Veel motorrijders hebben een zwak voor een bepaald type motor, zo ook Alex Talmon. Wil je de amicale Zuid-Hollander van oor tot oor zien stralen, dan hoef je slechts één specifiek onderwerp aan te snijden: het verhaal over zijn eigen Streetfighter 1098S Superleggera.
“Het maakte me eigenlijk niet veel uit of het nu een BMX-fiets, mountainbike of een scooter was. Altijd maar wheelies maken, dat vond ik mooi. Er is zelfs een moment geweest dat ik op mijn Yamaha Aerox een wheeliebar heb gelast.” Het was voor de nu 35-jarige Alex Talmon dan ook een uitgemaakte zaak dat hij op z’n achttiende aan de slag zou gaan om het motorrijbewijs te bemachtigen.
“Mijn vader was een paar jaar daarvoor gaan motorrijden en heeft als monteur gewerkt. Zodoende stond er weleens een opknapper in de garage. Vlak voordat ik 18 werd, was hij net klaar met een Kawasaki KLE500. Daar mocht ik van hem dan weleens stiekem op rijden. In de avond, even een paar rondjes op het industrieterrein.” Door de ruime ervaring die Talmon al op twee wielen had, duurde het niet lang of het rijbewijs voor de motor zat in de tas. “Mijn instructeur vertelde dat hij nog nooit iemand zo snel aan het motorrijbewijs had kunnen helpen.”
Hoewel Talmons hart tegenwoordig vooral sneller klopt van Italiaanse twins, begon de Zuid-Hollander op een Japanse vierpitter. “Als jonge motorrijder zat ik vast aan die 25 kW-regeling en ben daarom op een geknepen Honda CBR600F2 begonnen. Dat schoot natuurlijk niet op, dus ik had al wel wat gaatjes in de inlaatrubbers geboord. Uiteindelijk duurde die verplichte twee jaar mij ook iets te lang, dus de laatste paar maanden reed ik zonder restrictie rond. Laten we zeggen om het verschil wat minder groot te laten zijn met de motor die ik daarna op het oog had.”
Als Talmon op papier ook daadwerkelijk vol vermogen mag rijden, wordt Honda’s gewilde supersport al snel omgeruild voor diens grote broer, en wel een CBR954RR Fireblade. “Terwijl vrienden van mij al feestend op vakantie waren, had ik de hele zomer doorgewerkt om die motor te kunnen kopen”, legt hij uit. “En ik werd gelukkig niet teleurgesteld door de Fireblade. Wat een feest was het om op die motor rond te rijden.”
Een duidelijke rode draad in het motorleven van Talmon zijn de sportieve genen die zijn tweewielers behoren te hebben. Ook zijn derde motorfiets beschikt daar ruim over. “Door de Aprilia Tuono is mijn liefde voor dikke tweecilinders ontstaan. Helaas bleek deze Italiaan echter niet de beste optie te zijn voor woon-werkverkeer. De elektronica had te veel last van regen, waardoor ik uitweek naar een knaloranje Kawasaki Z1000.” De Japanse supernaked blijkt geen klap verkeerd te slaan in de 3,5 jaar dat Alex Talmon deze fiets in bezit heeft.
“Doordat ik mijn motor niet meer voor woon-werkverkeer nodig had, ben ik weer eens gaan rondkijken. Door de ervaring met de Tuono ging ik allereerst weer op zoek naar een Italiaanse twin.” Na een korte zoektocht komt hij uit bij een Aprilia RSV Mille, stamvader van de naakte Tuono die hij eerder al reed. “Na drie jaar volgde er een upgrade. De Mille werd een RSV1000R, een motor die ik al goed kende. Hij was namelijk van mijn pa geweest. Die R was toch wel weer een stuk krachtiger en stuurde ontzettend strak. Nadeel was alleen dat de zitpositie ook een stukje extremer was, vooral de kniehoek. Ik ben niet heel klein, dus dat werd uiteindelijk toch een dingetje. Zodoende kwam ik weer uit bij een volgende supernaked.”
Op dat moment blijken er twee beoogde motoren in het hoofd van de sportieve motorrijder uit Bergambacht te zitten. Het zal niet verbazen dat het om een duo aan Italiaanse raspaarden gaat. “De Tuono 1100 Factory stond op die shortlist, maar bleek toch net te duur. Dan had ik wat langer door moeten sparen. Uiteindelijk ben ik een proefrit gaan maken op de Ducati Streetfighter 848. Die vond ik te braaf, maar qua looks en het stuurkarakter kon ‘ie mij wel bekoren.”
