Dat aerodynamica een sleutelrol speelt bij de ontwikkeling van een racemotor hoeft weinig betoog. De motoren vormen daarbij een belangrijke factor, maar ook de rijder zelf speelt een niet te versmaden rol – maar wat doe je als WSBK-team, als corona roet in ‘t eten dreigt te strooien? Als je ‘t aan het BMW Motorrad WorldSBK Team vraagt: je rijders klonen. In plastic, welteverstaan.
Zo sleet de Duitse raceformatie talloze uren in de BMW Group Acustic Wind Tunnel in München (met een 2.600 pk sterke elektromotor die windsnelheden tot 255 km/u kan simuleren) om net voor de verplichte lockdown nog een kopie te maken van Eugene Laverty en z’n S 1000 RR. Ze lieten de Ier postvatten op z’n racebolide, en registreerden ‘m urenlang met een 3D-scanner tot ze letterlijk elke individuele handschoenvinger, elke contour van de helm, elke naad in z’n leren raceoverall – kortom, elke plooi die de luchtstroom kan beïnvloeden – digitaal in beeld hadden gebracht.
Op basis van die gegevens bouwde BMW Motorrad Motorsport vervolgens een plastic 3D-Eugene in twee helften, die inmiddels ruim 50 ‘testritten’ achter de rug heeft. “Terwijl een echte rijder moet reizen om hier te komen, is de plastic versie altijd beschikbaar om te testen in de windtunnel. Dat betekent dat we updates nog sneller kunnen evalueren en implementeren”, klinkt het bij BMW. En in ‘t geval van een nieuwe COVID-uitbraak, kan er gewoon doorgewerkt worden zonder de racer in kwestie.
In dat opzicht besliste het team om, meteen na de vorige piek (en voor een nieuwe de kop opsteekt), ook teamgenoot Tom Sykes even door de 3D-scanner te halen en na te bouwen. Als alles meezit, zullen beide plastic doppelgängers, komend weekend hun waarde al (dan niet) bewijzen op het circuit van Jerez de la Frontera, in Spanje. Laverty sloot alvast af met een grijns en een knipoog: “Wat ik vind van mijn dubbelganger? Hij is maar een paar tinten bleker dan m’n Ierse velletje…”