Husqvarna Vitpilen 401 & Svartpilen 401

Een KTM 390 Duke met een stevige laag ‘hip’ eroverheen, dat is – behoorlijk kort door de bocht – de idee achter de langverwachte Husqvarna Vitpilen en Svartpilen 401. Maar volstaat een dergelijke insteek om twee geheel nieuwe motoren in de markt te zetten? Wel, ja en nee…

Geschreven door Jelle Verstaen                Foto’s Jonathan Godin

 

Als we de annalen er even op naslaan, dan moet Husqvarna wel een van de oudste motormerken op deze aardkloot zijn. Hoewel het bij zijn oprichting als ‘Huskvarna’ in het Zweden van 1689 ander soort wapengekletter ambieerde: het was hofleverancier van de musketten voor het koninklijk leger. Die insteek veranderde aan het eind van de negentiende eeuw, toen het bedrijf begon met de ontwikkeling van fietsen en zo langzaam maar zeker richting motorfietsen evolueerde. De allereerste rolde in 1903 van de band, maar op een hoogtepunt was het wachten tot de jaren zeventig, toen Husqvarna onwaarschijnlijke successen boekte in de motorcross en enduro – vooral in de VS. De cover van ‘Sports Illustrated’ van augustus 1971, waarop Steve McQueen op zijn Husky stond te blinken, was een imagoboost van jewelste. Net als de aftitelingsbeelden van cultklassieker ‘On any Sunday’, waarin diezelfde McQueen en zijn kompanen bij zonsondergang door het zand klieven op hun Husqvarna 400’s… Afijn, dat dus.

Zwart en wit
Toch heeft het merk het in de daaropvolgende crisisjaren zwaar. Vanaf 1987 wisselt het eigendomsrecht niet alleen meerdere keren van eigenaar, maar ook van nationaliteit. Het Italiaanse Cagiva houdt ‘t twintig jaar vol, daarna gooit BMW na enkele jaren de handdoek, waarna ‘de Zweden’ uiteindelijk door het Oostenrijkse KTM worden ingelijfd. Dat gaat er meteen met een grote oranje bezem doorheen: de naam mag blijven, maar de fabriek moet sluiten en het gamma dat door Cagiva en BMW werd samengesteld, wordt van de kaart geveegd. Het moet anders.
Zowel de Svartpilen als de Vitpilen worden in 2014 als prototypes onder het doek vandaan getoverd op de EICMA in Milaan. Een instant voltreffer. De Oostenrijkers positioneren Husqvarna als buitenbeentje, de ideale kweekvijver voor tweewielers die niet binnen het ‘ready to race’-imago van KTM zelf passen… De Svartpilen (Zweeds voor ‘zwarte pijl’) neigt bijvoorbeeld naar scrambler, terwijl de Vitpilen – je raadt het al, witte pijl – zich juist als moderne caféracer profileert. Hoe verschillend die insteken ook zijn, ze delen hetzelfde platform (dat van de KTM 390 Duke) waarbij de ingenieurs een compacte monocilinder in een minimalistisch buizenframe wisten te worstelen.

 

Frisse bries
Hoe je ze ook wendt of keert, het is duidelijk dat beide Pilens een frisse bries door motorland jagen. Met dank aan KISKA Design, het ontwerpbureau dat al twintig jaar de erg gewaagde/geslaagde (schrappen naar eigen believen) designs van KTM uitzet. De Scandinaviërs – dat is dan wel weer toepasselijk – zijn er in ieder geval in geslaagd oude Husky-elementen te laten overvloeien in een fris en modern jasje. Een jasje dat ook niet-motorrijders weet te verleiden tot een snelle, bewonderende blik, zo leert de praktijk. De Vitpilen mikt duidelijk op liefhebbers van minimalisme en sportief rijden, terwijl de Svartpilen meer de kaart trekt van veelzijdigheid en gebruiksgemak.
Het stuur van die laatste zet daarbij meteen de (juiste) toon, door een zithouding voor te schotelen die minder radicaal en dwingend is dan de clip-ons op de veel spartaanser geboetseerde Vitpilen. Het grovere bandenprofiel en de koplamp- en motorprotectie knipogen naar de populaire scrambler-insteek, terwijl het ‘bagagerekje’ op de tank stadsmussen over
de streep moet trekken. Ze onderscheiden zich verder ontegenzeggelijk door hun huidskleur: het wit staat voor relatief simpel, kwalitatief en een hint naar het rijke verleden van Husqvarna, terwijl de zwarte minder verfijnd, maar des te robuuster voor de dag komt. Dat ze ook DNA delen, valt dan weer niet te ontkennen door de elegantie van het ledverlichtingspakket (de vormgeving van dat achterlicht, pure liefde!), het verfijnde samenspel van glimmend en mat gelakt kuipwerk, de overvloed aan zorgvuldig uitgewerkte details, de keuze voor verlichte schakelaars, regelbare hendels, WP vering en radiaal gemonteerde vierzuigerremklauwen van Bybre.

