Kort getest: Royal Enfield Scram 411

Laat staan die baard en trek aan die zwarte boots en dat roodgeruite houthakkershemd, want hier is de Scram Four Eleven! Of heeft de nieuwe Royal Enfield meer te bieden dan wat stedelijke fun voor hippe urban jongens en meisjes?

Royal Enfield ziet zijn Scram 411 graag afgebeeld in de door vintage geïnspireerde scene: kampvuur op het strand, goed gevulde portemonnee en in de wind flapperende houthakkershemden. Ik ben dan ook een tikje verbaasd wanneer ik ‘m in levenden lijve ontmoet, want deze motor heeft duidelijk veel meer in zijn mars. Met zijn vrolijke kleurstellingen, robuuste uiterlijk, ongecompliceerde techniek, standaard Tripper-navigatie op basis van Google Maps en in de verte wat vroegere Yamaha MT-03-invloeden, lijkt de Scram 411 namelijk ook een pretentieloze woon-werker én een leuke uitwaaifiets. Enig smetje op het blazoen: een lelijk verkleurende uitlaatdemper.


De Scram heeft de vijf jaar geleden geïntroduceerde Himalayan als stamvader, in eerste instantie gebouwd voor locals en avonturiers die tussen juni en september bergtrips ondernemen in het gelijknamige gebergte … tot de Himalayan ook een plek begon op te eisen in het chaotische verkeersbeeld van Delhi. In recordtempo groeide de dappere bergbeklimmer uit tot pleziermotor en basis voor ombouwers in de urban scene, waardoor Royal Enfield pardoes de behoefte aan een Scram 411 in de schoot geworpen kreeg.

Terwijl ik tussen de velden laveer denk ik ineens terug aan die geestige eencilinder MT-03 en diens XT660-familie van zo’n vijftien jaar geleden. Die 48 pk (weliswaar uit 660cc) vonden we toen nogal pover … en nu moeten we ons in een ‘higher tech’ tijdperk blijkbaar zomaar tevreden stellen met 24,3 pk uit 411cc. Voldongen feit: het is wat het is.


Hoewel je geen moment het gevoel hebt dat je hard aan het rijden bent (ben je door de perfect gedoseerde versnellingen aan het schakelen, zie je nog maar 85 km/u op de klok staan…), voel je aan je theewater dat dit blokje zijn krachtsontwikkeling in de breedte levert. Het topkoppel bij 4.250 tpm spreekt daarbij boekdelen. De stille single laat zich het liefst relaxed rijden, zonder haast, gemoedelijk. Doe je dat, dan berust je al gauw in een geruststellende, zelfs vrolijk stemmende staat van aanvaarding.

Hoewel de Scram een stuk moderner is dan de klassiek Britse Bullet, herken je nog een wat zware koppeling en ‘tall ratio’ versnellingsbakverhoudingen, maar daarmee houdt alle overeenkomst wel op. De grootste eyeopener is wel de zeer verrassende, over de hele linie trillingvrije loop. De injectie overtreft elk donker verwachtingspatroon en ook op de snelweg zul je bij 120 km/u (pakweg 10 km/u onder topsnelheid, in zowel 5 als 4) helemaal in je nopjes zijn op de Scram 411. Urenlang desnoods, gezien de forse 15 liter inhoud en het ongetwijfeld bescheiden verbruik.


Het algehele comfort ligt in lijn met het smeuïge motorkarakter. Het zitje heeft een voortreffelijke vorm en padding, en bovendien voel je vanuit het zadel dat de geometrie zeer goed uitgekiend is – ook gezien de bijna offroad-achtige veerwegen van bijna twintig centimeter. Terwijl de achtervering onopvallend, comfortabel en probleemloos functioneert, is het wel een raadsel waarom het binnenwerk van de voorvork groen licht heeft gekregen. Zowel stilstaand als rijdend over slecht wegdek voelt de voorkant (en niet alleen op mijn testmotor) onverklaarbaar en irritant stug, wat het stuurplezier serieus overschaduwt.

Dat lijkt ook zijn weerslag te hebben op de algehele stabiliteit. Bij het ‘snellere’ stuurwerk wil de motor bij gas terug weleens instabiliteit vertonen, alsof het frame halverwege ‘zwikt’ omdat de voorvork geen respons biedt. Zonde, en reden genoeg om meteen het binnenwerk te herzien. En als je dan toch bezig bent, neem dan in één beweging de Bybre voorrem onder de loep; zelfs als je hard knijpt is de vertraging ondermaats, stalen remleidingen ten spijt. De achterrem presteert dan weer wél perfect, zowel qua vertraging als dosering.


Conclusie
De charme van de Royal Enfield Scram 411 zit ‘m vooral in de beleving zoals recreatief motorrijden ooit bedoeld was; zeker als stil, laagdrempelig protest tegen een almaar hectischer en complexer leven. Offroad-excursies hoef je daarbij niet te schuwen. Jammer dat de voorvork (en in mindere mate de voorrem) stokken in de wielen steken. Want waar je zulke budgettair ingegeven aspecten vroeger nog kon toedekken met een mantel der liefde, kun je met deze prijs niet meer van een koopje spreken.

Lees het volledige verslag in Motorrijder september 2022 en KicXstart augustus 2022

Plus- en minpunten
+ Zeer degelijke opbouw
+ Prima blok
+ Zitcomfort
– Voorvork onbegrijpelijk stug
– Voorrem is onderbemeten
– Zo goedkoop is dat toch niet?

Motor: 411cc, SOHC 2V, luchtgekoelde eenclinder
Boring x slag:  78 x 86 mm
Compressieverhouding:         9,5:1
Max. vermogen:         24,3 pk @ 6.500 tpm
Max. koppel: 32 Nm @ 4.250 tpm
Gewicht:         185 kilo (zonder benzine)
Zithoogte:       795 mm
Tankinhoud:   15 l.
Prijs België:     € 5.599,-
Prijs Nederland:         € 6.399,-

Tekst Joost Overzee • Fotografie Royal Enfield

Deel

Gerelateerde artikels

Honda NT1100

Kort getest: Honda NT1100 DCT

Honda mag je ondertussen zo ongeveer de koning van de nichemarkten noemen. Toen alle Japanse merken de cruisers uit hun aanbod schrapten, bleef Big Red