Mooiste van de straat: Suzuki RKR 250 W

Suzuki RKR 250 W

Wat doe je als je een voorliefde voor tweetakten hebt en graag ook af en toe lekker scherp wilt rondsturen op het circuit? Dan bouw je natuurlijk een eigen racer. Tenminste, wel als je Rob Kiewiet heet. Maak kennis met zijn Suzuki RKR 250 W.

“Kijk, deze had ik nog gevonden.” Met een sierlijke worp belandt een heuse klassieker op de keukentafel, een KicXstart uit het jaar 1998. Het blad wordt met veel precisie opengeslagen en toont een artikel over jonge talenten uit de Hollandse kweekvijver van weleer, de Yamaha TZR125 Junior Cup. “Mooie openingsfoto van de groep, maar ik snap niet helemaal hoe het komt dat ik er niet op sta. Ik was dat raceweekend wel aanwezig, daarachter zie je namelijk ons busje staan. Maar goed, hier is het dus allemaal mee begonnen”, legt de 41-jarige Rob Kiewiet uit.

“Die cup was een mooi initiatief van Henk de Vries en Hennie Lentink om Nederlandse talenten een kans te geven op jonge leeftijd. Als vijftienjarig jochie deed ik mee in die klasse en vond het echt een geweldige tijd. Plus, het was een mooie, laagdrempelige start voor veel coureurs. Een aantal van die jongens groeide door en kende zelfs een internationale carrière. Prachtig, toch?”

Suzuki RKR 250 W

Voor de jonge Rob is het eveneens een perfecte manier om in de voetsporen van zijn vader Wim (voormalig Nederlands Kampioen 50cc bij de NMB) te treden als de volgende coureur van de familie Kiewiet. Anderhalf jaar lang rijdt hij op de TZR125, waarna een volgende stap volgt. In het competitieve ONK 125cc staat hij zijn mannetje met een Honda RS125, een echte volbloedracer.

Rond het millennium ontwikkelt Rob daardoor een passie voor tweetakten, die ruim twintig jaar later nog altijd standhoudt. De liefde voor dit type motoren is zelfs gegroeid bij de ex-coureur uit Dussen en sinds enkele jaren houdt hij zich dan ook bezig met onderhoud en verkoop van tweetakten. “De tweetakt is nog altijd populair bij liefhebbers, maar wordt steeds zeldzamer. En zo ook de mensen die nog weten hoe je hieraan moet sleutelen. Dan komt mijn kennis en ervaring wel van pas.”

Een zware voetblessure zal de opwaartse lijn in zijn racecarrière ruw verstoren, maar ondanks deze tegenslag blijft hij actief op het circuit. “In eerste instantie om zelf mijn afscheid te bepalen na een lange revalidatie, daarna puur voor het plezier in de OW Cup.” Hoewel hij veel lol aan de OW Cup-races beleeft, stopt Rob in 2017 nadat zijn kompaan even daarvoor al besluit om niet meer deel te nemen.

Suzuki RKR 250 W

“Ik ben nog wel even in mijn eentje doorgegaan, maar dan mis je toch de gezelligheid. Daarnaast vond ik het ook niet zo verantwoord, mocht er iets gebeuren. Bij pech moet je dan van alles gaan regelen met andere deelnemers. Dat doen ze met liefde, maar ik vind dat vervelend. Ik heb het liever zelf goed geregeld dan dat ik bij anderen om hulp moet gaan vragen.”

Een volledig afscheid van het geliefde circuit ligt echter nog niet in het verschiet na het verlaten van de OW Cup. Een meer dan gezellige verjaardag stuurt Rob namelijk een andere richting op. “Bij een gezamenlijke vriend kwam ik Phil Ruitenberg (tweevoudig kampioen Expi-klasse bij de brommerraces, red.) tegen. Ik kende hem wel van naam, maar had ‘m nooit ontmoet. We bleken een goede klik te hebben en voordat ik het wist, hadden we het plan om jaarlijks samen wat circuitdagen mee te pikken … op tweetakten.”

