Mooiste van de straat: Aprilia RS250 Simoncelli lookalike

Aprilia RS250 Simoncelli lookalike

Een prachtige uitdaging, zo omschrijven Geert en Niels Scholten hun vijfjarige hobbyproject. Voor het eerst in hun leven werkten vader en zoon namelijk samen en dat ging uiteraard niet zonder slag of stoot, maar leverde uiteindelijk wel een geweldig eindresultaat op: een tot in de puntjes verzorgde Simoncelli lookalike.

Het is niet heel vreemd dat Niels Scholten (34) een passie voor motoren heeft. Op jonge leeftijd was het al duidelijk dat ook hij, evenals vader Geert, een liefde voor tweewielers zou ontwikkelen. “Bij een supermarkt in Sneek kon je een muntje verdienen als je wat kocht. En daarmee kon je dan op de foto met de motor van Wayne Rainey. Die stond daar gewoon”, herinnert de 62-jarige Geert zich.

Aprilia RS250 Simoncelli lookalike

Niels vult zijn vader in één moeite aan: “Ik denk dat ik een jaar of twee zal zijn geweest. De foto kan ik me nog wel voor de geest halen. Stond ik daar bij die racer, met mijn knuffeltje.” Ruim drie decennia later rijdt deze Friese vader-zooncombinatie al jaren samen motor en zijn ronkende tweewielers regelmatig het onderwerp van gesprek. Ook de MotoGP wordt op de voet gevolgd en dus was het misschien niet heel vreemd dat ze hun gezamenlijke hobby naar een next level tilden.

Als servicemonteur in de persluchtsector is Niels technisch onderlegd en heeft zijn schuur zo ingericht dat hij lekker aan motoren kan werken. Dat doet hij dan ook met regelmaat. “Ik heb een Triumph Street Triple als straatmotor en een Yamaha R6 voor op het circuit. Ik vind het heerlijk om’s avonds het hok in te gaan, beetje sleutelen. Ik moet er dan echt aan denken om op tijd te stoppen, anders ga ik zo de hele nacht door.”

Aprilia RS250 Simoncelli lookalike

Hoewel vader Geert een technische opleiding volgde, is het volgens eigen zeggen niet zijn grootste talent om aan motoren te sleutelen. “Ik kan wel iets, maar Niels is vele malen handiger op dat gebied. Toch leek het me een geweldig idee om samen met hem dit tweetaktproject te draaien. Zodoende besloten we vijf jaar geleden om daarmee te starten.”

Dat er gewerkt moest worden aan een tweetakt, ook dat was al vrij snel duidelijk toen de eerste plannen voor het project ontstonden. “Samen met mijn broer Henk heb ik vroeger geracet in de Yamaha RD350 Cup. Daar is de liefde voor tweetakt ontstaan”, legt Geert uit. Ook zoon Niels heeft een affiniteit met dit type motor doordat hij zijn brommertijd doorbracht op een tweetakt. “Ik heb met veel plezier rondgereden op een Derbi GPR50. Dat was echt een geweldig mooi ding.”

Aprilia RS250 Simoncelli lookalike

Diezelfde bewoordingen konden Niels en Geert niet gebruiken op het moment dat de Aprilia RS250 uit 1995 werd aangekocht, de donorfiets van de Simoncelli lookalike. “Hij stond te koop bij Roelof Heide, een echte tweetaktspecialist in Nieuwleusen. We kwamen per toeval de motor tegen, waar iets bij stond van: ‘heeft de nodige liefde nodig’. Dat was eigenlijk ideaal voor ons project”, aldus Geert. “Ik heb contact gezocht met Roelof, maar die gaf helaas aan dat er al iemand voor zou komen. Dat was wel balen, maar er was nog een klein kansje. De beoogde koper zou een dag later voor twaalf uur iets laten weten wat betreft de afspraak. Om één over twaalf heb ik uiteraard gebeld en gelukkig had de man niets laten weten. Wij zijn naar Nieuwleusen gereden en hebben handen kunnen schudden met Roelof.”

Aprilia RS250 Simoncelli lookalike

Met een niet al te frisse Aprilia RS250 in de schuur wordt het beoogde eindresultaat besproken en al snel blijken vader en zoon op dezelfde golflengte te zitten. Het moet een motor worden die lijkt op een Grand Prix-machine. “We waren allebei fan van Simoncelli, als mens en coureur. Het is wat meer voor de hand liggend om een Rossi-replica te maken of Repsol-kleuren te gebruiken, maar we wilden dus wel echt iets unieks maken. Daarom kozen we ook voor deze specifieke livery van Simoncelli’s Gilera RSA250. De standaard kleurstelling van zijn racer vonden we eigenlijk te saai, te veel wit. Deze speciale editie voor 100 jaar Gilera vonden we allebei prachtig.”

