Meestal als een bedrijf surseance van betaling aanvraagt, is een faillissement onafwendbaar, maar bij MV Agusta dan weer net niet. Het merk maakt net zo makkelijk mooie motoren als dat het langs diepe financiële afgronden laveert.
Goed, het merk is voorlopig weer ‘gezond’ nadat het tot een akkoord is gekomen met de schuldeisers over het afwikkelen van de openstaande rekeningen. En dus kan de vlag uit in Varese. Wel een vlag met een prijskaartje overigens. De reden dat MV nu nog steeds beschikt over een hartslag komt volledig op het conto van CEO Timur Sardarov, de steenrijke Rus die ondertussen in vier jaar tijd al dik 180 miljoen in de kleine motorfabrikant pompte, en recent nog een forse investering deed van 30 miljoen.
Toch gloort er licht aan het einde van de ellenlange MV-tunnel vol financiële hobbels nu recent ook Pierer Mobility (KTM AG) een aandeel van 25% heeft genomen in hun zuiderbuur. Dat heeft er in de VS al toe geleid dat MV is opgenomen binnen het importeurschap (en dealernetwerk) van KTM. De verwachting (en vooral hoop) is dat Europa snel zal volgen. Al weet je het bij MV nooit.
Timur Sardarov over de huidge situatie: “Sinds mijn komst bij MV Agusta is de schikking met de schuldeisers een van mijn belangrijkste doelstellingen geweest om het vertrouwen van onze klanten en onze leveranciers terug te winnen. Ondanks de negatieve effecten van de pandemie, de sterke stijging van de grondstofkosten en het uitbreken van de oorlog in Oekraïne, hebben de inzet en het professionalisme van het management van MV Agusta dit belangrijke resultaat opgeleverd.
We moeten nu met hernieuwd vertrouwen naar de toekomst kijken, gesteund door het succes van onze nieuwe modellen. De samenwerking met KTM AG geeft ons bedrijf op alle fronten nieuwe energie, van de productie van nieuwe modellen en de uitbreiding van ons dealernetwerk tot het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening aan onze klanten. Onze donkere jaren zijn voorbij, nu we eindelijk de voorwaarden hebben gecreëerd om voor MV Agusta om een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van het motorrijden te schrijven.”