10 x Assen: Spektakel op de hei

TT Assen

De TT van Assen, ook wel bekend als The Cathedral of Speed, blaast dit jaar 93 kaarsjes uit en is daarmee met afstand de nestor aller GP-wedstrijden. In die kleine 100 jaar sinds ‘Motorclub Assen en Omstreken’ het plan opvatte om eens een wegwedstrijd te organiseren tussen Rolde en Borger, is de Drentse hei het decor geweest voor een keur aan hoogte- en dieptepunten. We laten er een paar de revue passeren, in willekeurige volgorde.

1985: Webster in de sloot

De TT van ‘85 was de moeder aller regenraces. Terwijl in de 500cc Lawson onderuitging, Sarron Spencer omverkegelde en Randy Mamola op aandringen van de hoofdsponsor met een twee kilo zware on-board camera op de tank naar de overwinning glibberde, volgde het ware klapstuk bij de zijspannen. Destijds speelden de driewielers allesbehalve een bijrol, en al helemaal niet op Assen vanwege de glansrol die Egbert Streuer en Bernard Schnieders vertolkten. Toch zijn het in ’85 aartsrivalen Steve Webster/Tony Hewitt die het initiatief naar zich toe trekken en naar de overwinning lijken te var… eh, rijden. Tot bij het uitkomen van de Ramshoek de regerend wereldkampioen de controle over zijn zijspan verliest en op het spekgladde gras terechtkomt.

1985_Steve Webster crash TT Assen 1985

Het publiek op de Geert-Timmertribune kijkt z’n ogen uit als de Britten met een noodgang, en als passagier van hun eigen span, op een van de vele sloten afstuiven die dan nog de natuurlijk barrière vormen rondom het stratencircuit. Fotografen en journalisten die dachten een veilig plekje gevonden te hebben in de halfdroge sloot moeten rennen voor hun leven als de LCR na de honderden meters lange glijpartij letterlijk z’n Waterloo vindt in de greppel. Webster en Hewitt worden door de lucht gesmeten, maar komen er nog wonderbaarlijk goed vanaf met respectievelijk een gebroken arm en een gekneusde rug. De crash wordt aanvankelijk met gejuich ontvangen, omdat Streuer/Schnieders de koppositie kunnen overnemen. Ze stevenen af op een thuisoverwinning, zo lijkt het, tot in de voorlaatste ronde de remmen het begeven…

2013: De miraculeuze comeback

Coureurs zijn bikkels, dat weten we. Maar wat Jorge Lorenzo laat zien in 2013 is van een andere orde. In een natte vrije training op donderdag stuitert de regerend wereldkampioen er loeihard af in Meeuwenmeer als z’n Yamaha heel even de witte lijn raakt. Na een paar honderd meter glijden over spekglad gras is een gebroken sleutelbeen het resultaat. Lorenzo regelt een privéjet en vliegt dezelfde avond nog naar Barcelona. Niet met het idee weer te gaan racen, maar om van de helse pijn af te zijn.

TT Assen 2013 Lorenzo

Na de operatie dezelfde avond is de opluchting zo groot dat Lorenzo zich goed genoeg voelt om toch een poging te wagen. De Mallorcaan staat maar zeven punten achter Pedrosa in het WK en wil het gat niet te groot laten worden. De volgende dag landt Lorenzo op Eelde. Hoewel hij niet deelneemt aan de kwalificatie is z’n tijd uit de eerste vrije training goed genoeg voor een 12e plaats op de grid. In de wedstrijd rijdt Lorenzo naar een heroïsche vijfde plaats. “Het was gekkenwerk, ik was 25 en deed dat… Ik denk niet dat het ooit nog eens herhaald zal worden…”

2006: Hayden en Edwards

De TT van Assen van 2006 was een wedstrijd met mogelijkheden voor Colin Edwards en Nicky Hayden. De topfavoriet had zichzelf een dag eerder namelijk uitgeschakeld: Valentino Rossi crashte hard in de Ramshoek en moest door een scheurtje in z’n pols genoegen nemen met een bijrol. Edwards rook z’n kans, de trouwe bondgenoot van Rossi was altijd snel op Assen… Na bijna de hele wedstrijd aan de leiding te hebben gelegen, wist Nicky Hayden – het hele jaar al verrassend sterk en constant op de Repsol Honda – het gat echter te dichten. Een inhaalpoging in de Ruskenhoek dwong Edwards rechtdoor het toenmalige ‘fietspad’ op. De tweevoudig wereldkampioen Superbike weigerde de handdoek te gooien, knokte zich knap terug, passeerde Hayden en stoof met een redelijk comfortabele voorsprong richting de beslissende laatste passage door de GT.