Bedenkingen
En toch hebben we ook onze bedenkingen. Zo begrijpen we perfect waarom de half-Zweden gezwicht zijn voor een ronde, minimalistische tellerpartij. Maar dan had die misschien iets beter uitgedacht kunnen worden: een minuscuul, moeilijk afleesbaar lcd-schermpje, ietwat lompe rubberen bedieningsknoppen en achtergrondverlichting waarbij de toerenteller niet verlicht wordt? Zonde. Dan doet een Ducati Scrambler het toch beter met zijn klokkenwinkel. Verder zijn we niet meteen onder de indruk van de manier waarop de nummerplaat gepositioneerd is – noch op de kleine Vit- en Svartpilen, noch op grote broer 701. Op een compacte naked zou een nummerplaathouder onder het zadel, zoals die ook in de catalogus staat, niet enkel een mooiere, maar vermoedelijk ook goedkopere oplossing zijn.

 

Oranje boven – of onder?
Hoewel je er knap weinig van terugziet, zit onder het uitgesproken uiterlijk van de twee-eiige tweeling eigenlijk dus een KTM 390 Duke verborgen. Het hippe polyesterwerk herbergt het vakwerkframe van de kleine Oostenrijker (waarvan enkel het subframe niet identiek is), de WP 43 mm UPSD voorvork en de monoshock achter, de relatief dikke alu-swingarm, de remmen en uiteraard ook de krachtfabriek: de potige 373cc monocilinder die dik 44 pk levert. Lepel je de blokken uit hun respectievelijke frames, dan zullen alleen de gegraveerde logo’s in de carters je kunnen vertellen welk blok in welk frame hoort. Voor deze zwart-wittest hebben we dan ook niet getwijfeld om de oranje inspiratiebron tussen zijn Zweedse halfbroertjes te parkeren. Al was het maar om te ontdekken of de Vit en Svart, ten opzichte van de 390, al net zo anders aanvoelen als dat ze er uitzien. Euh ja, toch wel, zo valt op zodra we de stoelendans inzetten: waar de KTM ons onderdompelt in supermotard-sferen, met een rijhouding die de indruk geeft dat je bovenop het voorwiel zit, gaat de Vitpilen voor het betere ‘plat op je neus’-gevoel met de langere tank en de clip-ons die zo diep gemonteerd zitten dat je het gevoel krijgt de vooras in je handen te hebben. Dan verkiezen wij met voorsprong de zithouding op de Svartpilen: de voeten even ver naar achteren als op de Vitpilen, maar verder achteruit dan op de KTM, en een minder hoog stuur dan op de Oostenrijker. Uiteindelijk zit je licht naar voren geleund op de motor – lekker sportief, maar op geen enkel moment te belastend.

Hongerig blok
Wie de aanschaf van een Vitpilen overweegt, raden we toch aan om er eerst eens mee te gaan rijden. De kleine mooiboy vergt namelijk nogal veel van je polsen en heeft een draaicirkel die maar liefst 70 cm groter is dan die van de KTM, twee zaken die zich snel wreken in druk stadsverkeer. Urban, je kent ’t wel. Ook de Svartpilen slaagt er niet in om even krap rechtsomkeert te maken als de KTM. Ook al zijn de kleine mono’s niet echt toegesneden op het maken van lange reizen, toch hadden ze best iets comfortabeler mogen zitten. De vlakke zadeltjes komen qua ‘vulling’ namelijk nogal dicht bij die van het doorsnee broodplankje. Dat de schofthoogte daarbij ook nog eens 5 mm hoger is dan bij de Duke, zou de korteren van stuk – zoals uw nederige dienaar – weleens kunnen afschrikken.
Aangezien ze een platform delen, zal ‘t niet verwonderen dat de prestaties van de drie motoren vrijwel identiek zijn. Dat is goed nieuws: het ontbreekt de eenpitter namelijk niet aan karakter. Al moet je er wel een beetje in poken om ‘m op kooktemperatuur te krijgen: pas vanaf 5.000 toeren komt er echt leven in de brouwerij, waarna het blokje hongerig richting begrenzer spurt. Een heerlijk potent krachthonk, dat ons constant in de verleiding brengt het gas lang en hard open te draaien. Laat je het toerental te ver onder je vandaan zakken (onder de 3.000 tpm), dan hapt de zuiger voel- en hoorbaar naar adem. Dat resulteert weleens in een mispeer op een zuigerslag, vervelend als je net tussen de files aan het laveren bent. Met z’n opgevouwen zithouding en weinig lovenswaardige draaicirkel is de Vitpilen er duidelijk een voor de doorzetters. Wie mooi wil zijn, moet pijn lijden, dat idee. Je zou ook kunnen zeggen dat de stad daardoor niet z’n favoriete speelterrein is. Dan scoort de Svartpilen toch opvallend beter. Mik je als jonge rijbewijshouder je zwarte of witte pijl op een mooi slingerend asfaltparcours buiten de stadse jungle en gaat de zweep er flink over, dan zijn alle drie de eenpitters duidelijk beter in hun element: toeren malen, sportief opschakelen en een lekker rauwe brul uit de pijp. Kicken. Het ademt wel de essentie van het motorrijden dat het juist voor de jeugd zo leuk moet maken: gave looks, veel fun.

