Nee, klopt, een tijdje geleden namen we je ook al mee naar deze regio. Toen startten we de route aan de citadel van Dinant, dit keer duiken we nog een hele toef zuidelijker en trappen we af in Oignies-en-Thiérache, op een boogscheut van Couvin.
We verlaten het dorp over een pokdalig asfaltreepje van dik anderhalve motor breed, dat omzoomd wordt door bos en ons door het gehucht Regnièssart richting Couvin loodst. Het soort wegjes dat we vandaag vaker voor de wielen zullen krijgen, in verschillende gradaties van, eh, afwerking, maar met één constante: een niet-aflatende oase van groen en rust aan beide zijden van het wegdek. Afgezien van één uitzondering iets verderop niet het soort baantjes waarop je een toptijd hoopt te klokken, ook al blijft tegenliggend verkeer doorgaans beperkt tot een verdwaalde ree.
Zeilend op koppel duiken we over Gonrieux en Presgaux richting de zuidelijk uitstulping van deze regio, waar de wegen in alle geborgenheid schermen met de Franse grens. Een eigenschap die ook een Oostenrijkse Duitser met annexatiedrang niet geheel was ontgaan, waardoor we in Brûly-de-Pesche alvast een eerste keer halthouden voor een snuifje geschiedenis.
De stoffigheid spoelen we enkele kilometers verderop al weg met een koffietje in het Espace Chimay, op een steenworp van de Abdij van Scourmont. Voor we onze weg voortzetten, slaan we nog even een voorraadje kaas en trappist in voor na de rit. We sturen onze Rallye even door het pittoreske stadscentrum van Chimay en tikken wat curbs aan op het illustere stratencircuit, voor we de voorsteven over de N589 naar Cerfontaine richten.
Vanuit het dorp kiezen we voor een westelijke exit. Wat volgt is een kilometerslange opeenvolging van bochten en hoogtemeters, waarbij je haast ononderbroken over de oevers van de Lacs d’Eau d’Heure laveert. Heerlijk toeven, hier. Na de lus is ‘t tijd om de cartografische ‘afdaling’ in te zetten, die ons door bos en wei over Culot-du-Bois, Boussu-en-Fagne en Petigny opnieuw richting Oignies stuurt.
Download de route
Hitlers bunker in Brûly-de-Pesche: Plompverloren in de Naamse bossen, op een steenworp van de Franse grens, ligt een voormalig hoofdkwartier van Adolf Hitler zelve. Het werd opgericht om de inval in Frankrijk in juni 1940 in alle comfort te dirigeren. Op de zogenaamde ‘Wolfsschlucht’-site kan je nog steeds de op maat gemaakte bunker bezoeken, evenals de twee chalets in Beierse stijl waar Hitler zich gedurende 22 dagen verschanste.
Les lacs de l’Eau d’Heure: Een heerlijk groepje artificiële stuwmeren (vijf stuks, 70 km gezamenlijke oeverlengte), die de moeite waard zijn voor alle watergerelateerde activiteiten en bijbehorende terrasjes; maar natuurlijk ook en vooral voor de heerlijk eromheen kronkelende asfaltrepen. Een prachtige omgeving om eens een actiebeeldje van je motorrijdende maten te schieten. Onthoud wel dat de lokale politie er vaker wel dan niet hetzelfde idee heeft…
Abdij van Scourmont: Een bezoek aan de Abdij van Scourmont is op z’n minst de korte omweg waard. De naam van die cisterciënzerabdij zegt je misschien niet veel, maar de nabijheid van Chimay doet vermoedelijk wel een belletje rinkelen. Dat er binnen de abdijmuren raszuivere trappist wordt gebrouwen kan op de nodige aandacht rekenen, maar een bezoek aan de brouwzaal is niet mogelijk. Geen nood echter, want in het nabijgelegen Espace Chimay kan je op interactieve wijze kennismaken met het complete brouwproces. Nadien kan je ook proeven van de brouwsels en kazen, of een maaltijd nuttigen. Aanrader!
Stratencircuit van Chimay: Wat ooit een ultrasnel stratencircuit was dat kon wedijveren met het oude Spa-Francorchamps qua snelheid en uitdagingsgraad, is nu een korte ‘stop & go’-omloop met vier chicanes die enkele keren per jaar wordt afgesloten voor onder meer classic races. Wat niet belet om de hele baan op een doordeweekse dag af te haspelen. De geschiedenis, adrenaline en illegale tellerwaarden denk je er maar bij – of zak op de gepaste tijdstippen af naar zuidelijk Henegouwen als toeschouwer.
Tekst en route Jelle Verstaen Fotografie Peter Naessens