Bijzonder zeldzame motoren die simpelweg niet verkocht worden, weet Ferdy via zijn bedrijfje toch in handen te krijgen. Zo ook deze Krauser Domani, onderhuids deels BMW K 1200 RS. Een zijspan ontwikkeld zonder compromissen. En dat zie je.
Een motorfiets is een fantastisch apparaat, maar de mogelijkheden zijn op sommige vlakken wat beperkt. Zo kan je maximaal één persoon meenemen, zijn de bagagemogelijkheden summier en is er altijd een kans dat je omkukelt als je niet op tijd een voetje aan de grond zet. Voor sommigen de reden om een zijspan aan te bouwen. En hoewel de zijspanwereld vol met technisch vernuft zit, begin je altijd met een achterstand.
Dat komt omdat een gemiddeld zijspan wordt aangebouwd aan een bestaande motorfiets. Een motor die gemaakt is om onder hellingshoek een bocht in te gaan, blijft nu stijf overeind met een derde wiel langszij. Dat geeft bijzondere, ietwat onverwachte problemen voor wat betreft het stuurgedrag. Daardoor zal je altijd compromissen moeten sluiten in het ontwerp.

En exact dat wilde de Duitse Michael Krauser dus níét doen. Krauser heeft een geschiedenis in de wereld van het zijspanracen, in de jaren vijftig was hij Duits kampioen, en zag in de jaren tachtig mogelijkheden om met moderne technieken een geavanceerd zijspan voor de weg te bouwen.
Koffertje
De naam Krauser kan je kennen van de iconische zijkoffers waar menig BMW mee uitgerust werd voordat de aluminium koffers van Touratech in trek waren. Het zal een van de weinige producten geweest zijn waaraan Michael Krauser een wezenlijke hoeveelheid centen verdiend heeft. Maar de Duitser had veel grootsere plannen binnen de motorwereld dan een set koffers. Zo ontwikkelde hij in de jaren tachtig twee bijzondere motorfietsen.

De eerste was de Krauser MKM 1000, op basis van een BMW R 100 en gebouwd van zo’n beetje 1980 tot 1982. Krauser gebruikte als een van de eersten in de motorwereld AutoCAD, het computertekenprogramma, voor de ontwikkeling van een vakwerk buizenframe dat gekscherend ‘de vogelkooi’ werd gedoopt. Het frame woog met 11,6 kg wel zes kilo minder dan het standaard frame van de R 100.
De MKM 1000, waarbij ‘MKM’ trouwens staat voor ‘Michael Krauser München’, was voorzien van een stroomlijn met de Krauser-kleuren: magenta, oranje en diepblauw. Dat magenta/roze komt ook terug in het frame. Maar er volgde een paar jaar later nog een motorfiets: het Domani zijspan, iets onconventioneler dan die MKM 1000.
Lange adem
Voor de Domani wilde Krauser het beste wat mogelijk was realiseren, met techniek en kennis uit de racerij maar gericht op gebruik op straat. Opnieuw kroop hij in de digitale pen, waarbij hij met een frame op de proppen kwam dat niet louter een verbinding vormt tussen een losse motor en een los zijspan, maar als één geheel samenwerkt. In de visie van Krauser kon zo’n zijspan, dat als zijspan ontworpen is en niet als compromis voor meer bagageruimte, het niveau van zijspannen opkrikken.