TT Assen 2006 Edwards

Een klein foutje in Ramshoek dwong Edwards echter tot een krappe lijn richting de laatste chicane. Hayden wilde profiteren, maar pakte een vals neutraal en moest rechtdoor de grindbak in. Edwards was amper 100 meter verwijderd van z’n eerste GP-overwinning, maar raakte op de geforceerde lijn met z’n achterband een plukje gras en werd in rodeo-stijl van z’n M1 geknikkerd. Hayden pakte het zwart-witgeblokt. Een gedesillusioneerde Edwards strompelde op z’n gehavende Camel M1 als 13e over de finish en zou nooit een MotoGP-wedstrijd winnen. Voor Hayden bleken de gratis extra punten aan het einde van het seizoen cruciaal voor z’n titel.

2015: Niklas Ajo door de knieën

Wie Ajo zegt, denkt vooral aan Aki Ajo, een van de meest succesvolle teammanagers binnen het huidige GP-paddock. Niet zo heel lang geleden deed zijn zoon Niklas een poging om de naam Ajo ook op de baan tot grotere hoogtes te laten stijgen. Dat lukt maar matig … tot ook hij in 2015 kennismaakt met de grillen van de GT. Koersend voor punten trekt de Fin z’n KTM onder zich vandaan, om op miraculeuze wijze hangend aan de clip-ons z’n Moto3-machine overeind te houden en op een haar na langs de bandenstapel te scheren … om in diezelfde positie, met z’n knieën over het asfalt, vervolgens richting de finishvlag te skiën. Net buiten de punten, maar met aanzwellend gejuich vanaf de tribunes, zet Ajo een van de wonderlijkste finishes ooit achter z’n naam. “Ik wou koste wat het kost de race finishen, ik denk dat dat op een redelijk unieke manier wel gelukt is.” Er is meer voor nodig om een Fin van z’n stuk te brengen.

TT Assen 2015 Ajo

1989: Hollands (laatste) glorie!

Mag niet ontbreken in deze lijst om de simpele reden dat Hans Spaan tot op de dag van vandaag nog altijd de laatste Nederlander is die de TT heeft weten te winnen. Er zal Collin Veijer veel aan gelegen zijn de inmiddels gepensioneerde Castricummer uit de boeken te rijden, maar voorlopig stamt het laatste grote volksfeest op de hei alweer uit hetzelfde jaar dat het IJzeren Gordijn viel. De kopgroep bestaat aanvankelijk uit Stefan Prein, Alex Crivillé, Jorge Martínez en Ezio Gianola, maar in de derde ronde vindt Hans Spaan (al snelste in de training) de aansluiting en pakt vrij snel de leiding over. In Mandeveen duikt de Samson Honda even het gras in, waarna Spaan besluit Crivillé een aantal ronden te bestuderen. Drie ronden voor het einde gaat Gianola onderuit en ontwikkelt zich een titanengevecht tussen Spaan en Crivillé die heel Nederland naar het puntje van z’n stoel brengt. Spaan weet in de laatste ronde dat hij bij de Stekkenwal kan toeslaan en doet dat ook. Hans Spaan wint de TT en gaat letterlijk op de schouders.

TT Assen 1989 Hans Spaan en Alex Criville

1987: Eindelijk Streuer/Schnieders

De hoogtijdagen van Egbert Streuer en Bernard Schnieders liggen in de jaren ‘84, ‘85 en 1986, toen de bebaarde coureur en z’n charmante bakkenist uitgroeiden tot mondiale toppers (drie wereldtitels op rij) en nationale bekendheden. Het duo rijgt de ene overwinning (en titel) aan de andere in de machtige Barclay/Lucky Strike LCR-combinaties. Op één wedstrijd na: Assen. Daar wil het maar niet lukken, tot grote frustratie van het publiek en het duo zelf.

