Met 180 kilometer louter fenomenale stuurwegen door de Sierra de las Nievas in het verschiet, weet je op voorhand dat je inwendige duivel uit zijn winterslaap getrokken zal worden. Ware het niet dat uitgerekend onze rijdag de beroerdste weersomstandigheden kent sinds mensenheugenis met vrieskou, storm, regen, hagel en, jawel, ‘nieva’. Welkom bij de 2024 Husqvarna Svart- en Vitpilen 401…
Tijdens de presentatie voorafgaand aan de ‘dynamische test’ verschijnt het getal ‘64.291’ prominent op een videoscherm en is enig sarcastisch journalistiek gegniffel niet van de lucht. Ja, in het Verre Oosten en landen met 125cc-voordelen zal Husqvarna in zes jaar tijd wel dit totale verkoopcijfer van de Vit & Svart 125/401/701-series kunnen rechtvaardigen, maar in ons functionele polderland heb ik er nooit eentje in levenden lijve aangetroffen.
Valt nog mee dat Husqvarna onderweg niet stiekem de stekker uit het Pilen-concept heeft getrokken, terwijl het beide modellen in den beginne niet aan aandacht ontbrak. Je kunt er een arm om verwedden dat de eencilinder Pilens kunstmatig in leven zijn gehouden met het oog op de intussen gelanceerde tweecilinder Svartpilen 801.
Tot aller blijdschap viert Husqvarna de entree van het nieuwe familielid met, aldus Husqvarna, een volledig op de schop genomen Wit- en Zwartpijl 401, net als voorheen geschikt voor het A2-rijbewijs. In grote lijnen is bij beide modellen iets ingeleverd op stuurnervositeit ten gunste van extra stabiliteit, de zithouding verlaagd, de ergonomie (van de Vitpilen) veraangenaamd. Verder geniet ‘ie van wat meer digi inbreng, dezelfde power en een wat minder radicale uitstraling met inmiddels ingeburgerd TFT-display.
Afijn, rijden met die hap. Op een handjevol kilometers na zal het wegdek nat blijven, maar dat ene bescheiden droge stukje geeft wel enig inzicht over het flitsende stuurkarakter. Zittend op de Svartpilen 401 lijken machine en rijder eventjes verlost van de knellende meteorologische dwangbuis en toont zelfs de genopte Pilen een genadeloos flitsende handelbaarheid.
Met een juichende, verloste rijder aan boord stuurt, zigzagt, knalt en ramt de Svartpilen door de bochtenspaghetti als tegenprestatie voor de wat verdachte instabiliteit rond het balhoofd bij het opdraaien van een doorgaande weg vanochtend. Alarmerend lijkt dit ‘dansen rond het balhoofd’ niet, eerder een indicatie van een hypergevoelige neus voor bochten. Maar de droge pret bleek van korte duur.
Op andere, minder crashgevoelige, fronten weten beide Pilens de onophoudelijke depressies in de lucht te pareren met een aantal knappe eigenschappen. De afdeling ByBre lijkt aan de voorkant beter door te remmen dan gebruikelijk bij producten uit het Brembo-filiaal en vormt een prima harmonie met de achterrem: het ABS treedt niet overdreven vroeg in werking, zoals de ongeschreven norm sinds jaar en dag. Aan de tegenpool van de vertragingstechniek staat de nieuwe 399cc eencilinder met 44,3 pk garant voor een gepeperde acceleratie vanaf 6.000 toeren bij een (voor Euro5+ normen) nog altijd best aangenaam geluid. Ga je 500 toeren verder, dan toont het TFT-scherm een gele kleur voor een indruk van toerental vanuit je ooghoeken. Cool.
Ben je uit kwiek hout gesneden, dan blijkt deze krachtbron nog altijd de hoogtoerige driftkikker waarop je tot de begrenzer bij 10.500 tpm van elke rit een feest maakt. Trillingen zijn niet overdreven aanwezig en worden verder weg gefilterd naarmate het toerental stijgt. Wel voelen de krachtbron en transmissie ronduit hoekig en bonkig onder de 3.000 toeren, in een hogere versnelling zelfs 4.000 tpm. Een potje ontspannen cruisen door de urban jungle (om in het jargon te blijven) kun je vergeten; schakelen is het devies.
Het KTM-blok heeft voelbaar moeite met de stringente Euro5+ normen en schreeuwt om een vrijere ademhaling en extra vloeistof om de dorst te lessen. Ik durf er wat lichaamsdelen om te verwedden dat met enige onwettige maatregelen er een veel vollere, meer zuiver opererende krachtbron tevoorschijn komt. Jammer, zeker in de wetenschap dat Mattighofen Hq. zo hoog van de toren blaast met hun ‘volledig vernieuwde’ motorblok.