Vrij snel na deze eerste beproeving met een Bolognese naakteling laat Talmon zich verleiden door de exclusieve Streetfighter 1098S Titanium. “Die vind je niet veel in Nederland”, meent Talmon. “Op het moment dat ik bij de vorige eigenaar ging kijken, was ik gelijk verkocht. Die kleurstelling is echt uniek en ik houd er wel van als je iets rijdt wat anderen niet zo snel zouden kiezen.”
De prille liefdesrelatie met de Streetfighter Titanium wordt helaas ruw verstoord door een bizar ongeval. Tijdens een fotoshoot van de volledig nieuwe V4-versie van het gelijknamige model gaat het mis voor Talmon. “Goedhart Motoren had een van de eerste demo’s van de Streetfighter V4 en die vonden het leuk om mij uit te nodigen. Op die manier kon ik een mooi vergelijk maken met mijn eigen motor en een paar leuke foto’s maken. Mijn vader was mee op mijn Titanium, terwijl ik op de V4 reed. Op de terugweg naar Goedhart tikte een Ford Transit busje ons via achteren aan. Dat was een serieuze klap, maar gelukkig hielden we er nauwelijks blessures aan over. Alleen de duim van mijn vader was uit de kom. Daar hadden we nog geluk mee. Helaas hadden beide motoren het wel een stukje zwaarder te verduren. Die lagen op elkaar en werden total loss verklaard.”
“Als dat ongeval niet was gebeurd, had ik waarschijnlijk nu nog met die Titanium rondgereden”, meent de creatief directeur van een communicatiebureau. “Ik ben dan eerst ook op jacht gegaan om weer eenzelfde uitvoering te vinden. In Nederland stond er helaas niets. Ik vond er wel eentje in Italië, maar we hadden te maken met restricties vanwege het coronavirus. Je mocht niet naar het buitenland, dus dat was ook een kansloze missie. Daarnaast wilde ik niet te lang wachten, want in die periode mocht je nauwelijks nog iets doen. Een van de weinige activiteiten die je wel mocht doen, was motorrijden. Maar ja, ik zat dus tijdelijk zonder motor.”
Doordat Alex Talmon zijn motorhobby ook actief online uitoefent, komt hij al snel op het spoor van zijn huidige Streetfighter 1098S. “Op Facebook bestaat er een Streetfighter community en die man had het verhaal gelezen over mijn bizarre ongeval. Hij was van plan om zijn motor te verkopen en hij gunde mij om als eerste te komen kijken. Was een mooi gebaar van hem. Normaliter zou ik niet voor de originele kleurstelling hebben gekozen, maar deze Streetfighter stond er echt perfect bij. Had nog maar 13.000 kilometer gelopen en er zaten ook nog eens heel veel originele Ducati Performance onderdelen op de motor. Dat werd dus een deal.”
Uiteraard is de Zuid-Hollander megablij met de aankoop van een tweede Streetfighter, maar toch ontbreekt er iets aan zijn nieuwe Duc. “De vorige eigenaar had al flink zijn best gedaan, met veel carbon. En dat zijn allemaal originele onderdelen van de fabriek, spullen die je nu nergens meer kunt krijgen. Ook zit er een volledig Termignoni uitlaatsysteem op. Lekkere sound en flink lichter dan origineel. Het was een prachtig startpunt, maar ik voelde dat er nog iets moest gebeuren. Als ik nu ergens mijn Streetfighter neerzette, viel ‘ie nauwelijks op. Dat was met die Titanium-uitvoering wel anders. Het kriebelde dus wel om deze ook een stukje unieker te maken.” Talmon begint na te denken wat hij precies wil en komt al snel tot de conclusie dat de aanpassing wel fabriekseigen moet ogen. “Alsof Ducati zelf deze uitvoering had kunnen bouwen. Dat was mijn missie bij de modificatie.”
De inspiratie voor zijn ontwerp doet hij op in de showroom van Ducati Zaltbommel. Te danken aan de ‘ontmoeting’ met de mega exclusieve 1199 Superleggera. “Gelijk zag ik het voor me. Net als mijn Streetfighter heeft die fiets ook bronzen wielen en veel carbon. Plus, die felle fluorkleur was echt super.” Doordat Alex zich in een creatieve wereld ophoudt, is hij direct aan de slag gegaan om een eigen ontwerp te maken.
“Heerlijk om daar mee bezig te zijn. Het heeft wel even geduurd, maar op de computer zag het er al heel strak uit.” Ondertussen verzamelt Talmon ook het nodige bodywork, zodat deze onderdelen in de nieuwe kleur gespoten kunnen worden. Eenmaal een complete set bij elkaar gesprokkeld, is het tijd om de transformatie in te zetten. Een karweitje dat nog niet zo gemakkelijk blijkt te zijn. “Een vriend van vroeger is schadehersteller geweest, dus die wilde me graag helpen met spuiten. Alleen hadden we een probleem; we kwamen niet aan de juiste verf.”
