Het avontuur is nog nauwelijks begonnen of er ontstaat een vernietigende kortsluiting in mijn bovenkamer en dan moet het noodweer nog komen. Route kwijt, iPhone laadt niet, spanband los, beslagen tanktasvenster, GoPro zoek, inmiddels loodzware rugzak en nog altijd geen nieuws van het video/fototeam. En ik dacht nog goed voorbereid van start te gaan bij de 100Colls, een geniaal bedachte Ikea-rally in Catalonië…
De uitvinding van de gloeilamp verbleekt bij de vondst van de driedaagse 100Colls, een soort van rally die je van a tot z zelf samenstelt. De procedure: je meldt je aan, betaalt € 220,- (passagier € 70,-) en ontvangt thuis een feestpakket met een tracker en een papieren landkaart. Papier? Ja, papier. Op deze kaart van Catalonië staan met vier kleuren bolletjes 130 passen aangegeven; een groene bergpas levert de minste punten op, een zwarte de meeste. Tot overmaat van ramp verschillen de waardes ook nog eens per kleur: de ene zwarte bergpas is goed voor 700 punten, een andere voor 1.700. Kortom, je puzzelt je vooraf thuis wezenloos om de meeste punten in de wacht te slepen voor de uiteindelijke ranglijst.
Nog een adder onder het gras: de opgestuurde landkaart is bepaald niet gedetailleerd, laat staan dat er coördinaten staan vermeld. Weliswaar wordt iedere pas genoemd (in het Catalaans), inclusief het wegnummer, maar sommige pasjes en doorgangen zijn zo nietig dat huiswerk vooraf een absolute voorwaarde is om, inderdaad ja, de meeste cols te rijden en punten te vergaren. Geloof me, het puzzelen maakt je niet alleen bloedfanatiek, ook raakt vooraf al je geest en emotie overprikkeld met het virtueel rijden van droomroutes door de schitterendste landschappen.
Mocht je nog niet overtuigd zijn van de onmetelijkheid van deze doe-het-zelfexpeditie: met 32.114 km2 is Catalonië aanzienlijk groter dan België. De omzwervingen van de dit jaar 283 deelnemers worden gemonitord door een hoogstpersoonlijke tracker, te plaatsen in je tanktas of elders binnen relatief toegankelijk satellietbereik. Dit kastje registreert de verreden passen (hoorbaar aan een piepsignaal per passage) in een database. Aan de hand van de speciaal ingerichte MiRally Crono app kun je jezelf real time volgen of je rit ’s avonds analyseren.
Slimme bijkomstigheid: de tracker registreert uitsluitend tijdens van hogerhand vastgestelde rij-uren, te weten de vrijdag van 13.00-21.00 uur, zaterdag van 07.00-21.00 uur en zondag van 07.00-13.00 uur. Dit om te vermijden dat de overfanatieke types zich ’s nachts te barsten rijden. Publiek geheim is wel dat de hardcore deelnemers zich iets voor zevenen ’s ochtends al melden vlak voor een registratiepunt op een pas…
Deze originele aanpak betekent dat er geen sprake is van een collectief startpunt. Iedere deelnemer begint op vrijdagmiddag waar hij wil; de tracker registreert de rit vanaf 13.00 uur toch wel. Zolang iedere deelnemer zich maar zondagmiddag voor 13.00 uur meldt op de finishplaats bij Manresa voor de prijsuitreiking en gezamenlijke afscheidslunch. Later dan 13.15 uur aan de finish? Dan ben je af. Nog een reden voor diskwalificatie: flagrante snelheidsovertredingen. Want ook die traceert de tracker die in contact staat met het 283atorische zenuwcentrum. “Okay Overzee, het is dat ik je al zo lang ken, maar anders…” verwelkomt de organisator me aan de finishplaats. Maar zoals iedere snelheidsoverschrijder, kon ook ik putten uit een poel van misschien wel begrijpelijke, maar wetmatig totaal onstandvastige excuses.