Het blijkt niet de enige reden te zijn waarom het kuipwerk van deze RSA250 als uniek beschouwd mag worden. De bijzondere kleurstelling werd namelijk enkel voor de Grand Prix van Valencia in 2008 gebruikt én toevalligerwijze greep Marco Simoncelli een race ervoor zijn enige wereldtitel. Zodoende is de 100 jaar Gilera-livery de eerste kleurstelling waar de altijd goedlachse Italiaan als wereldkampioen mee rondreed.

Aprilia RS250 Simoncelli lookalike

De bouw van deze bijzondere tweetakt begon allereerst met het volledig strippen van de motorfiets. “We hebben echt alles uit elkaar gehaald, vooral ter controle ook. Onderdelen vervangen, verbeterpunten aangebracht, dat soort zaken”, legt Niels uit. “En als we er op technisch vlak niet uitkwamen, dan was daar altijd Roelof (Heide, eigenaar van RH Motoren, red.) nog. Die heeft ons echt door het project geloodst.”

Doordat beide heren nogal precies aangelegd zijn, werden er geen halve maatregelen genomen. Soms tot het absurde niveau toe. “Kettingspanners, waar maak je je druk om? Die hadden we speciaal in Denemarken laten maken en die beste man had vier ringetjes als afstandsbusje gebruikt. Maar ja, dat vonden wij niets. Dus, speciale busjes laten maken. Datzelfde gold ook voor de boutjes die bij de Tyga voetsteunen zaten. Keurig netjes, maar die zijn niet gebruikt. Vervangen voor titanium exemplaren. Met dat soort zaken zijn we misschien een beetje doorgeschoten.”

Aprilia RS250 Simoncelli lookalike

Extreme haast hadden de Friese bloedverwanten niet, blijkt al snel als de details van het bouwproject aan het licht komen. Geert: “Zo’n echte racekuip van de RSA250 kun je niet krijgen, maar we wilden natuurlijk wel enigszins in de buurt van het origineel komen. Tyga (specialist op het gebied van dit soort spullen, red.) had een kuip, maar die was naar onze mening veel te spits. Dan is het vooral goed door blijven zoeken en geen concessie doen.”

Uiteindelijk weten ze een geschikte kuipset in Italië te vinden. Met een Aprilia RS250 als donor is het niet vreemd dat veel gebruikte onderdelen op deze lookalike uit de laars van Europa komen, al was het niet altijd even gemakkelijk om de spullen daadwerkelijk op de motor te monteren. “De hele voorkant is gewijzigd, met andere vering en een radiale rempartij. Hier hadden we bijvoorbeeld andere asopnames voor nodig en die moesten ook uit Italië komen”, geeft Niels aan. “Nou, je kunt nog sneller een kind krijgen dan die onderdelen. Daar hebben we ruim negen maanden op moeten wachten. Kwam het spul binnen, zagen we dat het niet blank geanodiseerd was. En dat hadden we juist gevraagd. Konden we het spul terugsturen, maar dat hebben we uiteraard niet gedaan. Dat hebben we zelf maar opgelost.”

Aprilia RS250 Simoncelli lookalike

De familie Scholten gaat niet over één nacht ijs als het gaat om de bouw van de Simoncelli lookalike. Daarvoor hoef je enkel naar de sublieme afwerking van de motorfiets te kijken. Niet alleen grote zaken als een gepoedercoat frame of op maat gemaakte kroonplaat zijn ‘on point’, ook kleinigheden werden door het duo onder handen genomen.

“Er staat Öhlins op de vorkpoten, maar het is eigenlijk een Showa. Die werd gebruikt in de tweede generatie van de Aprilia RS250 en Roelof had er nog eentje liggen”, meldt Niels. “Paste natuurlijk perfect, maar we wilden ‘m toch wat meer overeen laten komen met het plaatje wat we voor ogen hadden. De instelmogelijkheden aan de bovenzijde zijn nu zilver met blauw, maar was origineel in de Showa-kleuren, dus rood met blauw. Datzelfde geldt voor de binnenpoten. Die beschikken nu over een goudkleurige coating. Om die bewerking erop te krijgen, hebben we ze naar Engeland opgestuurd.”