Conclusie
Dat we ons kostelijk geamuseerd hebben op deze compacte Zweden met Oostenrijks bloed, staat buiten kijf. Svart of Vit, ze zijn licht, wendbaar en katapulteren je luid brullend van de ene in de andere rijsensatie – terwijl ze je steeds weer verleiden om jezelf even te checken als je een etalageruit passeert. Onder die urban ‘kijk mij eens’-laag schuilt een karaktervolle schil Mattighofen: de KTM monocilinder is een heerlijk potent blokje, zeker als je de boel een beetje opwindt. En inderdaad, de kittige mono zal niet iedere opstapper even snel geruststellen door z’n ietwat bokkige karakter onderin. Ach, wat zou het, zoetgevooisde opstappers zijn er al genoeg dus uiteindelijk hoef je echt niet te aarzelen om de centen uit je broekzak te peuteren. Maar welke wordt het? Wij grissen aan ‘t eind van de dag zonder twijfel de sleutels van de Svartpilen van tafel, vanwege z’n aangenamere zit, bredere inzetbaarheid en vette looks. Ook een witte – euh – Svart zou onze hartslag aardig de hoogte in stuwen, overigens. Hoe gaaf de Vitpilen ook oogt, hij is ons een tikkeltje te veeleisend. Het prijskaartje voor beide machines is zeker niet overdreven, maar weet dat je voor enkele honderden euro’s minder een even prestatiegerichte, maar compleet anders gestylede KTM 390 Duke onder de billen hebt. Keuzes, keuzes…

PLUS- EN MINPUNTEN

+ Revolutionaire styling
+ Motorkarakter zodra je ‘m oppookt
+ Veelzijdige inzetbaarheid (Svartpilen)
Onaangename zithouding (Vitpilen)
Zadelhoogte
Té minimalistisch dashboard

TECHNISCHE GEGEVENS

Motor: 373,2 cc, 4 kl./cil., vloeistofgekoelde ééncilinder
Boring x slag: 89 x 60 mm
Compressieverhouding: 12,6:1
Max. vermogen: 44 pk bij 9.000 tpm
Max. koppel: 37 Nm bij 7.000 tpm
Brandstofvoorziening: elektronische injectie
Transmissie: zesbak, ketting
Frame: stalen trellisframe
Voorvering: WP UPSD vork, niet instelbaar, veerweg n.b.
Achtervering: WP monoshock, instelbaar qua veervoorspanning, veerweg n.b.
Voorrem: 320 mm schijf met radiale 4zuigerremklauw, ABS
Achterrem: 230 mm schijf met zwevende 1zuigerremklauw, ABS
Banden voor/achter: 110/70-17 / 150/60-17
Wielbasis: 1.357 mm
Balhoofdhoek/naloop: 25°/95 mm
Gewicht: 148 kg
Zithoogte: 835 mm
Tankinhoud: 9,5 l.
Kleuren: wit (zwart)
Prijs Nederland: € 7.650,00 (€ 7.650,00)
Prijs België: € 6.495,00 (€ 6.595,00)
Importeur : www.husqvarna-motorcycles.com

Deel

Gerelateerde artikels

Honda NT1100

Kort getest: Honda NT1100 DCT

Honda mag je ondertussen zo ongeveer de koning van de nichemarkten noemen. Toen alle Japanse merken de cruisers uit hun aanbod schrapten, bleef Big Red