Dunlop Sportsmart TT

De naam van de nieuwste Dunlop band doet de meesten waarschijnlijk denken aan de TT van Assen of de TT-races op Man. Hoewel dit niet de directe verwijzing is van de naam van de band, is het wel precies waarvoor de band bedoeld is: de straat én het circuit.

Geschreven door Bob Withag      Foto’s Dunlop

De letters ‘TT’ in de naam van de nieuwe Dunlop staan namelijk voor ‘Track Technology’. Dunlop wil met deze specifieke band twee groepen motorrijders bereiken die vooral de funfactor hoog in het vaandel hebben staan. De nakedrijder, zeg maar de heren en dames die zich bedienen van naakt vuurwerk uit de categorie Yamaha MT-10, BMW S 1000 R en Triumph Speed Triple RS; en de supersportrijder, met motoren als een Yamaha R1, BMW S 1000 RR, Honda Fireblade of Suzuki GSX-R1000. We testen de banden op het multifunctionele circuit van Monteblanco in het zonnige Zuid-Spanje, nabij Sevilla. In twee groepen gaan we steeds de baan op en we wisselen af tussen nakeds en superbikes. Als je de band voor het eerst ziet, denk je direct aan sportieve circuitbanden als de Supercorsa van Pirelli of de RS10 van Bridgestone. Het profiel loopt namelijk niet tot aan de zijkant door. Interessant, dit betekent immers meer grip onder hellingshoek aangezien de band in feite een slick is aan de zijkant. Het karkas voelt, zoals we gewend zijn van Dunlop, erg hard aan. Hierdoor kan met een veel lagere bandenspanning gereden worden (koud 1,5 bar achter) dan we doorgaans gewend zijn.

De eerste sessie is nog best koud met 6 graden. Oef, en dan zonder bandenwarmers de baan op, met dit vermogen?! Zelf ben ik altijd wel van het snelle starten, maar dan wel met fijne warme bandjes. Ik ben benieuwd. Al snel blijkt dat de engineers op de ontwikkelingsafdeling van Dunlop hun werk goed hebben gedaan. De Sportsmart TT laat zich gelijk van de goede kant zien aangezien ik al na drie bochten mijn kneeslider tegen de grond kan drukken.  En dat op een BMW R nineT Racer. Ook bij de daaropvolgende motoren (R 1200 R, R 1200 RS, ik zit even in de BMW-hoek) is de opwarmtijd zo miniem dat je je gelijk vertrouwd voelt. Met de opwarmtijd zit het dus wel snor. Wat me bij deze naked bikes vooral opvalt, is de wendbaarheid. De Sportsmart TT laat zich door de opbouw van het karkas erg makkelijk van links naar rechts gooien. Je kunt merken dat Dunlop deze band gebruikt als basis voor hun racebanden. De directheid in sturen, de opwarmtijd, de grip en de hellingshoeken die je binnenhengelt zijn niet die van een doorsnee sportieve straatband. Want dat is de TT wel, een straatband met circuitaspiraties. Ondertussen vliegen bij de meer straatgeoriënteerde nakeds de vonken er letterlijk vanaf en suist er halverwege de tweede sessie zelfs een schakelpedaalrubber om m’n oren. Haha. Benieuwd hoe dat straks op de dikke superbikes uitpakt.

We trappen af met de BMW S 1000 RR met hagelnieuwe TT’s eronder. Wederom schraapt vanaf bocht 3 m’n kneeslider over het hobbelige asfalt van Monteblanco. Het dikke vermogen van de RR lijkt de TT nauwelijks te deren. Je hebt gelijk het vertrouwen en de feedback van de band die we eigenlijk allemaal zoeken. De band ‘werkt’ meteen vanaf bocht 1, hierdoor voel je je één met de motor. Ook als ze koud en nieuw zijn. Knap. De voorband voelt zeer stabiel aan. Bij hard aanremmen onder hellingshoek houdt de TT zich super en is de band goed te controleren. Geen kik! Het afdraaien en omgooien gaat net als bij de nakeds erg goed en snel. Wat ik in m’n vroegere raceperiode ook van Dunlop gewend was. Na een sessie aftasten en experimenteren, mag ik overstappen op een voor mij vrij vertrouwde Yamaha R1. Weer meteen dat vertrouwen. Door de andere karakteristiek van de Yamaha vergeleken met de BMW is de belasting op de band iets anders. Door de crossplane-karakteristiek werkt de band al iets eerder bij het uitkomen en hierdoor benut je het potentieel van de band iets meer. De eerste vijf ronden heb je het gevoel dat je op slicks rijdt. Zoveel grip en stuurprecisie. Alleen in de lange snelle bochten – onder iets minder hellingshoek – voel je het profiel iets werken, maar dat zonder echte hinder. Bij de eerste aanzet uit korte bochten moet de band zich soms even ‘zetten’.  De TT wordt ook niet echt gespaard als je David Checa (‘broer van’ én WK Endurance-kampioen) voor je hebt rijden als haas. Maar hé, we zijn hier om te testen, nietwaar? Bij binnenkomst in pitlane wil de band ook na deze vrij extreme belasting niet raar tekenen. De TT is mooi egaal afgesleten en toont geen extreme rullen en groeven.

Als kers op de taart mogen we ons nog even vermaken op wat Kawasaki Ninja 400’s die ook uitgerust zijn met de Sportsmart TT. Op een klein baantje op het midden-terrein mogen we ervaren hoe de TT het doet op de kleinere machines. Hier wisselen we af tussen de 140 en 150 achterband. De 140 voelt wendbaarder aan dan de 150, het gevolg van zijn kleinere omtrek. Verder voelen de banden zo goed aan dat je hem zomaar kunt beschouwen als een wedstrijdband voor deze motortjes. Ook hier weer die korte opwarmtijd en dat rotsvaste vertrouwen. Het moet raar lopen wil je met de nieuwe Sportsmart TT als sportieve motorrijder niet uit de voeten kunnen. Ook als je weleens een circuitdag pakt.

 

BESCHIKBARE BANDENMATEN

Voorband
110/70 R 17
120/70 R 17
120/70 ZR 17

Achterband
140/60 R 17
150/60 R 17
160/60 R 17
180/55 ZR 17
180/60 ZR 17
190/55 ZR 17
200/55 ZR 17

 

Deel

Gerelateerde artikels

Ducati Panigale V4 S

Kort getest: Ducati Panigale V4 S

Ducati zocht, na een jarenlange ratrace voor meer power en minder kilo’s, duidelijk naar een manier om die explosiviteit een beetje te beteugelen. Geen gekke