TT Assen Streuer Egbert Schnieders Bernard

In ‘84 moeten ze in tricky omstandigheden op safe spelen om de titel zo goed als veilig te stellen, in ‘85 liggen ze 40 seconden voor op het tweede span als de remmen het begeven, en in ‘86 start Streuer van pole maar weigert de ontsteking dienst. In 1987 is het winnen van de TT belangrijker dan de wereldtitel. Op een kletsnatte baan staat er geen maat op Streuer en Schnieders, die de latere wereldkampioenen Webster/Hewitt op 24 seconden weten te rijden. Voor volgepakte tribunes, want ondanks het hondenweer wil niemand die langverwachte zege op Assen missen. Uitzinnige fans stormen na afloop met gevaar voor eigen leven de baan op. Niemand die het wat kan schelen. De buit is eindelijk binnen.

1983: Uncini, de verschrikkelijke

Het ziet er allemaal prima uit, die laatste zaterdag van juni in 1983. De zon schijnt zowaar eens voluit in Assen, de 500cc-wedstrijd is zojuist van start gegaan. Onder de coureurs natuurlijk ook Franco Uncini, de regerend wereldkampioen die een jaar eerder op Assen nog overtuigend wist te winnen op de Gallina Suzuki. In 1983 is de vorm echter minder en na een serie matige vijfde en zesde plaatsen lijkt Assen de uitgelezen plek om de titelaspiraties weer nieuw leven in te blazen. In de tweede ronde trekt Uncini z’n Suzuki echter onderuit in Bedeldijk. Op zichzelf een onschuldige crash … alleen liggen rijder en motor op de baan.

TT Assen 1983 Uncini

Uncini zoekt ‘head first’ een veilig heenkomen in het gras maar wordt dan vol op het hoofd geraakt door rookie Wayne Gardner, die als enige kiest om links om de valpartij heen te rijden. De crash is te afschuwelijk om aan te zien, maar bereikt door de livebeelden toch miljoenen huiskamers. Daar zien ze een helmloze Uncini eerst rondtollen en vervolgens bewusteloos achterblijven op het asfalt. Uncini wordt met spoed naar het ziekenhuis gebracht in Groningen, waar hij meer dan een week in coma wordt gehouden. Voor Gardner is de shock groot. De jonge Australiër maakte op Assen z’n debuut in de 500cc-klasse en zou later ook toegeven dat hij gestopt zou zijn met racen als Uncini het ongeluk niet had overleefd.

Dat gebeurt niet, sterker nog, Uncini ontwaakt uit z’n coma zonder noemenswaardig letsel en zit na een redelijk vlotte revalidatie al in 1983 weer op de motor. Toch zou de Italiaan nooit meer z’n niveau halen van voor het ongeval. Uncini stopt na 1985, Gardner wordt twee jaar later de eerste Australische wereldkampioen 500cc.

2015: Rossi vs. Márquez, begin van een vete

In 2015 waren het Márquez en Rossi die de krantenkoppen bepaalden. Márquez was net voor de tweede keer wereldkampioen geworden en Rossi was (toen nog) geenszins van plan om de jonge Spanjaard nog langer aan z’n stoelpoten te laten zagen. Tot Assen 2015 konden Rossi en Márquez aardig met elkaar opschieten. Daar ging verandering in komen.

TT Assen 2015 Rossi Marquez

Rossi wist dat de overwinningen niet meer vanzelf zouden komen en moest tot het gaatje, wat hij in 2015 op zijn favoriete Assen met verve deed. Márquez leek na een rondenlang duel verslagen, maar knokte zich in de laatste ronde terug tot aan het achterwiel van de Italiaan om bij het aanremmen van de GT z’n Honda brutaal binnendoor te prikken. Rossi koos na kortstondig contact met z’n opponent eieren voor z’n geld en croste volgas door de mooie vlakke grindbak als eerste over de finish, met een gefrustreerde Márquez op een seconde achterstand.

Márquez was niet gediend van deze creatieve afsnijmethode en het grote moddergooien was begonnen. 2015 zou uitlopen op een van de spectaculairste – maar op sportief vlak ook een van de meest teleurstellende – seizoenen uit de GP-historie … waarbij twee honden vochten om een been en de derde genaamd Lorenzo er in de laatste wedstrijd mee heen ging. Rossi zou daarna nooit meer een serieuze kans maken op de titel.

