Interview: Het jaar van Loris Veneman

Loris Veneman

Het moest een belangrijke stap in zijn nog prille carrière worden, maar het pakte helaas minder goed uit voor Loris Veneman. De 19-jarige Dalfsenaar maakte een zware tijd door in het WK Supersport, deed noodgedwongen een stap terug en wist uiteindelijk het seizoen positief af te sluiten met de nodige prosecco.

Heel knap werd je vice-wereldkampioen Supersport 300 in 2024. Dat opende de deur naar de Supersport en daar sprong je vol goede moed in.

“Klopt. We waren met meerdere teams in gesprek om die stap naar de Supersport te maken. Je gaat een beetje rondneuzen en na verloop van tijd heb je dan wel in de gaten wat de opties zijn. Eentje was bijvoorbeeld met MTM (team van Loris in 2024, red.), maar zij hadden geen start in de Supersport en konden geen garantie geven of dat überhaupt ging lukken. Verder zaten we in een vergevorderd stadium met EAB Racing Team, dat het jaar daarvoor goed had gescoord met Niki Tuuli. Ducati leek ook de motorfiets van het moment te zijn en het voelde vertrouwd aan, zo’n Nederlandse club. Uiteindelijk hebben we de knoop doorgehakt en zijn we met EAB in zee gegaan.”

Loris Veneman

Het begin van de samenwerking verliep helaas niet zoals je gehoopt had. Wat ging er precies mis?

“Vol energie ga je met elkaar aan de slag, maar helaas kregen we tijdens de verschillende voorbereidingstests te maken met materiaalpech. Als nieuweling in het Supersport-kampioenschap is het natuurlijk van belang dat je zoveel mogelijk meters maakt, maar dat werd daardoor bemoeilijkt. We beschikten in het begin over een trainingsmotor en daar ben ik, samen met mijn vader, mee gaan rijden. Het probleem is alleen dat je de motor niet echt kent. Dan ben je ook wat zoekende. Tijdens de eerste officiële test met het team, op Andalucia, trok ik de motor in de vijfde ronde al flink onderuit. Dat was natuurlijk ook geen fijn begin, maar de problemen kwamen vooral daarna. Door die crash stapte ik namelijk op de nieuwe wedstrijdmotor, maar die had gelijk problemen met schakelen. Je ziet dan iedereen lekker zijn rondes maken, terwijl wij vooral in de box zaten.”

“Een seizoen met twee totaal verschillende gezichten”

Dan ga je het grote avontuur aan, allereerst door naar Australië te gaan voor het eerste wedstrijdweekend.

“Daarvoor had ik gelukkig nog het goede gevoel met de Ducati teruggekregen, door een privétest die we op Valencia konden uitvoeren met de trainingsmotor. Die was inmiddels weer netjes opgebouwd na mijn klapper op Andalucia. Ook Bo (Bendsneyder, red.), Farioli en Jespersen reden daar rond en ik kon met ze meekomen. Dat was erg fijn, want ik kon op die manier mooi wat afkijken bij ze. Daar heb ik echt een stapje kunnen maken, maar ik wist ook wel dat ik nog een lange weg te gaan had. Maar gelukkig ging ik dus inderdaad met een happy feeling richting Australië. Helaas was het al snel gedaan met dat gevoel, want we kenden wederom problemen met schakelen tijdens de test die daar gepland stond. Na twee dagen testen kregen we het maar niet opgelost, maar gelukkig kregen we externe hulp. Iemand van Barni wist vrij snel te ontdekken dat er een soort glitch in de firmware van de motor zat. Op dat moment vond het eerste, serieuze gesprek plaats, want het werd gewoon te gevaarlijk om zo rond te rijden op een circuit als Phillip Island. Als het probleem na de test niet opgelost was, had ik waarschijnlijk de races niet gereden.”

Loris Veneman

Na drie weekenden werd al vrij snel de samenwerking met EAB Racing Team stopgezet. Hoe kwam dat?

“Tussentijds had ik nog op een standaard race-Ducati kunnen rijden. Dat uurtje was een eyeopener, want met die fiets voelde ik wel connectie. De potentie was er dus echt wel, maar die moesten we zien te vinden. De druppel om het besluit te nemen was uiteindelijk het weekend op Assen. Het was zelfs zo erg dat ik tijdens de tweede race ben binnengekomen. Ik voelde totaal geen verbinding tussen het gashendel en de machine. Telkens was het weer anders. Daarnaast moest ik ook nog dealen met een remdrukprobleem. De klik met de motor en ook met het team was er op dat moment niet meer. Natuurlijk wil je gewoon het liefst lekker racen, maar op deze manier werkte het niet. Ik ging echt twijfelen aan mezelf als coureur.”