Op het promotieboekje dat Krauser van de allereerste Domani maakte, stond dan ook groot ‘Het concept van de toekomst’. Waarschijnlijk ook de reden voor de naam Domani, Italiaans voor ‘morgen’. Aan ideeën geen tekort, maar financieel lag het toch iets anders. Krauser klopte daarom aan bij twee partners om de Domani te kunnen verwezenlijken. Dit waren het Zwitserse Louis Christian Racing, kortweg LCR, voor het frame en onderdelen zoals de AP remmerij.
Voor het glasvezel kuipwerk werd een bedrijfje genaamd BMR in de arm genomen. Het project was flink wat jaren in ontwikkeling, mede ook door dat voornemen om geen enkele concessie te doen. Vanaf 1981 werkte Krauser aan de Domani, terwijl het eerste preproductiemodel pas in 1988 werd gebouwd. Vanaf 1989 ging hij daadwerkelijk in productie tot ergens in 1999.
Iconisch
Zou je de Krauser ontdoen van zijn eendelige glasvezel kuip, dat vastzit met acht bouten en waarvoor je met vier man sterk moet zijn, dan komt er een soort ‘Mad Max’-voertuig tevoorschijn. De drie dingen die als eerste in het oog zullen springen zijn ten eerste de roze kleur van het torsiebestendige buizenframe, daarna zal de naafbesturing je opvallen en als laatste het geïntegreerde zijspan.

Met hydraulisch bediende remmen rondom, en een gekoppeld remsysteem waarbij de achterrem op alle drie de wielen ingrijpt, kan je deze machine met recht iconisch noemen. Verder is het bijzonder hoe het motorblok, in beginsel een K 100, compact is opgenomen in het eindproduct. Je ligt als rijder in feite om het blok.
En hoewel het op het eerste gezicht een bijzonder rotklusje lijkt om aan de motor te moeten werken, is het in de praktijk een kwestie van vier bajonetsluitingen opendraaien en een soort serviceluik van het blok aftillen. Daardoor kan je een simpel klusje als olie vervangen gemakkelijk uitvoeren zonder een bijzondere constructie te moeten bouwen waar je de driewieler op kan rijden.
Polderland
Hoewel sommigen zeggen dat het er veel minder zijn, is de consensus onder kenners dat er zo’n 130 exemplaren zijn gebouwd van de Domani. In korte tijd is Ferdy van Leliveld een expert geworden in het verhaal achter de Domani. Sinds mei 2025 heeft hij deze Domani in zijn opslagloods staan in het Westland. Al had hij hem tien jaar geleden misschien al wel kunnen kopen.

Ferdy handelt met zijn bedrijfje Lelimotive namelijk in zeer bijzondere en exclusieve motoren. “Dat doe ik dit jaar tien jaar. Maar direct in mijn eerste jaar kwam ik al in contact met de vorige eigenaar van deze Domani, een Fransman. De koop liep mis, misschien omdat ik net niet snel genoeg was met de beslissing om zo’n enorme som geld te betalen voor een nichemotor. Daar heb ik wel van geleerd.”
Dat de Domani überhaupt op Ferdy’s polderradar verschijnt is overigens geen toeval, hij heeft een verkoopachtergrond binnen de motormarkt, specifiek bij een motorzaak gespecialiseerd in BMW. Aangezien iedere Domani een K-blok heeft, kan Ferdy flink wat vertellen over de machines.

“De Domani volgt in feite de ontwikkeling van het K-blok. Aanvankelijk had hij een K 100-blok, later eventjes de K 1100 en uiteindelijk werd hij voorzien van het K 1200-blok. Het exemplaar dat ik hier heb staan is een derde-generatie Domani, met K 1200 dus. Waarschijnlijk is het daadwerkelijk een van de laatste Domani’s die gebouwd is, want na 1999 werd de productie gestaakt.”
Generatiekloof
De verschillen tussen de eerste en laatste generatie zijn klein, maar een kenner pikt ze er zo uit. Ferdy: “De eerste Domani’s hebben de koplampunit nog buiten de ruit zitten. Een beetje die oude Katana-look, voor de kenners. Later werd de ruit, met die zwarte strepen, verder doorgetrokken om de stroomlijn nog beter te maken. Verder heeft de laatste generatie een veel breder zijspanwiel, een spoiler en een knipperlicht in de rechterspiegel op de motor.”
Op sommige modellen is het knipperlicht op de rechterspiegel dan weer afgeplakt en wordt het knipperlicht op de spiegel die op het zijspan is gemaakt gebruikt om richting aan te geven. “Het lijkt erop dat dit meer voor de symmetrie is gedaan.” Welke generatie je ook vindt, de Krausers zijn allemaal uitgevoerd in herkenbare BMW-kleuren. Het satijnwit, waarbij de biezen van de Krauser-kleuren extra opvallen, is de meest gangbare uitvoering; maar er zijn genoeg foto’s te vinden van blauwe, gele of rode Domani’s.