Je kunt je voorbereidingen nog zo ragfijn op orde hebben, Moeder Natuur – je zou haar haast vergeten – beschikt over het alles bepalende alleenrecht om alsnog alles in de war te schoppen. Met de te verwachten dramatische weersomstandigheden in de Pyreneeën en zelfs aan de Middellandse Zeekust, besluit ik enkele dagen vooraf tot een zo zuidelijk mogelijke startplek in Catalonië: het kleine, charmante stadje Falset.
Dat ik dagenlang tot op de intiemste momenten gekweld word door Gerard Jolings ‘Ticket to the Tropics’ (jij nu ook), neem ik welgevoegelijk voor lief. Sterker nog, het castratengeluid valt in het niet bij een veel groter obstakel dat mijn ondoorgrondelijke wegen mentaal zal dwarsbomen: vermaledijde foto- en videoverplichtingen. Lollig allemaal, zo’n passentocht, maar ik moet wel met beeld thuiskomen, ook bewegend. Wordt nog een uitdaging om een meetingpoint te bepalen met de video- en fotograaf op ruim tweeëndertigduizend vierkante kilometer.
De dagen voor het vertrek van Schiphol naar vliegveld Barcelona is het thuis een komen en gaan van koeriersdiensten die in meerdere etappes broodnodige telefoonattributen van QuadLock, bagagespullen van Shad en regenkleding van REV’IT! komen afleveren. Net als de route, heb ik namelijk totaal geen behoefte aan een pasklaar luxe motorpakket, vandaar de keuze om de 100Colls op een Kawasaki ZX-4RR te lijf te gaan. 90 % rijdt ‘m op dikke allroads – met de BMW GS in de overgrote meerderheid – dus doe ik dat lekker eigenwijs niet. No Guts No Glory, No ZX-4RR No Story.
Kawasaki exclusiefdealer Motorplanet Almere heeft zo’n vierhonderd staan om al het toegestuurde materiaal ‘droog’ pasklaar te maken, althans min of meer. Op de tankdop past niet zo’n tanktas-kliksysteem dus wordt het frommelen met riempjes, aan de achterkant moet ik mijn heil zoeken in een thuis rondslingerende ouwe, maar effectieve Oxford tas met klittenband onder het duozadel. En spanbanden. Ondertussen doet Kawasaki Nederland hun Spaanse evenknie een smeekbede om ‘mijn’ ZX-4RR uit te rusten met een USB-aansluiting voor mijn telefoon, mijn enige navigatie, aangestuurd door de MyRoute app die Randy me heeft aangeraden, enkele dagen voor vertrek.
Aanvankelijk ben ik vastberaden te rijden in mijn Spidi eendelige racepak, maar daags voor Schiphol blijkt dat deze met geen mogelijkheid tussen alle overige bagage gaat passen. Als ik dan ook nog, gestoken in mijn motoroutfit en naar schatting voor 80 % voorbereid, op Schiphol vergeefs op zoek moet naar van-die-plakdingen-voor-een-GoPro, daagt het besef dat de resterende geschatte 20 % aan onzekerheden mijn 100Colls weleens danig kunnen gaan overschaduwen…
Na de vlucht en taxi sleep ik mezelf met alle meuk naar Kawasaki Spanje in L’Hospitalet de Llobregat waar boegbeeld Ricar Opisso me met open armen ontvangt, hoewel men druk genoeg is om hun ‘fabrieks-Versys’en’ voor de 100Colls te prepareren. Hij rolt de ZX-4RR in de goddelijke retrokleuren voor en vier ‘cafes solos’ en anderhalf uur later kan ik eindelijk enigszins professioneel bepakt en bezakt onderweg met nog een reservebus kettingspray in mijn immense rugzak.
