Met de R 1300 RT presenteerde BMW onlangs de jongste variant van zijn volbloed toermotor die zowat in zijn eentje dat segment overeind houdt. Een dik decennium geleden probeerde Triumph met de Trophy 1200 en SE-versie het BMW-bastion te doen wankelen, een ambitie waarin de Britten jammerlijk faalden.
De modelnaam Trophy behoorde al sinds 1968 tot het Triumph-jargon dus op dat vlak zat het voor de Britten wel snor. Ook technisch was er geen vuiltje aan de lucht want met de beresterke en zijdezachte 1.215cc triple van de Tiger Explorer adventure bike als aandrijving konden de Britten de bal onmogelijk misslaan.

Speciaal voor de Trophy en de SE-versie met elektronische vering ontwikkelden ze in Hinckley voor het eerst in hun geschiedenis een aluminium twin spar frame dat gekoppeld werd aan een enkelzijdige swingarm met geïntegreerde cardan die vrij was van vervelende reacties. De windbescherming van de riante ruit was opperbest, net als het algemene comfort aan boord van de Britse groottoerist.
Aan hoge snelheid kon hij op de snelweg wel een beetje beginnen wiebelen onder invloed van turbulenties van andere voertuigen, maar voor de rest viel er op het rijgedrag van de Triumph Trophy 1200 weinig of niets aan te merken.

Al in 2017, amper vijf jaar na de introductie, haalde Triumph de Trophy 1200 en SE uit de line-up, waarmee de Britten het model een al te lange doodsstrijd bespaarden. Want hoewel het beslist een goede motor was, verkocht de Trophy voor geen meter.
De vermoedelijke reden? Hadden ze op de Triumph designafdeling een beetje meer hun best gedaan om de Trophy wat minder op de BMW R 1200 RT te doen lijken, had de toekomst van de Trophy 1200 er misschien helemaal anders uit gezien. Zo zie je maar dat afkijken bij je buurman zelden een goed idee is…