Veroordeeld tot een meer Hollandse dan Spaanse rijstijl blijken beide machines over een aardig, maar niet sensationeel comfort te beschikken. Zoals te doen gebruikelijk bieden de WP Apex elementen een geweldige precisie en feedback en laten ze zich secuurder dan ooit verstellen met slechts vijf duidelijker voelbare klikken, waar voorheen iedereen zich radeloos schroefde aan een 20- of 25-voudige verstelling. Het voor de Pilens nieuwe TFT-scherm laat niets aan zichtbaarheid en bruikbaarheid te wensen over en laat zich met de bekende, kwalitatief hoogstaande lay-out begrijpelijk en intuïtief bedienen.
Ook de zadels hebben een nieuwe, ergonomisch verantwoorde vorm en polstering, al verlangt je billenpartij na een uur rijden echt wel fysieke verlichting bij een cappuccino met havermelk. Nu kun je zeggen dat de Vitpilen van voorheen met zijn lage clip-ons doorging voor een veredelde pijnbank, met de nieuwe modellen kennen beide Pilens een stuk minder onderscheid in zitgemak. De Witte is nu een Zwarte met iets sportiever stuur.
Eerstgenoemde zit dus iets meer ‘klaar voor de aanval’ (ietsjes maar), terwijl de Svartpilen (in figuurlijke zin) laagdrempeliger voelt, vrolijker in stadsverkeer. Omdat de Pirelli Scorpion Rally STR banden in de regen wat meer grip leken te bieden dan de Michelins, zou ik mijn schuur verwennen met de Svartpilen. Met Vit bodywork. Kan allemaal; alles is op beide machines uitwisselbaar, net als de accessoires.
Conclusie Die ene diepe depressie ontnam de Vitpilen en Svartpilen 401 van hun sterkste wapen: vlijmscherp sturen over 180 kilometer aan bochten, constant aangevuurd door hun favoriete toerengebied vanaf 6.000 toeren. In plaats van extremisme waren we veroordeeld tot gemengd, min of meer verantwoord, zeg maar: Hollands rijgedrag. Afijn, voor de 7,5 mille bieden beide Pilens flink wat waar voor hun geld door topklasse componenten, fikse prestaties, supersnel stuurwerk en een onderscheidende uitstraling. Maar de keerzijde van de medaille, het is niet anders, overheerst door een grof opererend motorblok en een onverwacht tegenvallende injectie waar je dag in dag uit mee te maken hebt. Husqvarna profileert beide modellen als ‘Escape the Ordinary’. Maar dan moeten ze de motorische basisvoorwaarde voor gemakkelijk stads- en buitenweggebruik, een afgerond, vergevingsgezind blok, eerst op orde hebben. Half werk dus? Mwah, driekwart. Hooguit.
Plus- en minpunten
+ Pittige power +6.000 tpm
+ Eigenzinnige uitstraling
+ Criminele stuurkwaliteiten
– Injectie lage toeren/deellast
– Bonkig, hoekig blok -4.000 tpm
– Clean bodywork, rommelige motorische infrastructuur
Motor: 398,6cc, 4 kl./cil., vloeistofgekoelde eencilinder
Boring x slag: 89 x 64 mm
Compressieverhouding: 12,6 : 1
Max. vermogen: 45 pk @ 8.500 tpm
Max. koppel: 39 Nm @ 7.000 tpm
Brandstofvoorziening: Bosch EMS, ride-by-wire, Dell’Orto injectie 46 mm
Transmissie: zesbak, PASC anti-hop, ketting
Frame: stalen vakwerkframe
Voorvering: WP Apex 43 mm upside-down, verstelbare in- & uitgaande demping, veerweg 150 mm
Achtervering: WP Apex monoshock, verstelbare veervoorspanning en uitgaand, veerweg 150 mm
Voorrem: 320 mm schijf met radiale ByBre vierzuigerremklauw, bochten-ABS
Achterrem: 240 mm schijf met ByBre dubbelzuigerremklauw, bochten-ABS
Banden voor/achter: 110/70-R17 / 150/60-R17, (Pirelli Scorpion Rally STR (Vitpilen: Michelin Power 6))
Wielbasis: 1.368 mm
Balhoofdhoek/naloop: 24 ° / 95 mm
Gewicht: 159 kilo (Vipilen: 154,5 kilo) (rijklaar zonder benzine)
Zithoogte: 820 mm
Tankinhoud: 13 l
Prijs Nederland: € 7.550,- (Vitpilen: € 7.450,-)
Prijs België: € 6.699,- (Vitpilen: € 6.599,-)
Tekst Joost Overzee • Fotografie Husqvarna