Wie wat bewaart, heeft niet veel

Joost Overzee

Twee jaar geleden kregen belangengroepen en een middelgrote gemeente het almachtige META/Facebook op de knieën: de bouw van een immens datacenter hier verderop in Zeewolde werd afgeblazen. Een overwinning, want wij mensen willen niets storends of mogelijk bedreigends in onze achtertuin. Maar tegelijkertijd had de eliminatie ook iets ironisch: ook iedere tegenstander heeft namelijk een smartphone in de binnenzak die bol staat van de katten- en vakantievideootjes en min of meer geslaagde foto’s in duizendvoud.

In de vorige editie had ik het al over de uit zijn verband gerukte nonsens van ‘Making Memories’ en de daaruit voortvloeiende Insta-terreur. De hedendaagse veertiger – en vooral ouder – weet dat de geneugten van fotografie pas een emotionele lading krijgen wanneer je een oud fotoalbum openslaat. Immers, foto’s werden zuinig genomen vanwege de kosten en de omslachtige afhandeling; iedere oudere kent nog wel het intense verdriet wanneer de bediende van de fotozaak moest opbiechten dat in het afhandelingsproces een rolletje was kwijtgeraakt. Net als in 1995 toen het Dutchbat-fotorolletje met bewijs voor de massamoord op moslims in Srebrenica heel toevallig in het Militaire Lab spoorloos raakte en nooit meer werd teruggevonden. Goh zeg.

Of je denkt terug aan de dia-avonden in huiselijke kring met familie en/of de buren. Dan zie ik mijn vader voor me als regisseur van een avondvullend programma, in gevecht met het diascherm (bloemenvaas op het tapijt), met zijn afstandsbediening voor scherpte-instelling en de volgorde van alle dia-sleeën om de vakantie chronologisch te kunnen presenteren. En aan mijn Oom Lou, die na afloop steevast met een gevuld ei in zijn blouse-zakje zich slingerend met zijn vrouw naar de auto dirigeerde voor de voorzichtige terugreis van Son naar Stiphout. Hoe belabberd ook het resultaat, hoe bedenkelijk ook de scherpte, fotografie was nog een kunst, simpelweg door de aandacht die aan het eindproduct werd geschonken.

Inmiddels staat hier op de oprit onze nieuwe bolide – een dertig jaar oude Twingo – met ruim dertig jaar persoonlijke motorhistorie aan boord door zijn dappere hoeven te zakken. Ruim drie decennia aan Weekblad Motor, Motor Magazine en KicXstart tot twee jaar geleden gaan hup de stort in. Mijn zakelijke (wat gechargeerd gezegd) levenswerk vanaf de 6 juli 1992 dat ik in dienst trad bij mijn grote mentor Toon van de Vliet. Een grote opruiming schijnt naar verluidt bevrijdend te werken, maar vooraf heb ik uren en urenlang de honderden kilo’s papier doorgespit om de onbetwist memorabele hoogtepunten eruit te scheuren en te bewaren, ter mentale en nostalgische ondersteuning van een toch best illuster werkbestaan.

Mijn allereerste test, zo groen als opkomend gras, van de VFR750F modeljaar 1992, waarbij ik nichterig poseer in het Spoorwegmuseum, waarvan de kop van het verhaal direct al Honda Ridderkerk in rep en roer bracht: ‘VFR op dood spoor?’ Mijn eerste introductie in hetzelfde jaar, ook met Honda, op Ibiza met de Big One, Africa Twin en CBR1000F, waarbij collega (en nog altijd dierbare vriend) German Ooms me een keienpad naar een bergtop op schreeuwde. De eerste kneedown, verrek: ook op Honda, in Bocht 8 op Jerez. De Catalunya-intro van de ‘stealth’ YZF-R1 met Guzzi-reiziger (inmiddels achter slot en grendel in Bolivia) Paul van Hooff, waarbij we in de bus terug pas weer een beetje nuchter begonnen te worden. Zomaar een willekeurige bocht ergens in Italië tijdens de R6-presentatie in Italië, waar Yamaha’s Jeffry de Vries me de vraag stelde ‘wat voor vriendin ik nu weer had’ en ik antwoordde met ‘eentje met een kut’. Jaren later zou ik met MV Agusta de plek opnieuw passeren en weer aan het moment terugdenken.

Alle exotische locaties wereldwijd, hotels, gemiste vluchten, uitgedeelde zoenen, katers, crashes, deadlines, hoerententen, klotekleding, creativiteit van fotograaf Wout Meppelink, importeursruzies, topmotoren, extase, jetlags, liefdesverdrieten en alle onopvallend opvallende mensen, alle gepubliceerde wapenfeiten tot in de kleinste details: alles bij het grofvuil. Is dat erg? Nee. Zoals iedere man niets weg kan gooien – tot ergernis van de partner – houd ik met de uitgescheurde pagina’s toch nog de deur op een kier met het verleden. Net als met mijn zorgvuldig gekoesterde tassen vol motorfolders en -brochures uit de jaren 70 en 80. Daar kan geen datacenter aan smartphonefoto’s tegenop. Dus lees papier, lees KicXstart!

Fotografie Wout Meppelink/Target Press

Deel

Gerelateerde artikels

DNA Filters

Hoe doen ze het?!  DNA Filters

Schone lucht. Niet alleen belangrijk voor jezelf, maar ook zeer zeker voor je geliefde tweewieler. Het Griekse DNA Filters focust zich volledig op dit thema,