1992: Crivillé wint

De 500cc-race op Assen in 1992 was een van de wonderlijkste uit z’n tijd en betekende bovendien een keerpunt voor Europese coureurs met winstaspiraties in de 500cc. Tot dit moment was het al jaren (of beter: decennia) een Amerikaans/Australisch feestje. Daar leek het in Assen ook op uit te draaien. Doohan is dat jaar dominant op z’n BigBang NSR500 en is van plan op zijn gehate ‘fietspad’ eveneens te domineren. Daar kan na de eerste kwalificatie een streep door. Een harde highsider in de Strubben bezorgt de Australiër een gecompliceerde dubbele beenbreuk (en een bijna-amputatie door overijverige Nederlandse artsen). Uiteindelijk kost deze crash hem zelfs de titel.

TT Assen 1992 Criville and Kocinski

Voor Rainey gaat het niet heel veel beter. Ook hij valt hard, blesseert zijn pols en enkel, en krijgt van z’n teambaas Kenny Roberts een startverbod. Dat maakt de weg vrij voor Schwantz en de naar Cagiva overgestapte Eddie Lawson. Lawson lijkt na de training het beste tempo te hebben, maar heeft moeite z’n Cagiva voorbij de snellere Suzuki van Schwantz te werken. Na zeven ronden is z’n geduld op, maar eindigt een geforceerde inhaalpoging voor de Haarbocht uiteindelijk in tranen.

Beide Amerikanen schuiven het decor in, Lawson kukelt een greppel in en ziet de eerste Cagiva-overwinning in rook opgaan (die zou later volgen in Hongarije) en Schwantz vertrekt met een gebroken arm – en een van pijn vertrokken gezicht – op een brancard richting dokter Costa. Plots strijden Alex Barros (Cagiva), eeuwige belofte John Kocinski (Yamaha), Juan Carriga (Yamaha) en rookie Alex Crivillé om het eremetaal.

Terwijl Carriga vlak voor het einde afhaakt, Barros z’n traditionele fout maakt in de slotfase en Kocinski de druk niet lijkt aan te kunnen, slaat Crivillé een klein gat naar de achtervolgers. De Spanjaard, in ‘89 nog met Spaan in gevecht om de 125cc-winst en in de jaren daarna allesbehalve een hoogvlieger in het WK 250cc, voelt zich bijzonder goed thuis op de ‘vriendelijke’ BigBang NSR en rijdt de Campsa Honda naar de overwinning … en tegelijkertijd zichzelf de geschiedenisboeken in. Hij is de eerste Spanjaard die een 500cc-wedstrijd wint, en plant daarmee een zaadje in zeer vruchtbare Spaanse grond.

1990: Mamola draait door

Randy Mamola behoort in de jaren 80 tot de absolute wereldtop in de 500cc, met onder andere vicewereldtitels in ’81, ’84 en ’87; in een periode waar ook Roberts, Lawson en later Schwantz, Rainey en Gardner strijden om de eer en glorie. Niet de minsten. Op één vlak onderscheidt de Californiër zich echter van z’n vaak zo gefocuste land- en generatiegenoten: z’n grappen en grollen. Dat maakt Mamola, los van z’n spectaculaire rijstijl, tot dé absolute publiekslieveling.

TT Assen Mamola

Teammanager Kenny Roberts is iets minder gecharmeerd van Randy’s losse benadering en geeft hem aan het eind van seizoen 1987 z’n congé, dit omdat z’n nummer 1-rijder niet op is komen dagen voor sponsorverplichtingen in Azië. Mamola kan zo laat in het seizoen (bijna) geen kant meer op en stapt over naar het kleine en ambitieuze Cagiva. Mamola weet dat strijden om de titel er vanaf dat moment niet meer in zit, pakt nog wel Cagiva’s eerste podium op Spa in ’88 maar zakt daarna steeds verder weg in het middenveld.

Populair blijft de Amerikaan wel tot op het einde, zelfs (of juist?) na z’n mislukte wheelie in de opwarmronde van de TT in 1990 bij het publiek dat hij even eerder nog getrakteerd had op een heuse klompendans. Z’n collega-coureurs zijn minder geamuseerd, zij zien de start uitgesteld en ook bij Cagiva weten ze nu zeker dat dit Randy’s laatste seizoen zal zijn in Italiaanse dienst.

Tekst Randy van der Wal • Fotografie Gold & Goose, Guus van Goethem, Archief A. Herl

Deel

Gerelateerde artikels