Game of Spoilers

Ik heb nog nooit een volledige aflevering van ‘Game of Thrones’ gezien. Geen interesse, sorry. Ik heb een persoonlijke regel waarbij ik elke serie of film met draken of lazerpistolen afblok. Maar terwijl m’n vriendin wel Jon Snow en consoorten heeft gevolgd, heb ik tijd gekregen om op Netflix naar de waanzinnig interessante serie ‘Formula 1 – Drive to Survive’ te kijken. Ik volg de F1 sinds 1 mei 1994 nog amper met een half oog, maar heb wel een teen in de F1-vijver gehouden via een tijdschrift als ‘Motorsport.’ Maar Netflix heeft er met z’n serie qua inzichten nog een stevige schep bovenop gedaan. Ik weet niet hoe de makers erin geslaagd zijn om toegang te krijgen tot de rijders, teamleden en debriefs, maar voor het eerst in decennia heb ik F1-mensen aan het werk gezien ontdaan van alle PR- en marketing-bullshit die het hele gebeuren zodanig kleurloos heeft gemaakt dat ik nauwelijks nog weet welke kleur de doorsnee Ferrari-F1 heeft dezer dagen. Maar ‘Drive to Survive’ toonde klaar en duidelijk aan hoe politiek de F1 dezer dagen is, met een niveau van haat, nijd en afgunst waar dat hele ‘Game of Thrones’-zootje nog een puntje aan kan zuigen. Maar dan zonder draken.  Bernie Ecclestone is er immers niet meer. Wat het mij nog eens extra duidelijk heeft gemaakt, is dat in de F1 de races in feite maar een afleiding meer zijn voor de strijd die overal in de paddock waait. Teamgenoten die elkaar op elke mogelijke manier naar het leven staan, teamleden die genadeloos afgerekend worden op fouten en teambazen die elkaar net niet fysiek naar de keel vliegen. Hallucinant. Gelukkig is dat in de MotoGP nog niet het geval. Het belangrijkste woord in de vorige zin is ‘nog.’ Want wat er in de schaduw van de hele ‘spoiler’-heisa gebeurt ruikt wel erg hard naar de F1. [

Op een paar uitzonderingen na is de MotoGP vooral een sport geweest die zich op de baan beslechtte. En uiteraard is ook in de GP’s de paddock een slangenkuil waar elke vorm van emotie een zwakte is, maar tot op heden geldt nog steeds de mythische uitspraak van drievoudig F1-wereldkampioen en rechttoe rechtaan Australiër Jack Brabham: “When the flag drops, the bullshit stops.” Stammend uit een tijd dat er nog geen startlichten bestonden, wil dit zoveel zeggen als “wanneer het licht op groen gaat, stopt de onzin.” Maar sinds Ducati met z’n spoilers de gaten in de MotoGP-reglementen is gaan opzoeken, lijkt een nieuw tijdperk aangebroken in de MotoGP. Een tijdperk waarin naast de baan gewoon even hard wordt gestreden. [

Dat Ducati voor de rechter werd gedaagd door Aprilia, met in z’n zog ook Honda, Suzuki en KTM, hoeft geen verbazing te wekken als je weet dat de CEO van Aprilia Racing de heer Massimo Rivola is. De man komt van het Ferrari F1-team, waar hij aan de kant werd geschoven toen hij nauwe banden met F1-rijder Fernando Alonso bleek te onderhouden, toen die al van Ferrari naar Honda was overgestapt. In de compleet paranoïde wereld die F1-heet is dat ‘not done.’ Weet dat McLaren ooit een boete van 100 miljoen Dollar mocht ophoesten omdat ze via via aan Ferrari-technologie geraakt zouden zijn. Rivola spande dus de rechtszaak tegen Ducati aan, met als reden dat de spoiler die de Ducati’s onder de achterbrug hebben hangen, illegaal zou zijn.