Aprilia RS250 Simoncelli lookalike

De aandacht voor details, in combinatie met de beschikbare vrije tijd, zorgde ervoor dat het einde van het project pas na vijf jaar werd bereikt. Het duo bezuinigde daarbij ook niet op een paar euro. “In het begin schreef ik nog alle kosten op in een boekje, maar na verloop van tijd ben ik daar maar mee gestopt”, meldt vader Geert. “Ik wilde niet meer weten wat het allemaal kostte. Wat de precieze bouw ons dus heeft gekost, weten we niet. Maar goed, we hebben de motor ook niet gebouwd om ‘m weer te verkopen. Dit is een herinnering die voor altijd bij ons blijft, waar we enorm veel plezier aan hebben beleefd. En nog steeds doen. Als ik bij Niels langsga, moet ik altijd even naar de schuur. Even spieken onder het doek.”

Uiteraard zijn ze allebei megatrots op het eindresultaat, maar toch weet Niels al de nodige zaken op te sommen die hij nog wil aanpassen. “Ik vind ‘m af, maar daar is mijn zoon het niet mee eens”, glimlacht Geert. “Die ziet toch nog wat puntjes waar hij zich aan ergert. En die zal ‘ie in de toekomst echt nog wel gaan veranderen.” Een van de grootste ‘ergernissen’ is het wisselen van race- naar straattrim. Voor eventuele toertochtjes moet dat namelijk mogelijk zijn.

Aprilia RS250 Simoncelli lookalike

“Dat neemt nu veel te veel tijd in beslag. Dat moet gemakkelijker kunnen, dus daar wil ik nog wel een oplossing voor bedenken.” Zoals duidelijk mag zijn door de toepassing van zowel een straat- als raceversie; deze Aprilia van Geert en Niels Scholten gaat niet als een museumstuk behandeld worden. “Er gaat op gereden worden, dat zeker. Het zal niet megaveel zijn, maar hij gaat gebruikt worden. Het zou zonde zijn als uiteindelijk niemand van deze motor kan genieten”, aldus de jongste van het tweetal.

Het ultieme doel waar ze de motor voor in willen zetten, is ook al vastgesteld. Dat moet namelijk een onvergetelijke trip naar Misano worden. “Hopelijk gaan we dat in 2025 voor elkaar krijgen”, vertelt Niels. “Ik zou graag met deze lookalike op Misano rijden en dan uiteraard ook een bezoekje brengen aan het Simoncelli-museum en zijn monument. Paar foto’s maken en hopelijk krijgen we het ook nog voor elkaar dat Paolo Simoncelli, Marco’s vader, een handtekening op onze motor wil zetten.”

Aprilia RS250 Simoncelli lookalike

Nu de eindfase van dit project is bereikt, zijn er ook al snode plannen om samen aan een volgende bouw te beginnen. Het liefst waren ze aan een 500cc tweetakt begonnen, maar helaas is dat soort motorfietsen haast niet meer te betalen. “Het moet wel leuk blijven en de huidige prijzen van tweetakten gaan nergens meer over. Gelukkig hebben wij die twee-en-half nog op een redelijk gunstig moment kunnen kopen. Daarom wijken we af van dat originele idee.”

Zodoende kochten ze samen een Yamaha FZ750 voor precies 750 euro aan, die inmiddels al uit elkaar is gehaald. Geert geeft graag uitleg over de specifieke keuze voor dit tweede gezamenlijke project. “Ik heb een tijdje geen motor gereden, op het moment dat de kinderen klein waren. De FZ is de motor die ik vlak voor die periode had en dus leek me dat een goede optie. Zo’n standaard FZ750 kun je prachtig verbouwen tot een oldschool superbike, want ze hebben er uiteraard mee geracet. We weten nog niet precies hoe en wat, maar daar gaan we de komende tijd eens naar kijken. Net als bij het vorige project hebben we geen haast. Geen idee dus of het wederom een vijfjarenplan gaat worden. Misschien duurt het ditmaal zelfs langer. Wie zal het zeggen.”


Tekst en fotografie Jarno van Osch/Shot Up Productions

Deel

Gerelateerde artikels

Honda NT1100

Kort getest: Honda NT1100 DCT

Honda mag je ondertussen zo ongeveer de koning van de nichemarkten noemen. Toen alle Japanse merken de cruisers uit hun aanbod schrapten, bleef Big Red