Nu Honda de aloude Hornet modelnaam ein-de-lijk aan de nieuwe CB1000 heeft gegund, is het hoog tijd om terug te kijken op de geschiedenis van onze alom geliefde hoornaar. In Europa begon dat met de relatief sportieve CB600F naked, niet te verwarren met de praktische CBF600 sport-toermachine.
De Hornet zoals wij ‘m kennen verschijnt in 1998 ten tonele met in zijn stalen ruggengraatframe (overgenomen van de CB250F, enkel gebouwd voor de Japanse markt) een iets teruggetuned motorblok uit de CBR600. Het moet een geduchte concurrent van de Suzuki Bandit 600 worden, die twee jaar eerder geïntroduceerd was.
Aanvankelijk produceert de Hornet zo’n 94 pk, maar door de jaren heen stijgt het vermogen naar 102 pk. Samen met prima remmen, dito vering en een zeer interessant prijskaartje ontpopt de Hornet zich al snel als een betaalbare, betrouwbare maar bovenal leuke naked in een relatief nieuw segment. Een allrounder die zich zowel als woon-werkmotor en als funfiets voor na die kantooruurtjes laat inzetten.
Het eerste model wordt gekenmerkt door een 16 inch voorwiel en 17 inch achterwiel. Dat zorgt voor een wat vreemd rijgevoel, omdat je wat verder naar voren leunt dan je zou verwachten op een machine waarop je zithouding verder nagenoeg rechtop is – meteen ook de reden waarom Honda het 16” voorwiel al een jaar later vervangt door een 17” exemplaar.
Met de nieuwe velgmaat komt ook meer stabiliteit bij hogere snelheden, wat het sportieve karakter van de 600 Hornet ten goede komt. Ook de remmen krijgen een update en het vermogen stijgt met 2 pk. De telescopische voorvork is redelijk basic, wat je merkt als je een circuitdag boekt of de Alpen in gaat, maar blijft lang gehandhaafd.
Met een prima verbruik en zestien liter benzine aan boord zijn er over de eerste twee generaties sowieso geen klachten, al komt er voor de derde generatie (2003) nog een extra litertje bij in de opnieuw ontworpen tank. De designafdeling komt ook met een nieuwe uitlaatdemper, aangezien die door zowat elke eigenaar vervangen werd op de voorgaande generaties.
Opnieuw wordt het vermogen iets opgeschroefd, terwijl de machine nu ook voldoet aan de Euro2 emissie-eisen. Wat zou je nog meer wensen? Wel, een comfortabeler zadel bijvoorbeeld, want het foam onder het zadel van de Hornet is notoir zacht. Ga je een lange dag op pad, dan zak je al redelijk snel door de demping heen en voelt het zadel als een harde plank. Ook is de zitruimte wat beperkt voor grotere rijders, de schuldige is de krappe kniehoek.
De laatste generatie van de 600 Hornet wordt in 2005 geïntroduceerd, waarbij de telescoopvork eindelijk wordt ingeruild voor een 41 mm upside-downvork van de CBR600RR die in datzelfde jaar geïntroduceerd wordt. Ook de achtervering wordt voor deze generatie geüpdatet, waarmee de laatste 600 Hornet de meest comfortabele van het stel is.
Het zal niet verbazen dat er van een sportieve allemansvriend als de Hornet een groot aantal gebruikte exemplaren rondrijden. Mits de machines netjes onderhouden zijn, zijn er eigenlijk geen gekke mankementen waar je voor moet uitkijken.
Let wel dat met name de eerste twee generaties nog last kunnen hebben van gare spanningsregelaars, al is dat meer een Honda-kwaal dan een Hornet-kwaal. Prijzen lopen sterk uiteen, maar de kilometerstand van deze onverwoestbare machine moet je daarbij zeker niet als leidraad gebruiken.
Vloeistofgekoelde vier-in-lijn • 599cc • 94-102 pk • 176 kg (droog) • 16-17 l • € 1.000 – € 4.000