Volgens Gigi dall’igna, de sportieve baas bij Ducati en -niet onbelangrijk- ex-Aprilia, is die spoiler wel volkomen legaal, omdat het geeneens een spoiler is, maar een manier om de achterband te koelen. Wat er ook van zij, Aprilia en z’n medestanders gooiden alles voor de rechter, waarbij Ducati zowat alle technische prestaties van de spoiler openbaar diende te maken, wat volgens sommigen de enige reden is waarom Aprilia de rechtszaak aanspande. Ducati is verbolgen, omdat ze naar eigen zeggen het groene licht kregen van de MotoGP Technisch Directeur Danny Aldridge en nu dus alles bekend heeft moeten maken en de concurrentie profiteert van Ducati’s ontwikkelingswerk. Rivola verbolgen, omdat elke vorm van neerwaartse druk verboden is én het Ducati systeem weldegelijk neerwaarste druk genereert. Volgens Ducati is dat nauwelijks 300 gram bij 180 km/u, maar dat is volgens Rivola genoeg om het systeem te verbieden. Volgens hem had de hoorzitting maar twee minuten moeten duren, maar duurde ze 7 uur, waarna Ducati alsnog gelijk krijgt. Volgens Rivola zijn de regels betreffende aerodynamica dan ook om mee te lachen en de manier waarop ze gehandhaafd worden nog meer.

Technisch Directeur Aldridge reageert dat de regels worden opgesteld door de MSMA, de Motorcycle Sports Manufacturers’ Association, een moeilijk woord voor ‘de constructeurs.’ Dat zijn dus Ducati, Aprilia, Honda en alle anderen. Aldridge stelt dan ook dat de regels niet veranderd kunnen worden zonder akkoord van de constructeurs. Het enige wat Aldridge zelf in handen heeft zijn de zogeheten ‘guidelines’, of richtlijnen. De reden waarom de constructeurs die richtlijnen willen, naast hun zelf opgemaakt regels, is omdat ze elke aerodynamische techniek met Aldridge moeten aftoetsen. Als die ‘neen’ zegt, dan komt er dus een richtlijn en weet iedereen meteen of het kan of niet. Anders bestaat de kans dat elke constructeur apart bij hem komt aankloppen met dezelfde vraag. Als het wel legaal is volgens Aldridge, wordt er niks bekend gemaakt. Dat was dus het geval met de Ducati spoiler in Qatar, die dus werd aangeboden als een koelsysteem voor de achterband. Aldridge, Race Director Mike Webb en Director of Technology Corrado Cechinelli bespraken Ducati’s spoiler en Aldridge, die de finale beslissing heeft, keurde het systeem goed. Maar om duidelijk te maken aan de andere constructeurs dat het geen spoiler betrof, schreven Aldridge toch een richtlijn bij de regels. Die stelde dat een systeem gebruikt mag worden als het dient als ‘water deflector’ (iets wat Yamaha vorig jaar ook al gebruikte), om te koelen of als bescherming tegen brokstukken. Afgaand op wat Ducati hem voorstelde, heeft Aldridge de spoiler dus goedgekeurd. Maar de andere teams deden Ducati’s uitleg meteen af als ‘bullshit’ en dat het uiteraard om een spoiler gaat die neerwaartse druk én dus extra grip genereert. Maar als ze de regels willen veranderen, dan moeten ze dat dus zelf doen. De FIM, of Internationale Motorfederatie en diens rechters gaven Aldrigde dus gelijk.

Aprilia’s Rivola heeft naar eigen zeggen nog een extra reden om verbolgen te zijn en dat is een vraag per email aan Aldridge, waarbij ze extra uitleg hebben gevraagd bij het gebruik van een waterspoiler, zoals Yamaha die dus ook gebruikte in 2018. Aldridge reageerde dat die niet gebruikt mag worden voor meer aerodynamische efficiëntie of neerwaartse druk en dus ook niet gebruikt mocht worden in droge omstandigheden. Aprilia stelt nu dat ze vertraging opliepen in de ontwikkeling door Aldridge’s antwoord, waar Ducati dus gewoon z’n ding mocht doen.

