat ik al snel overschakel naar de Sport-modus waarbij de paralleltwin iets directer aan het gas hangt.
Vond ik de Svartpilen in die modus een ietsje te nerveus en te piekerig, dan sluit deze rijmodus wat mij betreft wel beter aan bij het enthousiastere karakter van de Vitpilen. Door de actievere zithouding nodigt de Vitpilen veel meer uit tot flink doorjakkeren, terwijl de relaxtere positie op de Svartpilen de deur openzet naar rustig cruisen.
In de voet
Met de 75° verzette kruktappen wil Husqvarna de paralleltwin gevoelsmatig naar een V2 doen neigen, al lukt dat niet helemaal. Helemaal onderin mist de 799cc krachtbron de souplesse van een twin die de cilinders in V heeft staan, het topkoppel van 87 Nm boor je aan bij 8.000 toeren terwijl het piekvermogen van 105 pk pas bij 9.250 toeren in zicht komt.
Bij trage passages door dorpskernen, waar onder de schaduw van de platanen dertig kilometer per uur als maximumsnelheid is ingesteld, moet je toch af en toe in de koppeling knijpen om de souplesse erin te houden. En ook al maakt de krachtbron indruk met veel souplesse over het hele toerenbereik, als de voorrijder de zweep erop legt merk ik dat ik de twin constant tussen de vijf- en de achtduizend toeren hou om de gang erin te houden.
De quickshifter (‘Easy Shift’ bij Husqvarna) is vanaf 2025 een optie omdat Pierer de machine financieel aantrekkelijker wil maken door de standaarduitrusting wat af te schalen. Ben je een sportieve rijder (en dat hoor je per definitie te zijn als de Vitpilen 801 op je wishlist staat), dan is de optionele quickshifter een absolute must-have. Het ding schakelt zo soepel en vlot op en af bij alle mogelijke toerentallen en gasstanden dat je jezelf aardig in de (linker)voet schiet zou je op dit onderdeel besparen.
Of je het eveneens optionele Dynamic Pack moet hebben, is een andere vraag. Bij de Svartpilen zou ik dat Dynamic Pack er wel bij nemen omdat het wat hoger geplaatste stuur het iets gemakkelijker maakt om een supermotard-rijstijl te hanteren, lekker sturend vanuit de ellebogen en schouders.
Omdat je meer naar voren ligt op de Vitpilen gebruik ik het ABS in Supermotard-modus (onderdeel van het Dynamic Pack) niet, het voelt simpelweg wat minder logisch aan en ook de mogelijkheden om in het Dynamic Pack alle parameters zelf in te stellen (tractiecontrole, wheeliecontrole, ABS, slip…) hebben voor mij minder meerwaarde.
Pluimen
Net als de Svartpilen is ook de Vitpilen geen naked bike met reisambities. Na twee uur doorperen schreeuwt mijn achterwerk om een koffiestop, en hoewel de zithouding me als een handschoen past zijn de mogelijkheden om even te verzitten bijna onbestaand. En de rijwind doet natuurlijk ook z’n werk. Anders dan op de Svartpilen hou ik me bij de Sport-rijmodus en zeil richting Digne-les-Bains van de ene lange doordraaier naar de andere. De Michelins geven geen krimp, het rijwielgedeelte evenmin.
Op de smallere weggetjes met alleen maar blinde bochten en wat meer hobbels en putten in het wegdek zet ik zowel de ingaande als uitgaande demping van de vork een klikje zachter om te voorkomen dat de voorkant aan het stuiteren gaat. De J.Juan remmen met Husqvarna-logo bijten op zich wel genoeg door, enkel als je ze in een technische afdaling lang en hard aan het werk zet boeten ze wat aan bite in.
Niet dat er fading optreedt of de remmen ineens sponzig gaan aanvoelen, als de remolie het kookpunt bereikt wordt het aangrijppunt van de ankers iets minder duidelijk. Goed trouwens dat de Vitpilen net als zijn tweelingbroer voorzien is van een stuurdemper, die verricht grootse daden bij de bewaking van de stabiliteit van de voorkant. Zonder stuurdemper kan ik me goed inbeelden dat de Vitpilen een redelijk lastig apparaat zou zijn om in het gareel te houden.
Conclusie
Is de Vitpilen 801 een goede motor? Absoluut! Is de Vitpilen 801 mijn ideale motor? Dat denk ik niet. Mijn persoonlijke voorkeur – ik herhaal: mijn persoonlijke voorkeur – gaat uit naar de Svartpilen 801 omdat ik de scramblerlooks cooler vind en omdat de iets relaxtere zithouding je de kans biedt om rustig met de Svartpilen te cruisen. De Vitpilen is technisch even hoogstaand als z’n broer, maar trekt door de sportievere zithouding constant aan de riem. Daarbij is het verschil tussen een Vitpilen 801 en een 790 Duke wat mij betreft iets te klein om écht het verschil te kunnen maken.
Plus- en minpunten
+ Souplesse krachtbron
+ Stuurt als een fiets
+ Bijzondere koplamp
– Rustig rijden is z’n ding niet
– Hard zadel
– Bijzondere koplamp
Lees het volledige testverslag in KicXstart december 2024
Motor: 799cc, 4 kl./cil., vloeistofgekoelde paralleltwin
Boring x slag: 88 x 65,7 mm
Compressieverhouding: 12,5:1
Max. vermogen: 105 pk @ 9.250 tpm
Max. koppel: 87 Nm @ 8.000 tpm
Brandstofvoorziening: injectie met 46 mm gasklephuizen
Transmissie: zesbak, slipperclutch, ketting
Frame: brugframe van stalen buizen, gesmeed aluminium subframe
Voorvering: 43 mm WP Apex UPSD, veerweg 140 mm, in- en uitgaande demping instelbaar
Achtervering: WP Apex monoshock, veerweg 150 mm, veervoorspanning en uitgaande demping instelbaar
Voorrem: 300 mm schijven met radiaal gemonteerde J.Juan vierzuigerremklauwen, bochten-ABS
Achterrem: 240 mm schijf met zwevende J.Juan dubbelzuigerremklauw, bochten-ABS
Banden voor/achter: 120/70-R17 / 180/55-R17 (Michelin Road 6)
Wielbasis: 1.475 mm
Balhoofdhoek/naloop: 24,5° / 97,9 mm
Gewicht: 180 kg (rijklaar zonder benzine)
Zithoogte: 820 mm
Tankinhoud: 14 l
Prijs: n.b.
Tekst Bart De Schampheleire • Fotografie Marco Campelli, Sebas Romero