Suzuki RKR 250 W

En dus gaat Rob Kiewiet op zoek naar een geschikte motor en al snel wordt de blik gericht op de Suzuki RGV250. “Phil had er al eentje en toevallig kwam ik in de handel een mooi exemplaar uit 1991 tegen. Niet duur en bleek onderhuids echt nog in een geweldige staat te zijn. Ik had ‘m uiteraard ook als straatmodel in kunnen zetten, maar dan wil ik zo’n ding toch net even wat unieker maken. Meer als een echte racer.”

En dus start de Brabander een zoektocht om de nodige onderdelen voor zijn nieuwe project te vinden. Dat blijkt nog niet zo eenvoudig te zijn. “Gelukkig hebben ze vroeger in Engeland vrij veel geracet met de RGV250 en wist ik hier en daar wat spullen op de kop te tikken.” Eigenhandig verbouwt hij beetje bij beetje de straatversie naar een racer. “Dat heeft me wel de nodige avondjes gekost”, geeft hij met een grote glimlach aan.

“Doordat ik geen genoegen nam met enkel een ander uitlaatje ben ik wel even bezig geweest. Zo heb ik de voorzijde volledig vervangen. Daar zit nu bijvoorbeeld een voorvork in van een Suzuki GSX-R600, met aangepast binnenwerk. Datzelfde geldt voor de rempartij. Nu beschik ik over Brembo radiale HPK monoblocs met 310 mm schijven. Dat is wel heel wat anders dan origineel.”

Suzuki RKR 250 W

Om het straatmodel om te toveren tot een racer is er uiteraard nog wel wat meer uniek spul op de 91’er RGV250 van Kiewiet te vinden. Wat te denken van een zelfgemaakte CNC-gefreesde kroonplaat, Hyperpro monoshock, quickshifter van een Aprilia RSV4, AIM Mychron laptimer, uitlaat en kuipset van tweetaktspecialist Tyga. Het is slechts het deel van de lange lijst aan speciale onderdelen die met het blote oog te zien is, want ook op intern vlak ging de Brabantse ex-coureur niet over één nacht ijs.

De 90° V-twin van de Suzuki is voorzien van gemodificeerde zuigers, cilinders en cilinderkoppen, terwijl de standaard versnellingsbak plaats moest maken voor een close-ratio exemplaar van Micozzi. Ook is de ontsteking van de RGV volledig te programmeren dankzij Zeeltronic en als kers op de taart installeerde Rob een droge koppeling van een RGV250SP op zijn racer. Het resultaat is een vlijmscherpe tweetakt die goed is voor 70 pk aan het achterwiel. “Eigenlijk is enkel het frame en de achterbrug nog origineel. De rest is allemaal anders ten opzichte van een standaard exemplaar.”

Suzuki RKR 250 W

Na flink wat uren sleutelen is Rob Kiewiet uiteraard enorm blij met het eindresultaat, al besluit hij om het kuipwerk nog niet direct te spuiten. “Mijn motoren staan er altijd spic en span bij, maar ik wilde eerst even de circuitdoop afwachten. Daarom stond ‘ie nog in de grondlak en achteraf ben ik enorm blij geweest met die keuze.” Samen met maat Phil boekt hij zijn eerste circuitdag voor de racy RGV250, op het Belgische Zolder.

“Je raadt het waarschijnlijk al. Chicane voor de Sacramentsheuvel, ik rem aan en voor ik het weet lig ik gestrekt in de grindbak. Zoals altijd dook ik de bocht vol in met de rem erop, maar helaas waren onze berekening op het gebied van de vering niet helemaal accuraat. We dachten aardig in de richting te zitten, maar dat bleek dus niet zo te zijn.”

Suzuki RKR 250 W

“Aan de voorkant stond ‘ie veel te slap en de buitenpoten zaten daardoor gelijk onderin. Klein hobbeltje in het asfalt en weg was ‘ie. Uitlaat kapot, schakelpookje weg. Op de paddock ben ik flink met de waterpomptang aan de slag gegaan om ‘m alsnog op de baan te kunnen krijgen voor de overige sessies. Dat lukte uiteindelijk, maar helaas had ik geen andere veren bij me. Even lekker knallen was niet meer mogelijk en dus heb ik de motor op een rustig tempo leren kennen.”

Tijdens een volgende circuitdag merkt Kiewiet gelijk dat zijn Suzuki RGV250 precies goed afgesteld staat, uiteraard nu met stevigere veren in de vorkpoten. “Vanaf dat moment heb ik ook niet meer aan de vering hoeven te draaien. Staat perfect nu.” En ditmaal is de Suzuki ook gezegend met een gespoten kuip en het nodige stickerwerk. Opvallend daarbij is het nieuwe logo op de zijkuip.