Het zit compact, maar verrassend goed en besef dat het me zelden is overkomen om spoorslags op een Japanner diep verliefd te worden, al is daar de te verwachten uitdaging mede debet aan. Een motorfiets is zo goed als de belevenissen die je ermee meemaakt. Nog onwennig met de smartphone-navigatie en zonder vaste verblijfplaats voor betaalpassen, oordoppen en ander vitaal spul is het gewoon zuidwaarts de sluimerende stress van me af knallen richting Tarragona en Reus, en van hieruit binnendoor naar Falset onder gitzwarte dreigende luchten. Voor de duidelijkheid, ook onderdak regel je zelf.
De volgende ochtend (pas om 13.00 uur begint de tracker te tellen) komt het Spaanse dorpsleven op gang als ik driftig en langdurig de ZX-4RR sta op te pakken om vlak voor vertrek te ontdekken dat m’n iPhone niet laadt. Omdat de USB onder de kont zit, alles weer verwijderen om inderdaad bevestigd te zien dat de laadkabel was losgeschoten. Racetape regeert ook nu!
Het tijdrovende akkefietje stelt me niet gerust; tot in de puntjes moet kennelijk alles kloppen, zeker wanneer je niet blindelings bekend bent met het materiaal en een leenmotor. Vervolgens bemerk ik ook hiaten in mijn – na dagen wikken, wegen en kloten – uitgetekende route; soms word ik onbedoeld naar dorpskernen gestuurd, waarna mijn kennis van de MyRoute app niet ver genoeg reikt om mezelf in het juiste routegareel te krijgen. Goed voor zenuwslopende taferelen en een uitgebreide greep in mijn Bargoense woordenboek, kan ik je verklappen.
Tussen de sluimerende digitaal aangestuurde wanhoop door bieden de eindeloze slingerwegen, als uit het paradijs overgevlogen (mocht dat bestaan) soelaas. Al 32 jaar kom ik hier een handjevol keren per jaar omdat het achterland van de eenvoudig bereikbare oostkust nu eenmaal alles biedt voor belangrijke perspresentaties van nieuwe motoren: zeer weinig medeweggebruikers, de prachtigste spaghettiwegen, immense offroadgebieden, gastvrije autochtone levensgenieters en een zeker mate van zonzekerheid.
Twee uur voor sluitingstijd zet ik de tracker al uit; een topnotering zat er tijdens deze wittebroods-100Colls toch al niet in en ik heb tijd nodig om – vooral digitaal – orde op zaken te stellen. De vrolijke Jordi van topadres Cal Duran in Esparreguera laat me de ZX-4RR op het achterterras parkeren en de motor dwars door de hotellobby duwen. Gegiechel achter de bar.
En de volgende ochtend weer terug. Maar Jordi heeft me nog niet de straat uit gewuifd of ik merk dat mijn iPhone de route niet oppikt. Uit respect voor de Bond tegen Vloeken zal ik niet in detail treden, maar terwijl ik al veel te laat was opgestapt (de wekker ging toen iedereen al bezig was met passen sprokkelen), staan de eerste uren in het teken van een verwoed gevecht; niet met bevrijdende bergroutes, maar met navigatie, bagageperikelen en vruchteloze pogingen tot contact met de video- en fotoman.
Van lieverlee geschoten eigen (GoPro-)beelden en anderszins maken de vertraging en stress alleen maar erger, tot ik van ellende met mijn Opinel mes de rechterwijsvinger van m’n trouwe Dainese afsnijd voor de touchscreenbediening. Langzaam dringt het besef tot me door dat mijn beoogde lus, langs de Middellandse Zee door Frankrijk, in de papiermolen kan. Haal ik nooit, temeer het ook daar hopeloos hard schijnt te regenen.
Dus tracht ik met een hoofd vol onzekerheden volop te genieten van het landschap, de bochten, kruidengeuren en het pico bello stuur- en remgedrag van de ZX-4RR. God, wat kranig en dapper weert deze machine zich, zonder aanslagen te plegen op spieren en gewrichten. Zoveel voldoening als deze motor geeft bij dit (vermeende) oneigenlijk gebruik, had ik nooit willen ruilen met een Versys of andere allroad.
