Toerroute: van Beringen naar Genk (155 km)

Deze keer vertrekken we aan het grootste duikcentrum van Europa en finishen we bij een kartcircuit. Onderweg springen we binnen in een museum waar gigantische Dakar-trucks worden geflankeerd door een unieke Formule 1-bolide en autootjes die even snel vooruit als achteruit kunnen rijden.

De dames en heren die in korte wetsuits tussen de vijfduizend tropische vissen in het Todi duikcomplex liggen te plonsen, vormen best wel een contrast met de ochtendkoelte die ik bijna twee uur moest verbijten op weg naar Beringen. In de schaduw van de grote mijnterril van Beringen (en die is écht wel groot) zorgde het reconversieproject voor een gevarieerde attractiepool. Shoppers, duikers, mountainbikers, studenten en geïnteresseerden in de geschiedenis van de Limburgse steenkoolmijnen komen op de be-MINE site aan hun trekken.


Langs de ‘achterkant’ van de grote mijnterril trekt de route meteen noordwaarts, richting Leopoldsburg dat al sinds 1835 de belangrijkste militaire post van België is. Toen België zich in het begin van de 19de eeuw losmaakte van Nederland, waren de relaties nog heel gespannen en dus achtten de Belgen het verstandig om zo snel mogelijk in het noorden van het land een leger te kazerneren.

Bijna twee eeuwen later zijn die spanningen met onze noorderburen helemaal verdwenen en het is met niks dan vreedzame bedoelingen dat ik via Lommel richting de Nederlandse grens stuur. Het gebied ten zuiden van Valkenswaard is biljartvlak en biedt een afwisseling van weilanden, heide en naaldbos. Zelfs dicht bij de Belgische grens voldoet het wegdek aan de Nederlandse normen: topkwaliteit dus.


Op het Eurocircuit van Valkenswaard wordt er vandaag niet geracet, een handvol bezitters van adventure-motoren maakt van die stilte gebruik om op het parkeerterrein wat slalomoefeningen te doen. Ik heb wel zin om een paar achtjes mee te draaien, maar met 155 kilometer valt er wel wat te rijden vandaag en ik kijk enorm uit naar het DAF-museum waar ik straks de benen zal strekken. Vanaf Valkenswaard gaat het linea recta naar Eindhoven.

Wie geen zin heeft in het museum of een wandelingetje in de vijfde grootste stad van Nederland, zwenkt oostwaarts en kan via Leende en Hazenhurk in Ginderover opnieuw inpikken op de route. Wil je in Eindhoven op een andere manier de benen strekken? Op een paar honderd meter van het DAF-museum vind je het Dommeltunneltje dat met de Silly Walks van John Cleese is versierd en dat door Mr. Cleese himself in 2016 officieel en bijzonder belachelijk werd ingewandeld.


Meteen na het bezoek aan het DAF-museum rij ik langs de vrachtwagenfabriek die samen met elektronicagigant Philips nog steeds een van de belangrijkste werkgevers van de provincie Noord-Brabant is. Eindhoven is meteen ook het meest noordelijke punt van de route; via Geldrop, Heeze en Someren zet ik zoetjes aan de terugweg richting Vlaamse bodem in. Ten zuiden van Someren is het landschap uitgestrekt en weids, de wegen zijn dan weer smal. Na wat draaien en keren in Hulsen is voor de komende vijftien kilometer het kanaal Wessem-Nederweert mijn gids. Op de smalle dijkweg is het heerlijk motorrijden, je komt hier amper verkeer tegen en als straks het gras twee kontjes hoog staat is het voor motorrijders met vlinders in de buik een mooie plek voor een portie romantiek.


Met zijn piepkleine, witte huisjes en bestrating met ronde keien is Thorn een must-see in het Maasgebied. Je zit hier ook weer vlakbij de Belgische grens, want een paar kilometer verder stuur je alweer door het Vlaamse Kessenich. Richting Kinrooi rij ik over kleine, verkeersluwe landbouwweggetjes, vanaf Neeroeteren en Opoeteren kan het gas wat verder open en komt Genk al snel in zicht. De route eindigt bij het kartcircuit dat elke dag van 10 tot 18 uur geopend is zodat je aan het slot van je motordag op twee wielen nog wat motorsport op vier kleine wielen kunt meepikken terwijl je in brasserie ‘A la kart’ van een koffietje geniet. De tweetaktgeur krijg je er gratis bij.