Loris Veneman

Het is nogal een beslissing. Er zit waarschijnlijk ook budget aan vastgekoppeld en je ontneemt jezelf natuurlijk een kans in een nieuw kampioenschap.

“Samen met mijn vader (Barry, voormalig WK Supersport-coureur, red.) hebben we natuurlijk veel gesprekken gevoerd. Na Assen zijn we nog een keer met het team gaan zitten. Ik wilde heel graag meer trainen om ervaring met de Ducati op te doen, maar dat wilde het team niet. Daardoor kregen we toch wel de bevestiging dat het beter was om afscheid van elkaar te nemen. Ik denk dat we allemaal echt wel geprobeerd hebben om het zo goed mogelijk te doen, maar dat het er gewoon niet in zat. Op dat moment wisten we dat het ons negentigduizend euro zou kosten, want dat was contractueel vastgelegd. Niet alleen een wijze, maar ook dure les dus. Je komt liever niet in zo’n diep dal terecht, maar soms moet je dat nu eenmaal meemaken om weer verder te kunnen.”

Loris Veneman

En dat was een stap terug naar het WK Supersport 300, bij het voor jou vertrouwde MTM Kawasaki.

“Allereerst merk je dan vooral hoe snel je vergeten bent. Niemand geeft meer om je. De ene coureur eruit, de andere erin. Het is de harde waarheid van de motorsport en die ondervond ik ook. Maar goed, gelukkig kwam er voor mij een mooie kans voorbij. De bedoeling was om Carter Thompson te helpen in de titelstrijd. Mijn zelfvertrouwen stond op een laag peil, maar gelukkig kon ik weer lachen na de eerste test. Ik kwam al snel in mijn ritme op de Ninja 400 en dat was toch wel heerlijk om te ervaren.”

“Ik ging echt twijfelen aan mezelf als coureur”

Je won gelijk je eerste race en stond uiteindelijk drie keer op het podium in slechts vier weekenden. Dat moet je wel een heel goed gevoel hebben gegeven?

“Ondanks de goede test was ik op Magny-Cours toch wat onzeker of ik mee kon met de beste rijders in de klasse. Die twijfel werd gelukkig snel weggenomen, want in de superpole verbeterde ik het ronderecord met een seconde. Dat was inderdaad een heerlijk gevoel, dat nog eens extra versterkt werd door de zege in race 1. Het was een enorme opluchting en ik kon weer lekker vrij rijden. Het was daardoor echt een seizoen met twee totaal verschillende gezichten. Best bizar eigenlijk, als je er zo op terugkijkt.”

Loris Veneman

De goede prestaties hebben geleid naar een volgend hoofdstuk met MTM, want met het Belgische team ga je richting het WK Sportbike, de nieuwe klasse binnen de Superbike-paddock. Wat verwacht je daarvan?

“Dat was al deel van het plan, om in 2026 met elkaar door te gaan. Het is fijn dat ook Kawasaki haar vertrouwen in me uitspreekt, ze hebben me echt weer omarmd. Het is moeilijk om zo vroeg al iets te kunnen zeggen over het WK Sportbike. Er gaan heel veel verschillende motoren op de grid staan, dus het is nogal een kristallen bol waar je nu in kijkt. In ieder geval ken ik de Kawasaki (ZX-6R 636, red.) al enigszins en het is een bewezen pakket. Ik moet gewoon zo hard mogelijk rijden en wil me vooraan melden in deze nieuwe klasse, om zo uiteindelijk toch weer de sprong te kunnen maken richting het WK Supersport. Dat is nog altijd het doel.”

Loris Veneman

Tekst Jarno van Osch                  Fotografie Jarno van Osch/Shot Up Productions, Gold and Goose en Randy van Maasdijk

Deel

Gerelateerde artikels

Na een gepersonaliseerde Panigale V2 op basis van de Marc Márquez branding komt er op de valreep van 2025 nóg

Met de komst van de KTM 990 RC R denken we met weemoed terug aan de eerste keer dat KTM

Triumph beloofde voor 2026 een pak nieuwe modellen en houdt woord. Op het 400cc platform dat we al kennen van