Afgelopen maand stond de jaarlijkse privétrip van de Van der Wal-clan (senior, oudere broer, ondergetekende) weer op het programma, iets waar ik doorgaans niet al te veel rumoer omheen maak omdat gewoon op vakantie op de motor ‘zonder over werk na te hoeven denken’ ook weleens lekker is.
Dat liep deze keer net even anders omdat de beoogde reismotor (de RSV Mille R) nog in de remise stond bij Krijgsman en BMW toevallig een M 1000 XR ter beschikking had in deze periode. Een dergelijke reismotor op steroïden is dan toch net even te verleidelijk om te laten staan.
Overigens ging het initiële plan om de Spaanse Pyreneeën te verkennen een week voor vertrek toch maar in de prullenbak, om de simpele reden dat zich een lichte mate van paniek meester maakte van onze naïeve breinen na het bekijken van de kaart van Europa … en dan vooral de te overbruggen kilometers tot aan het Spaanse bochtenwalhalla. Onze halve trip verdoen aan puur heen en weer reizen (over de autoroute) bleek toch niet zo heel handig. Wel frappant dat je je daar met toch zo’n dertig jaar reiservaring binnen Europa toch weer zo heerlijk in kunt vergissen.
Uitvalsbasis werd derhalve het Zwarte Woud. Grote voordeel van dit bochtenparadijs in zuidwestelijk Duitsland: je bent in een mum van tijd in de Franse Alpen (of Jura), Zwitserland, Oostenrijk of zelfs Italië. Los van het feit dat je in het Zwarte Woud zelf ook uitstekend kunt rijden en het feest dus meteen al kan beginnen. Dat is voor geboren bonnefooi-reizigers als wij op z’n zachtst een zegen.
Wij kijken doorgaans in de avond op de weer-app en kiezen dan onze koers (en route) voor de volgende dag. Simpelweg omdat we rijden in de regen niet tot onze favoriete bezigheid scharen… Als het niet anders kan dan schikken we ons in ons lot, maar slecht weer opzoeken of star vasthouden aan een vooraf uitgestippelde route, no way. Voor de goede orde, tot aan het Zwarte Woud ging het met de motoren op de trailer. Die 700 autobaankilometers verstoren het vakantiegevoel anders net even te veel, die hebben we al oneindig vaak gedaan op twee wielen.
Met donkere wolken letterlijk boven de Franse Alpen kozen we voor een koers zuidwaarts, richting Zwitserland. Deze keurig aangeharkte Europese ansichtkaart heeft natuurlijk z’n charme, zoals onweerstaanbare alpenroutes, maar tegelijkertijd weet je ook dat achter iedere Milka-koe potentieel een Polizei-auto op je staat te wachten met een rijbewijsshredder in de kofferbak. Het blijft dus altijd een beetje uitkijken.
Overigens ging er wel een kleine streep door onze beoogde route voor die dag nadat de navigatie aangaf dat de hoge passen als de Susten, Furka en Grimsel nog op slot zaten door de hevige sneeuwval van de afgelopen periode. Nogal uitzonderlijk eind juni. Bovendien kwam er een nieuw pak noodweer aan, hetzelfde pak waaronder uiteindelijk de A13 zou bezwijken – wat we toen nog niet wisten natuurlijk.
Dus besloten we na anderhalve dag Zwitserland om vanaf het Lago Maggiore de doorsteek te maken richting de Apennijnen. Dat is even twee uur doorpoken over de Autostrada, maar dan ontvouwt zich wel een zeldzaam mooi stuureldorado voor je wielen. Het asfalt kan wat pokdalig zijn, maar doorstaat zeker aan de kant van Emilia-Romagna en Ligurië (de kuststreek tussen Genua en La Spezia) in 80 % van de gevallen ook de kritische VdW-standaard. Oftewel, prima asfalt.
Grote pluspunten zijn de enorme rust ten opzichte van de Alpen (ook qua motordichtheid), de oneindige bochtenslingers (zoveel dat ik na twee dagen dacht: het mag ook wel weer even rechtdoor) en vooral het authentieke Italiaanse landschap en leven. Niets beter dan een verse pasta voor lunch afgetopt met een kakelverse espresso.
Halverwege de trip was het ook wel duidelijk wat voor vlees ik in de kuip had wat betreft rollend materieel. De M 1000 XR is natuurlijk hors categorie. Zeker in de nog duurdere (en betere) Competition uitvoering, inclusief (onder andere) de carbon wielen en extra elektronicapakket met Ride Mode Pro. Voor motorrijders met sportieve inborst is een M 1000 XR als reismotor grandioos. Het stuurt vanaf de eerste meter zo direct, zo gebalanceerd dat je dat nauwelijks in woorden kunt vatten. Een haarspeldje nog iets krapper afdraaien? Peulenschil. Nog iets harder een blinde hoek in? Als op rails.
Ondertussen zit je natuurlijk als een vorst in dat hoge zadel en wieg je dit 200 pk sterke kanon vanuit je heupen van de ene bocht naar de andere. Als een dampende salsa op wielen. Met een druk op de knop dirigeer je het adaptieve veerwerk van ‘Hockenheim-strak’ naar ‘waterbedachtige souplesse’ du moment de Italiaanse wegenbouwers onverhoopt toch iets te vroeg waren gaan lunchen. Remmen? Een vingerkootje, hoe steil de afdaling ook. Voor iets meer windbescherming klap je het ruitje met een simpele tik op het hendeltje omhoog.
Voor de goede orde, een GS is dit natuurlijk niet qua comfort. De windbescherming is beter dan op een supersport, maar komt lang niet in de buurt van die van een doorsnee allroad. En de trillingen rond de 4.000-6.000 tpm laten na twee uur Autostrada toch wel wat tintelingen achter in de vingertoppen. O ja, en het M-zadel is gek genoeg te zacht. Je gaat daardoor te snel doorzitten, waardoor je pijn aan je achterwerk krijgt. Een harder zadel zou niet alleen dat probleem oplossen, maar ook beter passen bij het sportieve DNA van de M 1000 XR. Want sportief is deze machine tot in de laatste vezel.
De power van de ShiftCam vierpitter is zeker boven de 7.000 tpm niet te filmen en het geklapper uit de Akrapovic bij gas dicht/terugschakelen om van te watertanden. Voldoet volledig aan de strenge Europese keurmeesters, dus je kunt er ook bij die strenge Zwitsers lustig op los pruttelen en ploffen. O ja, voor wie opgewonden raakt over het feit dat je er geen koffers op kwijt kunt, stop met dat gezeur en koop een S 1000 XR. Met soft luggage kom je er ook en dat BMW M die knieval niet heeft gemaakt, siert ze want dat houdt ‘m juist zo puur.
Hoewel ik hopeloos verliefd raakte op de M tijdens deze trip is er natuurlijk wel nog een ander probleem: het prijskaartje van 36.755 euro (voor deze M Competition uitvoering). Echte liefde is onbetaalbaar, maar ik denk dat ik hier toch even moet passen. Volgende keer toch maar weer op de RSV Mille…