Rust zacht, Giancarlo Morbidelli.

Het is weinigen gegeven om zo knap een cirkel rond te maken als Giancarlo Morbidelli: geboren op 18 oktober 1934 in Pesaro als oudste zoon van een boerenfamilie, om 85 jaar later op exact dezelfde plaats heen te gaan als een ware grootheid in de motorracerij. De man die een generatie racepiloten van zelfgebouwde bolides voorzag en vier van hen richting wereldtitels loodste tussen 1975 en 1977. Gisteren, op maandag 10 februari, was het op. Arrivederci, Giancarlo!

Passie gevolgd
Na z’n technische opleiding op de middelbare school, werkt de jonge Morbidelli even in een fabriek alvorens hij z’n eigen bedrijf start, dat speciale machines voor houtbewerking produceert. Een zet die ‘m geen windeieren legt: dankzij z’n technische vernuft en intuïtie weet hij de fabriek uit te bouwen tot een van de grootste in de sector en op enkele jaren tijd heeft hij meer dan 300 werknemers in dienst. Toch blijft motorrijden z’n grote passie, waardoor Giancarlo besluit om het roer drastisch om te gooien. Eind de jaren zestig besluit hij om zich vol op het ontwerpen en bouwen van racemotoren te storten – ook hier met overdonderend succes. Morbidelli produceert racemotoren van 50cc tot 500cc, maar zal vermoedelijk altijd herinnerd worden omwille van zijn 125cc’tjes, de droom van elke racer, op dat moment. Gedurende de jaren 70 zou Morbidelli talloze overwinningen op z’n naam schrijven, inclusief vier wereldtitels tussen 1975 en 1977 door Paolo Pileri en Pier Paolo Bianchi (125cc), én Mario Lega (250cc).

Museo Morbidelli
Bij het begin van de jaren negentig verkoopt Giancarlo z’n bloeiende bedrijf en stort hij zich opnieuw op z’n grote liefde: het eigenhandig bouwen van motoren. Hij begint met het ontwerpen en assembleren van kleine, maar legendarische reeks 850cc V8-motoren, die zo in het illustere reeksje V8’s uit de motorgeschiedenis past – denk aan Moto Guzzi’s V8 500 GP-racer uit de jaren 50, of zelfs Honda’s V4 NR500/750. (Die laatste had dan wel vier grote ovalen zuigers, maar met 32 kleppen, acht drijfstangen en in paren gelinkte ontbrandingskamers is hij qua opbouw in wezen een V8. Maar goed, da’s een ander verhaal.)
In 1999 opent Giancarlo, die als sinds jonge leeftijd oude motoren had verzameld, een museum in z’n geboortedorp Pesaro, dat met z’n oppervlakte van ongeveer 3.000 vierkante meter en een permanente collectie van ongeveer 350 motorfietsen als een van de meest toonaangevende collecties in de wereld wordt beschouwd. Althans, tot vorig jaar: helaas heeft de familie vorig jaar besloten het museum te sluiten en de hele collectie – exclusief de racemotoren, die gingen naar zoon Gianni – te veilen via veilingshuis Bonhams.

Het ga je goed, Giancarlo!

 class=
Vorig jaar, net voor de sluiting nog even op bezoek in het Museo Morbidelli:
onze eigen Droes en signore Morbidelli.

Deel

Gerelateerde artikels

Honda NT1100

Kort getest: Honda NT1100 DCT

Honda mag je ondertussen zo ongeveer de koning van de nichemarkten noemen. Toen alle Japanse merken de cruisers uit hun aanbod schrapten, bleef Big Red