Vierde eigenaar
Aanvankelijk werd deze Domani nieuw verkocht aan een Duitser, die er als enige van de inmiddels vier eigenaren serieuze kilometers op heeft gezet. “Vanaf het moment dat hij de motor in 1999 kocht, is in het onderhoudsboekje af te lezen dat er zo’n beetje ieder anderhalf tot twee jaar 10.000 kilometer gereden is met de motor.”
“Ik heb nagenoeg alle documentatie nog die bij deze machine hoort. Ik heb zelfs een officiële brief waarin BMW Motorrad toestemming verleent aan Krauser om hun motorblokken te gebruiken in de Krauser Domani, met daarbij ook de juiste afstellingen voor de emissies.” De Duitser verkocht zijn motor in 2009, in rijdende staat, aan een Fransman, die er uiteindelijk helemaal niet mee heeft gereden.
In 2016, het jaar dat ook Ferdy contact met hem had, verkocht de Fransman het zijspan aan een Duitser die hem wilde opknappen. “Die man had een grote verzameling en dit was een mooi projectje voor later. Alleen begon hij er maar niet aan. Zodoende bleef de motor langer en langer stilstaan, uiteindelijk zo’n zestien jaar van wat ik kan achterhalen.”

Via-via hoorde Ferdy dat dezelfde Domani toch weer op de markt kwam: “Door de jaren heen bouw je een netwerk op van verzamelaars, liefhebbers en andere types die nog weleens iets horen in de wandelgangen. Ik heb het geluk dat velen van hen mij dat soort informatie ook gunnen.”
Achterlicht
Zoals wel vaker bij zijspannen het geval is, wordt er slim gebruikgemaakt van bestaande onderdelen die op de markt verkrijgbaar zijn. Een mooi voorbeeld daarvan zijn de achterlichten. In de jaren dat de Domani stil heeft gestaan is het linker achterlicht bijvoorbeeld gesneuveld.
“Ik kon werkelijk nergens vinden waar de achterlichten vandaan kwamen, dus heb ik op de bonnefooi maar eens een mailtje gestuurd naar het nog werkende e-mailadres van zijspanbouwer LCR. Wonderbaarlijk ontving ik binnen een week een antwoord van niemand minder dan Louis Christian zelf. Hij was blij te lezen dat ik de nieuwe eigenaar van een Domani was, en vertelde mij dat de achterlichten die van een 1979 Fiat Ritmo zijn. Geregeld, dacht ik!”

Maar toen Ferdy na een paar dagen zijn online bestelling ontving, bleek het plastic kapje voor geen meter te passen. “Wat blijkt, hebben die slimmeriken de kapjes 180 graden gedraaid. Het linker achterlicht van een Fiat Ritmo zit dus aan de rechterkant van een Krauser Domani. Het viel me pas op toen ik de twee naast elkaar hield. Het witte achteruitrijgedeelte hadden ze voor het gemak maar even zwart gespoten, er zit immers toch geen achteruit op de Domani.” Het linker achterlicht heeft Ferdy nog liggen. “Een rechter exemplaar was gelukkig ook gauw gevonden.”
Cult
Een achteruit zit er op de Europese Domani’s niet, maar van de 130 gebouwde exemplaren werden er ongeveer 70 naar Japan verscheept en die hebben wél een achteruit. “Die werd in plaats van de eerste versnelling in de bak gebouwd. In de kuip vind je nog een uitsparing waar het hendel voor de achteruit zou moeten zitten. Daar was dus al rekening mee gehouden in het ontwerp.”