En dit weekend gooide Honda een granaat in de hele MotoGP-regelgeving. Donderdag voorafgaand aan de GP van Argentinië had Honda ook z’n achterbrugspoiler klaar. Maar toen ze die donderdag voorstelden, keurde Aldridge die meteen af. De reden was dat Honda onverbloemd stelde dat het een aerodynamische spoiler betrof. En dat mag dus niet volgens de regels, noch de richtlijnen. Dus bood Honda dezelfde spoiler vrijdag nog eens aan, onveranderd, dit keer enkel met de uitleg dat het een systeem betrof om de swingarm stijver te maken. Wat dus wel mag, waarop de spoiler nu wel is goedgekeurd. Waarmee Honda dus aangaf dat de manier waarop de regels worden gecontroleerd, nageleefd of goedgekeurd gewoon op niks lijkt.

Als U na dit alles nog steeds de nood voelt om naar Game of Thrones te kijken, dan bent U wellicht een liefhebber van draken. Want voor politiek getint drama waarbij Brexit een vaudeville is geworden, hoef je enkel nog de MotoGP te volgen. En eventueel de F1, maar dat is dan wel voer voor gevorderden in politiek drama. Niettemin hoop ik stellig dat tegen zondag de bullshit stopt eens het licht op groen gaat. Je zou bijna hopen dat Márquez en Rossi weer clashen, zodat we het weer gewoon over racen kunnen hebben en niet over technische regels, laat staan de manier waarop die regels worden gecontroleerd. Want in dit machtsvacuüm waarin niemand nog weet wie nu wat controleert, zullen sommigen zich geroepen voelen om extra macht naar zich toe te trekken. Zo gaat dat nu eenmaal in de politiek en Game of Thrones. Daarbij kan de Formule-1 dienen als een mogelijke les uit het verleden en een soort van ‘spoiler alert’ worden uitgevaardigd over de toekomst van de MotoGP.

Als de MSMA nog meer macht naar zich toetrekt, krijg je wat er in de vroege jaren ’80 in de Formule 1 is gebeurd, toen ene Bernie Ecclestone met de FOCA-beweging eerst de constructeurs verenigde en machtiger maakte dan de FISA, de internationale autosportfederatie die tot dan de regels maakte en liet uitvoeren. Daarbij werd hij uiteindelijk zo machtig dat hij alle lakens uitdeelde. Weet daarbij dat Ecclestone met z’n eigen Brabham-team meermaals de regels van de F1 zover rekte dat je onverbloemd van bedriegen kan spreken. Vergelijk het met Gigi dall’Igna of Rivola die eerst voor alle constructeurs gaan spreken, om dan helemaal alleen de MotoGP te gaan leiden.  In de F1 werd dat zo’n slangennest dat er nooit overeenstemming werd bereikt en uiteindelijk zulke strakke regels werden ingevoerd dat enkel de teams met zo’n enorm budget nog technische voorsprong konden nemen op de concurrenten, met saaie races tot gevolg. Een andere mogelijkheid is dat Dorna, de MotoGP-promotor, aast op nog meer macht, tot de constructeurs zich zo gecontroleerd voelen dat ze geen nood meer voelen om nog fabrieksteams in te zetten, met een soort Moto2-achtig kampioenschap tot gevolg, met nauwelijks verschil tussen de deelnemende motorfietsen. Dorna probeerde dat in 2012 al door te drukken met de zogeheten Claiming Rule Teams in 2012, met motoren aangedreven met blokken gebaseerd op standaard motorfietsen en dus kleinere teams met minder macht. Of de FIM gaat er zich mee bemoeien vanuit Zwitserland, waarbij een logge federatie het kampioenschap aanstuurt en zowel de constructeurs en Dorna gaat vervelen, wat helemaal geen goed nieuws zou zijn.

Maar goed, na de eerste trainingsdag stonden er twee Ducati’s bovenaan de tijdstabellen, maar stonden er wel 20 rijders binnen één seconde. Dus van saaie races kunnen we voorlopig echt niet spreken. En dat is wat telt voorlopig.

Deel

Gerelateerde artikels

Honda NT1100

Kort getest: Honda NT1100 DCT

Honda mag je ondertussen zo ongeveer de koning van de nichemarkten noemen. Toen alle Japanse merken de cruisers uit hun aanbod schrapten, bleef Big Red