Altijd dat gelul over banden

Column Overzee

Ik vind het vervelend voor de heer Y. van ’t Hek, maar bij zijn afscheidsact wil ik toch graag een kanttekening plaatsen. Maar natuurlijk, zijn decennialange oproep om het leven te vieren alsof het je allerlaatste uur is, klinkt als prima peptalk; niet voor niets draagt Isle of Man-coureur ‘General’ Lee Johnston in koeienletters ‘I don’t fear death, I fear not living’ in Delfts Blauw op zijn borst. Maar Youps slotpleidooi ‘geen ouwe koeien, laat ze loeien in de sloot’ geldt in ieder geval niet voor die andere TT.

Nou wil ik het aankomende feestje in Assen niet verzieken, maar ik hoop om 14.15 uur wel op een eigenwijs regenbuitje bij Mandeveen-Duikersloot. Want tijdens de afgelopen race in Mugello heb ik serieus overwogen of ik mijn levensuren niet beter zou kunnen inrichten dan naar een vlotte processie loeren met drie krankzinnig mooie inhaalmanoeuvres. Bovendien, je zult maar veroordeeld zijn om driekwart van de race op 0,6 seconde afstand van de koploper rijden. En geen aanstalten kunnen maken om die zak voor je het leven zuur te maken, want dan worden je banden te heet, te hard, te zacht, te krom, te vloeibaar of weet ik wat. Het is om gek te worden, de totalitaire onderdrukking die stomme stukken hightech rubber uitoefenen op de 10.000 overige facetten van een racemotor.

Ik heb gewoon medelijden met bijvoorbeeld Öhlins of WP; nooit komen zij eens aan bod met hun geniale of mislukte settings. Of begin verdorie ieder MotoGP-verslag met een vergelijk in gemonteerde kuipruiten. Of doe iets persoonlijks. Ik bedoel, Wil Hartog schreef in 1977 historie op Assen door zijn aanhoudende racekak (wat hij overigens zelf iets te vaak bleef herhalen, maar vooruit). Maar da’s een legendarische koe uit de sloot waar tegenwoordig geen plaats meer voor is. Tegenwoordig zul je een coureur in een debrief nooit horen over kokhalzen door een te strakke kinriem of het verdachte zachte eitje bij ontbijt. Of over het gezeik thuis, de hond die hij heeft moeten laten inslapen of de schaduwboekhouding die ‘m op 0,6 seconden van de koploper hield. Nee, altijd weer banden, rubber, compound en oververhitting als reden, oorzaak, gevolg en excuus. Veel te veel eer. En dan zit een of andere formele hansworst bij de ceremoniële afhandeling aan je gesponsorde zonnebril te kloten om het (enig toegelaten) bandenmerk op je pet beter in beeld te krijgen. Ga weg, man!

Goddank kon ik de stierlijke verveling van me afschudden met mijn TT+ pakket van die enige andere TT ter wereld, de Isle of Man TT. Hoe de 52-jarige John McGuinness nog altijd in de top 8 meerijdt en er maar één Ducati (uiterst succesvol) meerijdt. Waar de (door de tv-rechtenwereld weg gesaneerde) zijspannen nog volop meedoen en de winnaars rijden als eerbetoon aan hun vader; die in zijn carrière op Man een been en arm verloor, maar na afloop wel tussen zijn jongens in het bakkie weet te duiken. Waar het bronzen duo van race 1 rijdt in Wintex leren pakken en topcoureurs Peter Hickman en Dean Harrison rijden in Weise en Spada leer. Ooit van gehoord? Waar getunede straatmotoren in de Superbikes en Senior liefst 360 kilometer lang worden afgemarteld en waar weleens een vizierwissel mislukt. En mocht een race saai worden, valt er nog genoeg te genieten zoals van het Franse landschap tijdens een zich voortslepende wieleretappe.

Maar het grappigste is nog: banden zijn zelden of nooit een gespreksonderwerp. De kanonnen gooien tijdens een pitstop na twee of vier (van de zes) ronden een fris achterwiel erin, maar het allesbepalende rubberen gespreksonderwerp van de MotoGP blijft op Man afwezig. En in tegenstelling tot onze TT wordt de bezoeker niet van zijn geld beroofd door de Sterke Arm van de Wet. In werkelijkheid loopt Man dus over van de ouwe koeien die erom schreeuwen uit de sloten gehaald te worden en waar iedere coureur elk uur van zijn leven maximaal benut. Dus de TT van de moderne tijd, die van Assen, maar overslaan? Nee joh. Maar ik twijfel ook dit jaar weer. En heb daarvoor alvast een reden: lekke band.

Deel

Gerelateerde artikels