In 2025 schrijft de Dutch TT historie. Het eeuwfeest geeft Assen een unieke plaats in de sporthistorie en natuurlijk duiken we graag even terug in de tijd. De Nederlandse toppers nemen ons aan de hand voor een trip down memory lane. Vandaag: Loek Bodelier.
Loek Bodelier • 125cc • 3e 1994
“In 1994 had ik een zogenaamd fabriekscontract met WP, maar ik had het gevoel dat we niet de juiste kant op gingen. Ik had echt wel vertrouwen in de hardware van WP, maar het is minstens zo belangrijk wie de vering daarna afstelt. Vlak voor de TT nam ik de beslissing om mijn vering op een andere manier klaar te laten maken. Bitubo ging ermee aan de slag en dat werkte perfect.”
“Tijdens eerdere grands prix had ik al meerdere keren in de kopgroep gezeten, maar dan zakte ik terug of kreeg ik te maken met materiaalpech. Toch had ik sterk het gevoel dat het mogelijk was om topresultaten neer te zetten, ondanks het feit dat ik minder materiaal dan de concurrentie had. Daarnaast moest ik het opnemen tegen lichtgewichten. Hoewel ik schoon aan de haak slechts 60 kilo woog, was ik in het nadeel tegenover jongens die 45 à 46 kilo wogen.”
“Tijdens de TT van ‘94 kon ik het tempo van Takeshi Tsujimura mooi bijbenen, waardoor we samen richting de kopgroep reden en weer aansloten. Het viel me eigenlijk op dat ik vrij gemakkelijk mee kon komen en voelde me mentaal sterker dan de rest. Ook met het aanremmen van bochten was ik veruit de sterkste, dus dat gaf me veel vertrouwen. Alleen had ik technisch gezien wel het minste materiaal, waardoor ik op de rechte stukken flink veel meters verloor. Dat moest ik telkens goedmaken met remmen en dat lukte ook.”

“In de eindfase ga je natuurlijk een strijdplan maken, waar en wanneer ga je proberen toe te slaan. Mijn doel was uiteraard om de wedstrijd te winnen en dat zat er voor mijn gevoel ook in. Het uitkomen van de Strubben was mijn zwakste punt, want op de snelle Veenslang verloor ik telkens veel meters. Daarom dacht ik, ik moet als eerste uit de Strubben zien te komen. Dan komen ze me wel weer voorbij, maar dan kan ik in de slipstream wel aanhaken.”
“Helaas pakte het plan niet perfect uit, waardoor ik wat miste in die eindfase en als vijfde richting de GT ging. Ik had al eerder gezien dat Sakata en Oettl hard tegen hard aan het strijden waren om plek drie en dat ging mis. Dat had ik eigenlijk ook wel verwacht. Daardoor kon ik uiteindelijk een podiumplek voor eigen publiek pakken en dan ga je natuurlijk helemaal uit je dak.”
“Honderdduizend man, allemaal staan ze gek te doen. De uitloopronde was dan ook het mooiste moment van de wedstrijd. Ik crashte zelfs nog, door een Nederlandse vlag die in mijn achterwiel terechtkwam. Het mocht de pret niet drukken, helemaal als je dan daarna daadwerkelijk op dat podium staat. De tranen van blijdschap rolden over mijn gezicht. Op dat moment schaamde ik me daar eigenlijk voor, maar nu denk ik: dat was toch echt supermooi.”

Fotografie Archief Target Press