Suzuki RKR 250 W

“Ik wilde de racer een eigen persoonlijke touch geven en heb ‘m dus omgedoopt tot RKR 250 W. Hetzelfde lettertype als het origineel, maar dan met een andere lettercombinatie. Het is een geintje, want RKR staat voor Rob Kiewiet Replica. Het leek me namelijk wel grappig om een eigen replica op mijn naam te hebben. Verder is de W een verwijzing naar mijn pa, die Wim heet. Ook hij knutselt nog altijd graag aan motoren. Vind ik erg mooi om te zien.”

Hoewel hij niet meer maandelijks naar een circuit afreist, vindt Rob het wel fijn om altijd een circuitmotor in de garage te hebben staan. En al helemaal als het een tweetakt is, zoals zijn eigen Suzuki RKR 250 W. “Het is nu echt een uitje, als ik samen met Phil op pad ga. Allebei met een RGV250 de baan op en dan lekker een beetje sturen. Het enige probleem is alleen dat ik heel racy word als ik op zo’n ding stap. Datzelfde geldt voor Phil, dus uiteindelijk zitten we toch altijd een beetje met elkaar te stoeien. Uiteraard wel met de nodige marges, want als het te druk op de baan is, dan doen we het rustiger aan.”

Suzuki RKR 250 W

Doordat Phil en Rob samen met hun tweetakten onder een paddocktent staan, is er altijd veel bekijks voor hun RGV’s. “Ze worden uiteraard steeds zeldzamer. Je ziet een tweetakt nog maar sporadisch voorbijkomen, dus dat maakt andere motorrijders automatisch nieuwsgierig als we met die Suzuki’s op een circuit aanwezig zijn.”

Naast de Nineties Superbike Day van KicXstart stond er dit jaar er nog een tweede circuituitje op het programma voor tweetaktliefhebber Kiewiet; het heilige asfalt van het TT Circuit, waarbij Assen zomaar eens behoorlijk blauw kan komen te staan. Niet alleen te danken aan de RGV’s van Rob en maatje Phil, maar aan een volledig armada van tweetakten. Deze specifieke circuitdag staat namelijk in het teken van dit soort motoren.

“Dat kan een best speciale dag worden, schat ik zo in. Ik rijd ook veel op viertakten, maar toch blijft het bijzonder om mijn been over het zadel van een tweetakt te gooien. De rijders die aanwezig zijn op die circuitdag zullen dat allemaal kunnen beamen. Het is een totaal andere beleving. Het snerpende geluid, de heerlijke geur en uiteraard het karakter van zo’n blok. Het is een kunst om echt gang te houden met een tweetakt. Je moet heel nauwkeurig rijden, want doe je dat niet, dan is het tempo ver te zoeken. Al die verschillende facetten maakt het rijden met een tweetakt zo mooi.”

Suzuki RKR 250 W

Hoewel Rob Kiewiet zeker niet op zoek is, te danken aan zijn eigen RKR 250 W, valt er altijd nog wel wat te dromen als het om tweetaktmotoren gaat. “Er is voor mij eigenlijk slechts één overtreffende trap”, geeft de 41-jarige Dussenaar aan. “Dat zou een productieracer zijn. Bijvoorbeeld een Yamaha TZ250 van het laatste type, de 5KE. Of een Honda RS250. Dat is natuurlijk het echte spul, dat doet alles beter dan mijn RGV. Alleen zit je dan ook naar een heel ander prijskaartje te kijken. En om eerlijk te zijn, dat zijn geen machines die je even inzet voor slechts een paar circuitdagen per jaar.”

“Tuurlijk, het is altijd leuk om een nog snellere fiets te hebben, maar het draait vooral om plezier. Daarnaast zou het verschil met de RGV van Phil veel te groot worden en kunnen we eigenlijk niet meer samen genieten van het circuitrijden op een tweetakt. Nee, laat ons voorlopig maar gewoon lekker rondrijden op onze RGV’tjes.”


Tekst en fotografie Jarno van Osch/Shot Up Productions

Deel

Gerelateerde artikels