Aan het verhaal van de Japanse Domani’s kleeft overigens nog wat controverse. Naar Ferdy’s weten ging het verhaal ongeveer zo: “Er was een tussenpersoon die de Domani’s naar Nieuw-Zeeland haalde en vervolgens voor een flinke meerprijs, zonder Krausers medeweten, aan Japanners verkocht. Daar kwam Krauser pas achter toen een enthousiaste Japanner met hem in gesprek kwam en het eventjes over de prijs ging.” In Japan hebben de Domani’s een kleine cultstatus bereikt. Dat heeft ook te maken met een bekende manga-serie, waarin een van de hoofdpersonages een Domani als vervoermiddel gebruikt.
Spoiler alert
Zestien jaar stilstand is best een tijd, maar Ferdy maakte zich er niet al te druk over. “De BMW-techniek van die tijd is oerdegelijk en nog enigszins simpel. Oude benzine eruit; nieuwe brandstofpomp, bougies en benzine erin. Wat denk je? Het ding startte bijna direct weer, zonder gekke problemen.” Natuurlijk wil Ferdy de machine nog eens helemaal nalopen om zeker te weten dat alles werkt zoals het hoort.

Ferdy: “Maar het blijft natuurlijk ook deel van mijn werk dat ik met de klant meedenk. Er zijn namelijk techneuten genoeg die een machine als deze maar al te lief zelf onder handen willen nemen. Daarom bied ik ‘m ‘rijdend’ aan, met de kanttekening dat ik ‘m voor een eventuele koper nog kan nalopen tegen een meerprijs. Optisch zit er ook nog wat werk in, maar ook daarover kan gepraat worden.”
“De scheur in de machinebrede spoiler heb ik voor nu provisorisch weer kunnen maken, maar voor het mooie zou hij nog een keer gespoten moeten worden. Gelukkig is de glasvezelkuip nog nagenoeg puntgaaf, dat valt namelijk bijna niet te maken. In deze staat vraag ik er € 69.950,- voor.” Volledig restaureren? Dat zal zeker weten flink in de papieren lopen. (dit artikel verscheen in de KicXstart Zomerspecial, de Krauser Domani is intussen verkocht, red.)
Hoge uitzondering
Hoewel de motor volgens Ferdy inmiddels goed rijdt, zit er nog wel enig werk in het technisch helemaal nalopen van de machine. Het is daarom ook bij hoge uitzondering dat we, nadat de foto’s zijn gemaakt, nog even zelf een klein stukje mogen rijden voor een rijimpressie.

Wat me daarbij opvalt is hoe voorzichtig je moet zijn bij het opstappen. Of moet ik ‘instappen’ schrijven? Je rechtervoet verdwijnt tot zo ongeveer net onder je knie in het kuipwerk tussen het zijspan en het motorblok. Heb je een grotere schoenmaat dan 46? Dan kan het weleens onmogelijk zijn om het voetpedaal te bereiken waarmee je alle drie de wielen van remdruk voorziet. Gelukkig kan ik daar wel bij. Spannend is het wel, want wetende dat de uitlaat ergens voorlangs mijn scheen loopt, op weg naar het zijspan waar rechts achter de uitlaatmond zit, ben ik blij dat ik mijn motorbroek draag.

Saillant detail: de 35 liter grote benzinetank zit in feite net rechts achter de rijder tussen het zijspan en de motor in. Precies ook de reden dat de uitlaat een andere richting op gaat. Het stuur is vrij smal, om binnen het kuipwerk te passen, waardoor iedere stuurbeweging erg direct is. Verder herken ik het dashboard van een K 1200 RS, en het bijpassende aanzwellende BMW-geluid als je het gashendel opendraait.
De machine met ongeveer 120 paardenkrachten in het vooronder ligt als een huis op de weg, wat met 390 kilogram ook niet gek is. Maar maak je met iets te veel snelheid een rechterbocht, dan kiest het zijspanwiel alsnog met gemak het luchtruim. Rem je met de ‘achterrem’, dan voel je de banden in het asfalt vreten. Een zeer bijzondere rijervaring. Maar om nou te stellen dat dit dé toekomst is geworden, zoals meneer Krauser voor ogen had?

Tekst Tom van Appeldoorn • Fotografie Andrew Walkinshaw