In 2025 schrijft de Dutch TT historie. Het eeuwfeest geeft Assen een unieke plaats in de sporthistorie en natuurlijk duiken we graag even terug in de tijd. De Nederlandse toppers nemen ons aan de hand voor een trip down memory lane. Vandaag: Jurgen van den Goorbergh.
Jurgen van den Goorbergh • 500cc • 9e 2000
“Sommige momenten uit mijn carrière vervagen, maar deze is me goed bijgebleven. In 2000 reed ik met de Honda V2, waarmee je helaas geen schijn van kans had ten opzichte van de snellere V4’s. Het enige voordeel was het lagere gewicht, waardoor die twin wel lekker stuurde. Dat jaar had ik al wat leuke resultaten kunnen rijden, maar echt strijden om de topplekken zat er niet in. De enige momenten dat je mee kon komen met dat V4-geweld waren de races onder moeilijkere weersomstandigheden, want dan telde het vermogen een stuk minder.”
“In Assen begon het na een paar rondjes te regenen, waardoor we een herstart kregen. Ideaal voor mij, want ik was altijd goed op een natte baan. Zag ik regen, dan begon ik onder de helm al te glimlachen. De regenbui was al verdwenen toen we voor de herstart klaarstonden, maar het was nog steeds een gok met welke band je moest starten. In die tijd hadden we uiteraard geen buienradar om te raadplegen, dus het was gewoon naar de hemel kijken.”
“In mijn tijd besliste de rijder volledig op dat vlak en ik koos voor de tussenoplossing, intermediates. Veel jongens stonden op slicks, maar ik had niets te verliezen. Startend vanaf plek dertien kon ik al snel plaatsen goedmaken. Buitenom pakte ik ze stuk voor stuk, vooral in de Strubben. Door het groeiende vertrouwen begon ik echt in een flow te raken en kwam in die eerste ronde steeds verder naar voren. Eenmaal in Stekkenwal had ik alleen Gibernau en Rossi nog voor me zitten. Als ze een beetje voorzichtig bleven, dan zag ik wel kans om de leiding in de wedstrijd te kunnen pakken.”

“In Mandeveen ging Gibernau voorbij aan Rossi en een bocht later kon ik ook voorbij aan hem. Ik moest alleen Gibernau nog zien te pakken en de GT-bocht was natuurlijk de ideale plek. Ik zette mijn motor aan de binnenkant naast ‘m en kon als eerste het rechte stuk op sturen. Het was zo lekker om aan de leiding te liggen, al was het maar heel kortstondig. Ik kwam als leider over de streep, maar dertig meter later kwamen die V4’s van Rossi en Gibernau al als een flits voorbij. Op die twin kwam ik gewoon 25 tot 30 kilometer topsnelheid tekort.”
“Maar goed, mijn hoop was gevestigd op nog een regenbuitje, alleen bleef dat helaas achterwege. Was er nog wat nattigheid gevallen, dan had ik echt wel een bijzondere uitslag kunnen rijden. Na de herstart droogde de baan snel op, waardoor ik alsmaar terugzakte. Uiteindelijk werd ik alsnog negende, wat een prima resultaat was.”
“Het was een TT om nooit meer te vergeten, vooral omdat je op zulke momenten echt gedragen wordt door het enthousiaste publiek. De taluds en tribunes waren helemaal gevuld met van die oranje Rizla-opblaashanden. Dat was een prachtig gezicht, zeker in combinatie met al het gejuich. Het geschreeuw van het publiek hoorde je gewoon boven het motorgeluid uit komen. Dat was echt prachtig om mee te maken.”

Fotografie Archief Target Press