“Ik ben uiteindelijk drie maanden bezig geweest om te achterhalen welke verf we nu precies nodig hadden”, geeft de ijverige Ducatist aan. “Met meten kwamen we er niet achter en ik heb er echt veel tijd in moeten steken om uiteindelijk de juiste kleur én leverancier te vinden. Wekelijks krijg ik via Instagram nu nog de vraag of ik de kleurcode wil delen, maar daar begin ik niet aan. Dat blijft geheim.” Ondanks het scoren van een potje gewilde verf blijkt al snel dat spuiter Richard niet zomaar de juiste kleur op de kuipdelen weet te krijgen. “Dat was nog een hele uitdaging, moet ik zeggen. Die verf is echt waterdun, waardoor hij ‘m niet echt dekkend kreeg. Uiteindelijk moesten we de onderdelen eerst in de primer zetten, vijf lagen van een specifiek witte kleur spuiten, om vervolgens aan de slag te gaan met die rode fluorkleur. Ook daar hebben we meerdere lagen voor moeten gebruiken, afgewerkt met een speciale uv-lak. Zo’n fluorkleur verkleurt normaal gesproken namelijk heel snel door zonlicht.”
Als eenmaal de spuitklus geklaard is, snelt Alex richting de garage van zijn vader. Een kale Ducati wordt daar met veel precisie getransformeerd tot de motor zoals hij er nu ook nog altijd bijstaat, als Streetfighter 1098S Superleggera.
“Elke keer als ik zo’n onderdeel in mijn hand had, vond ik het al prachtig. Het was echt bijzonder om dan voor het eerst een totaalplaatje te zien. Ik mag wel zeggen dat het erg goed gelukt is.” Die conclusie wordt al snel versterkt door een vergelijkend warenonderzoek. “Maarten van Ducati Zaltbommel belde me, ze hadden een 1199 Superleggera binnen staan. Dat was voor mij het moment om te kijken hoe ‘spot on’ we zaten met de kleur. Het was echt bizar. Je kon gewoon geen verschil ontdekken.”
Als een trotse pauw geniet Alex van het eindresultaat, maar ondanks de kersverse transformatie van zijn Streetfighter betekent dit allerminst dat hij risicoloos rond gaat rijden. “Veel mensen verklaarden me voor gek, want ik wilde graag het circuit op met mijn Streetfighter. Ze hadden natuurlijk ook wel een beetje gelijk, want ik had beter zo’n circuitdag kunnen boeken vóórdat ik die spuitklus had gedaan. Maar ja, soms moet je een beetje risico nemen. Ik was vooraf ook wel goed zenuwachtig, maar gelukkig is er niets gebeurd. En ja, ik vond het natuurlijk supergaaf om te doen. Dus daarna ben ik nog een keertje gegaan.”
Ook Talmon beseft dat er een moment gaat komen dat de Streetfighter uiteindelijk in de grindbak kan gaan belanden en neemt een wijs besluit. Hij koopt een Aprilia RSV Mille als budgetmotor om toekomstige circuitdagen mee te rijden. “Dat bleek precies op het juiste moment te zijn. Tijdens mijn eerste dag met de Mille ging het namelijk mis toen het wat begon te spetteren. Ik remde mezelf onderuit. De schade viel alleszins mee en ik kon daarna ook wel lachen om de situatie. Wat een geluk dat ik net op tijd had besloten om de Streetfighter niet meer voor circuitdagen in te zetten.”
Hoewel Alex op dit moment niets te klagen heeft, kriebelt het toch altijd wel om iets nieuws te kopen. Toch weet hij die drang vrij gemakkelijk te onderdrukken, te danken aan de Streetfighter. “Ik rijd nu toch al wel even motor, maar sinds mijn Titanium heb ik eigenlijk niet meer het gevoel dat ik naar een ander model wil overstappen. Ik heb op die nieuwe Streetfighter V4 gereden, maar dat is het voor mij niet. Ik houd van analoge motoren, waar niet allerlei elektronische systemen kunnen ingrijpen. Een motor die zonder filter alles aan je doorgeeft. Dat zorgt voor karakter en dat heb je in overvloed bij zo’n Streetfighter 1098S. Door drukte rijd ik momenteel wat minder vaak, maar elke keer ben ik weer enorm blij dat ik mijn been over het zadel van de Streetfighter kan zwaaien. Het is zeker geen perfecte motor, maar dat wil ik ook niet. Ik vind het wel fijn dat ik het ding moet temmen.”
Tekst en fotografie Jarno van Osch/Shot Up Productions