Ducati had – zeker op de thuismarkt – redelijk wat motorrijdersharten in verhoogde galop gekregen met de Hypermotard. Kunnen wij ook, dachten ze bij MV Agusta, waarna ze op basis van de fabelachtige 798cc driecilinder, bekend van de F3 en Brutale, in 2013 de Rivale bouwden. Over de looks was iedereen het eens, maar het rijgedrag was een punt van discussie…
De grootste problemen met de nukkige gasrespons van de driecilinder had MV tegen eind 2013 opgelost, al bleef het initiële oppakken van het blok toch nog een punt van aandacht. De Rivale was voorzien van achtvoudig instelbare tractiecontrole, een elektronische quickshifter (enkel up, niet down), drie voorgeprogrammeerde rijmodi en één zelf instelbare rijmodus. Veel mogelijkheden dus, al moest je voor je eerste rit wel een weekend studeren op de compleet onlogisch georganiseerde knoppenwinkel.

En ging je dan aan het rijden, dan moest je wéér aan de bak, want het rijwielgedeelte van de Rivale was nogal eigenzinnig. Je zat heel erg voorop de korte motor met steile balhoofdhoek, waardoor het zoeken was naar de ideale rijstijl: buitenboord of eerder in SM-stijl met een been langs de vorkpoot? Die laatste rijstijl bleek toch efficiënter, mits je de vering een stuk harder afstelde. Anders was er niet te werken met de voorrem (Nissin rempomp en Brembo vierzuigerremklauwen, in het begin zonder ABS).
Daarbij, hoe goed de Rivale er ook uitzag: hij leek wel héél erg op een Ducati Hypermotard. Hij had zelfs van diezelfde onhandige spiegels in de stuuruiteinden die hem net te breed maakten om er prettig mee door een file te rijden.
Het was direct duidelijk dat de Rivale slechts voor een beperkt publiek gemaakt was. Daarbij zorgde zijn introductieprijs (14.290 euro in Nederland, 12.590 euro in België) ervoor dat hij nog dieper in de hoek van de nichemotoren kwam te staan. De MV Agusta Rivale belandde dan ook al snel op een zijspoor, dat in 2017 doodliep.