Hoogtepunt in figuurlijke zin van de hele reis is de BV1224 ten oosten van Manresa, een priegelweg met soms middeleeuws plaveisel, dan weer stokoud ingefreesd beton, brute stijgingspercentages tot 22 % en oogstrelend authentieke gehuchten als Rocafort en Mura. Zoveel primitieve schoonheid die dateert tot ver voor de tiende eeuw, geboetseerd om zelfs het einde der dagen te trotseren, wat zou ik me dan bekommeren over iets futiels als een 3G-verbinding? Maar een halfuur verder in oostelijke richting overwint het plichtsbesef het genot.
Ergens voor Collsuspina krijg ik eindelijk telefonische verbinding met de onmisbare foto- en videoman. “We zitten hier nog wel even op de Piemrans, dus als je wilt komen…” Waar? “De Puymorens, bij Andorra.” Een bliksemschicht boort zich door mijn lijf en leden: de Puymorens, da’s godverdomme 2,5 uur rijden richting het noodweer op twee kilometer hoogte! Ik druk ze op het hart daar in godsnaam vooral te blijven, werk drie handen cashews door de strot en zet koers naar noorden, voorbij de grens met Frankrijk, waar hagel en noodweer als bezeten tekeergaan.
Na gedane arbeid (‘wat een rotbaan heb jij toch!’) op deze Pyreneeënpas overweeg ik, weggedoken in een oude bunker, koers te zetten naar het warme bad van de familie van Johan van de Wal, de Nederlandse endurance-legende. Maar een app van de 100Colls-organisatie leert dat de passen naar Andorra wegens sneeuw pardoes op slot zijn gegooid.
Enig alternatief heb ik niet aan de top van de Puymorens; bovendien loopt de middag aan zijn einde, blijf het spoken en is mijn 06 – onder het tanktasvenster – onbruikbaar geraakt door condens vanwege de motorwarmte. Terug aan de grens gooi ik twee dubbele espresso’s naar binnen en knal terug naar Cal Duran. ’s Avonds pingt een update van de organisatie mijn 06 binnen; laatste waarschuwing vanwege flagrante snelheidsovertreding…
De zondagochtend blijft het regenen en stevig ook. Ontbijt, motor weer oppakken en door de lobby, natte helmrand over de oren en op mijn menu staat in ieder geval nog een zwarte col, de Coll Formic in het Parc Natural de Montseny. De beklimming in de dikke, duistere mist met bakken regen kost weinig moeite, al vraag ik me voor het eerst af waarom ik al tientallen jaren lang bij een nieuwe helm die Pinlocks linea recta weggooi.
Staand aan de top zie ik door mijn zeiknatte en beslagen bril en vizier plotseling een paar lichtbalken door de nevel heen priemen, even de bergtop aantikken en direct rechtsomkeert maken. Kijk, zo doen de pro’s dat, even een Coll bijschrijven op de tracker.
En ik weet ook nog wel iets om bij te schrijven: koffie met gebak in het dal en met een grote zuidelijke lus als de sodemieter naar de finish. Twee dingen geleerd, bedenk ik onderweg: de 100Colls moet ik wereldkundig maken als het mooiste, origineelste en verrassendste stuurevenement ter wereld. In de tweede plaats: in de 100Colls kun je niets aan het toeval overlaten, reden genoeg om volgend jaar tot in de puntjes voorbereid (voor mijn doen) aan een nieuwe 100Colls te verschijnen, zonder enige verhaalverplichting. “En dan wel weer op een ZX-4RR?”, verwelkomt Ricard me in de garage van Kawasaki. “Graag, met alle liefde”, antwoord ik. “Maar voor de afwisseling misschien toch op een Eliminator 500”, praat ik mijn mond voorbij. “Gaan we regelen.”
Meer info: www.100Colls.cat
Tekst Joost Overzee • Fotografie Marc Sànchez, Joost Overzee