De route start aan duikcentrum Todi op de be-MINE site in Beringen, gemakkelijk bereikbaar vanaf de E313 en E314. Het DAF-museum bevindt zich in het centrum van Eindhoven zodat je halfweg de route een stukje door verstedelijkt gebied moet. Heb je daar geen zin in, steek dan vanaf Valkenswaard oostwaarts door richting Leende, Oosterik en Ginderover. De route is 155 kilometer lang en eindigt bij de kartbaan van Genk, vlakbij de E314 die je vlot terug richting Antwerpen of Brussel loodst.

Download de route


DAF-museum: DAF kennen de meeste mensen wel van de vrachtwagens; wie weet dat het merk ooit begon als fabrikant van aanhangwagens mag zich met recht al een kenner noemen. In het DAF-museum in het centrum van Eindhoven komen niet alleen de moderne trucks, maar ook de eerste aanhangwagens en een resem technologische innovaties van DAF aan bod.


Todi: Met 6,5 miljoen liter water dat een constante temperatuur van 23 graden heeft, is Todi het grootste duikcomplex van Europa. De gigantische koker waarin vroeger de steenkool werd gespoeld biedt duikers de kans om tot tien meter diep te plonzen, omgeven door vijfduizend tropische vissen. Als niet-duiker kan je vanaf de zijkant diep onder water in het aquarium kijken. In het weekend wordt er vanaf 9 uur gedoken bij Todi, de brasserie opent om 11 uur.


Leopoldsburg: Leopoldsburg is altijd een van de belangrijkste militaire bases van België geweest en met het MKOK (Museum K-Blokken en Oscar Kapel) en het Museum Kamp van Beverlo kan je op twee plekken terecht om je te verdiepen in de militaire geschiedenis van Leopoldsburg. Beide musea zijn jammer genoeg beperkt open. Wil je een van deze musea of allebei bezoeken tijdens je rit, check dan zeker vooraf online de openingstijden. Fred Simkens gidste ons door het Museum Kamp van Beverlo en we kunnen iedereen die een beetje interesse heeft in de geschiedenis van ons leger zijn gidsbeurt ten zeerste aanbevelen.


Weverijmuseum Geldrop: Alleen al voor de fantastisch gerestaureerde fabrieksgevel is het ommetje dat de route langs de Molenstraat in Geldrop maakt de moeite waard. In de voormalige Wollenstoffabriek A. van den Heuvel & Zoon is het weverijmuseum ondergebracht. Uniek is dat de weefmachines niet gewoon getoond worden, maar tijdens de openingsuren door vrijwilligers worden bediend zodat je ziet hoe alles in zijn werk gaat.


Klein Costa Rica: In het vlakke tuinbouwgebied ten zuiden van Someren vind je links en rechts een aantal grote serres waarvan er eentje wel heel speciaal is. Klein Costa Rica is een 880 m2 grote serre waarin je een massa tropische bomen, planten en dieren vindt. Costa Rica staat bekend als een van de landen met de grootste biodiversiteit ter wereld en een staalkaart daarvan krijg je in Klein Costa Rica te zien. Van vissen over vlinders, toekans, stokstaartjes en héél veel reptielen: in Klein Costa Rica hebben ze het allemaal.


Thorn: Pal op de grens van België met Nederland is het piepkleine dorpje Thorn een bijzonderheid vanwege de dorpskom met alleen maar witte gevels en de bestrating met ronde keien. Het kleine en charmante dorpje is een aantrekkingspool voor allerhande kunstenaars.

Tekst en route Bart De Schampheleire • Fotografie Peter Naessens, Filip Staes

Deel

Gerelateerde artikels

Honda NT1100

Kort getest: Honda NT1100 DCT

Honda mag je ondertussen zo ongeveer de koning van de nichemarkten noemen. Toen alle Japanse merken de cruisers uit hun aanbod schrapten, bleef Big Red