De weg naar de toekomst

Vorige maand had in Brussel een conferentie plaats over de toekomst van de gemotoriseerde tweewieler en de uitdagingen die mondiaal voor ons liggen. Organisator was ACEM, de federatie van de Europese motorindustrie. Onderwerp van gesprek was Vision 2030+, een door de constructeurs opgestelde strategie voor de toekomst van mobiliteit vanaf 2030, uiteraard toegespitst op motorfietsen. En daar kwamen een paar interessante dingen uit naar voren…

Om te beginnen de tegenstelling tussen enerzijds de politiek, vertegenwoordigd door afgevaardigde van de Europese Commissie Claire Depré en Europees Parlementslid Ismail Ertug, en anderzijds de industrie, vertegenwoordigd door ACEM en afgevaardigden van Honda, BMW, Yamaha en Piaggio.

De beleidsmakers blijven rotsvast overtuigd van elektriciteit als enige en absolute oplossing, met ‘zero emmisions’ als drijvende kracht. De motorfietsindustrie daarentegen vraagt met aandrang om een doel te stellen wat betreft uitstootnormen, die norm vast te koppelen aan een datum en die datum rigoureus aan te houden, maar wel de oplossing waarmee de fabrikanten voor de dag kunnen komen open te houden.


Onsamenhangend beleid
Die nood aan een eenduidig en duidelijk beleid werd meermaals aangehaald door alle aanwezige producenten. Een van de grootste bezorgdheden bij de constructeurs is dat er geen uniformiteit lijkt te bestaan in de gekozen normen, dat die bovendien schijnbaar elke twee jaar veranderen én dat er op lokaal niveau ook nog eens op eigen houtje de vlucht vooruit wordt genomen. Dat veroorzaakt zowel voor gebruikers als voor producenten enorme problemen.

Opening
Elk van de aanwezige producenten gaf duidelijk aan dat voor hen de oplossing uit verschillende technologische aspecten bestaat, en dat ze ook elk aan die verschillende facetten werken. Waar bijvoorbeeld elektriciteit in een stedelijke omgeving als haalbare oplossing wordt aangehaald, lijkt het voorlopig niet de uitkomst voor motorfietsgebruik buiten de stedelijke sfeer.

Volgens Eric de Seynes, CEO van Yamaha Europe, moet er nog steeds rekening gehouden worden met waterstof en synthetische brandstoffen als mogelijk onderdeel van de totaaloplossing; maar dan moet daarvoor vanuit politieke hoek wel een opening voor behouden worden. Wat mogelijk werkt in de automobielsector is volgens De Seynes ook niet een-op-een over te zetten naar motorfietsen: je kunt bijvoorbeeld niet zomaar een paar honderd kilogram aan batterijen in een motorfiets stoppen, omdat het geheel anders werkt dan een auto – er is om te beginnen al een heel pak minder ‘opslagruimte’. 


Leuk persoonlijk transport: een basisrecht
Hij werd daarin bijgetreden door Michele Colaninno, CEO van Immsi, de groep die Piaggio bestuurt. Hoewel Piaggio samen met KTM, Honda en Yamaha een akkoord heeft bereikt om uitwisselbare batterijen te ontwikkelen die in elk van die merken gebruikt kunnen worden, is elektriciteit volgens Colaninno niet de absolute oplossing; ook Piaggio bekijkt nog steeds de mogelijkheden van waterstof en e-fuels. Daarnaast wees Colaninno er fijntjes op dat mobiliteit meer is dan personentransport van A naar B; mag het ook nog een beetje leuk blijven? Eric de Seynes pikte daarop in: kan persoonlijk transport in de toekomst als een basisrecht behouden blijven, want dat lijkt volgens hem geen punt bij de beleidsmakers.


Werkgelegenheid heet hangijzer
De politieke gesprekspartners bleven hameren op lagere emissies (inclusief mogelijke nultolerantie) en leken onontvankelijk voor de vraag vanuit de industrie om een uniforme regelgeving op te stellen en aan te houden. Pas toen de producenten de mogelijke catastrofale gevolgen voor de werkgelegenheid in alle omliggende sectoren ter sprake brachten, leek er enige vorm van nervositeit te bespeuren bij de afgevaardigden van Europa. Hun reactie was dat er ‘ook in de toekomst van de mobiliteit uiteraard zorg gedragen moet worden voor de werkgelegenheid’.

Opnieuw was het Michele Colaninno die met een stevig understatement stelde dat zijn bedrijf morgen vele miljarden kon gaan investeren in één technologie, om de dag nadien mogelijk de hele boel te moeten sluiten; hetzij omdat de politici het beleid weer maar eens omgooien, hetzij omdat die ene technologie toch niet de juiste langetermijnoplossing zou blijken. De constructeurs blijven dus herhalen dat het belangrijk is om niet alle eieren in één mandje te leggen.

Competitie
Het was dr. Markus Schramm, CEO van BMW, die voorstelde om onderlinge competitie tussen de constructeurs toe te laten. Met andere woorden: laat de merken vrij in hun zoektocht naar oplossingen, laat hun ingenieurs vrijelijk nadenken en experimenteren. Zo komen er mogelijk andere of verbeterde oplossingen uit de bus, eerder dan dat er blindgestaard wordt op elektriciteit als enige oplossing.

Samenwerking
Concluderend werd er aan de afgevaardigden van Europa gevraagd om een samenwerking op te zetten tussen de Europese beleidsmakers, zodat er in samenspraak een regelgeving en een normering opgesteld kan worden waarin iedereen zich kan vinden. Directeur-generaal van ACEM Antonio Perlot haalde daarbij nog aan dat er ook een oplossing gevonden moet worden voor de miljoenen voertuigen die nu in Europa rondrijden, maar ook evengoed nog in 2030 of 2050. De uitstoot van díe voertuigen naar beneden krijgen is een uitdaging, en die oplossing ligt eerder in de omschakeling naar/toepassing van e-fuels dan elektriciteit, zo besloot Perlot.

Wordt vervolgd, ongetwijfeld…


Tekst Pieter Ryckaert                         Fotografie ACEM

Het volledige artikel verschijnt in het 2022 januarinummer van Motorrijder

Deel

Gerelateerde artikels

Honda NT1100

Kort getest: Honda NT1100 DCT

Honda mag je ondertussen zo ongeveer de koning van de nichemarkten noemen. Toen alle Japanse merken de cruisers uit hun aanbod schrapten, bleef Big Red

[